SP 19012 - Belasting op spelen en weddenschappen - Kienen / bingo en poker als volksvermakelijkheid
- Nummer
- 19012
- Datum beslissing
- 3 juni 2024
- Publicatiedatum
- 2 september 2024
Heffing
- Belasting op automatische ontspanningstoestellen
Wettelijke basis
- art. 2.12.6.0.1. VCF
Huidig standpunt
1. Kienen/bingo
Tot eind 2017 werden kienen en bingo beschouwd als een vorm van loterij en vielen deze spelen onder de loterijwet van 1851. Overeenkomstig artikel 3bis van de Kansspelwet is de Kansspelwet niet van toepassing op loterijen.
Met een omzendbrief van 5 december 2017 werd het standpunt van de Kansspelcommissie m.b.t. kienen en bingo gewijzigd.
- Kienen en bingo zijn niet langer een loterij, maar wel degelijk een kansspel.
- In principe mag het organiseren van kansspelen enkel mits vergunning of toelating van de Kansspelcommissie, tenzij het kien- of bingospel onder artikel 3.3 van de Kansspelwet valt. Dat artikel bepaalt dat er geen vergunning of toelating van de Kansspelcommissie nodig is voor kaart- en gezelschapsspelen (waaronder kienen en bingo) uitgeoefend buiten de kansspelinrichtingen klasse I en
,II, en waarbij géén gebruik wordt gemaakt van een toestel, en voor occasionele spelen (maximum vier keer per jaar) ingericht door een lokale vereniging ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis of ten behoeve van een sociaal of liefdadig doel is, op voorwaarde dat er sprake is van een geringe inzet en beperkte winst. De nadere voorwaarden van het soort inrichting, het soort spel, het bedrag van de inzet en het voordeel dat kan worden toegekend, worden bepaald in een Koninklijk Besluit. In afwachting van een Koninklijk Besluit volgt Vlabel de richtlijn van het College van Procureurs-generaal dd. 9/11/2023 (omzendbrief nr. 07/2023) om te bepalen of de spelen onder de uitzondering van artikel 3 van de Kansspelwet vallen en dus niet vergunningsplichtig zijn. Hierbij geldt onder andere een maximale inzet van 10 EUR/dag/speler voor spelen in private kring en een maximale inzet van 100 EUR/dag/speler voor publieke spelen.
De gemeentelijke overheid kan bovenstaande spelen wel aan een de voorafgaande toelating en aan niet-technische exploitatievoorwaarden onderwerpen.
2. Poker
Poker waarbij geld wordt ingezet moet beschouwd worden als een kansspel. Dit kaartspel mag in principe enkel in de vergunde casino’s aangeboden worden. In speelautomatenhallen kunnen ook elektronische pokerspelen worden uitgebaat.
Kaart- en gezelschapsspelen (waaronder poker) met inzet georganiseerd buiten casino’s en speelhallen én zonder gebruik te maken van een toestel, worden echter niet als een kansspel beschouwd als er sprake is van een beperkte inzet en een materieel voordeel van geringe waarde (cf. art. 3.3 Kansspelwet). De nadere voorwaarden van het soort inrichting, het soort spel, het bedrag van de inzet en het voordeel dat kan worden toegekend, worden bepaald in een Koninklijk Besluit. In afwachting van een Koninklijk Besluit volgt Vlabel de richtlijn van het College van Procureurs-generaal dd. 9/11/2023 (omzendbrief nr. 07/2023) om te bepalen of de spelen onder de uitzondering van artikel 3 van de Kansspelwet vallen en dus niet vergunningsplichtig zijn. Hierbij geldt onder andere een maximale inzet van 10 EUR/dag/speler voor spelen in private kring en een maximale inzet van 100 EUR/dag/speler voor publieke spelen. Voor publieke kaartspelen mag de deelnameprijs bovendien maximaal 50 EUR/dag bedragen en mag de speler maximaal 1 keer herinschrijven voor hetzelfde toernooi.
De gemeentelijke overheid kan bovenstaande spelen wel aan een voorafgaande toelating en aan niet-technische exploitatievoorwaarden onderwerpen.
Vlabel beschouwt kienen/bingo en poker als volksvermakelijkheden, op voorwaarde dat de vrijstellingscriteria vermeld in artikel 2.12.6.0.1. VCF gerespecteerd worden, nl. dat er alleen inschrijvings- of deelnemingsrechten worden geheven, die verdeeld worden in de vorm van prijzen waarvan de waarde niet meer bedraagt dan het tienvoudige van de inzet per deelnemer of die besteed worden aan de normale organisatiekosten, als het totale bedrag van die rechten per dag en per persoon niet meer bedraagt dan 50 euro.
Voor volksvermakelijkheden moet – net zoals voor de andere vrijstellingen – geen aanvraag tot vrijstelling worden ingediend.
Historische versies
Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt: