SP 23011 - Niet geregistreerde schenking vruchtgebruik op roerend goed - fictie van artikel 2.7.1.0.5 VCF
- Nummer
- 23011
- Datum beslissing
- 11 oktober 2024
- Publicatiedatum
- 22 oktober 2024
Heffing
- Erfbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.5. VCF
Standpunt
Indien schenkers na het initieel schenken van een roerend goed met voorbehoud van vruchtgebruik voor zichzelf, datzelfde vruchtgebruik onderhands zonder registratie wensen te schenken (een “verzaking” met animus donandi), zal bij overlijden van (één van) de vruchtgebruikers binnen de 3 jaar het fictieartikel 2.7.1.0.5 VCF van toepassing zijn waardoor het vruchtgebruik over de geschonken goederen geacht zal worden nog in de nalatenschap aanwezig te zijn.
Gelet op artikel 3.141 BW (oud artikel 617 BW) komt er echter door het overlijden een einde aan het vruchtgebruik. En aangezien de goederen dienen gewaardeerd te worden voor hun waarde op het ogenblik van het overlijden (artikel 2.7.3.3.1 VCF) dient het vruchtgebruik dan ook niet in het actief van de aangifte van nalatenschap te worden opgenomen aangezien het op dat ogenblik uitgedoofd is en dus geen economische waarde meer heeft. Wel dient het in de aangifte van nalatenschap vermeld te worden onder de rubriek van de “niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen, maar de waarde zal 0 bedragen.
Hetzelfde geldt indien initieel een overlijden aan de basis ligt van het ontstaan van een vruchtgebruik op roerende goederen, waarna de verzaking vruchtgebruik - met animus donandi – volgt, alsook een overlijden van die vruchtgebruiker binnen de 3 jaar.
Historische versies
Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt: