SP 16023 - Toepassing meeneembaarheid - Aanvullende rechten
- Nummer
- 16023
- Datum beslissing
- 25 april 2022
- Publicatiedatum
- 10 mei 2022
Heffing
- Verkooprecht
Wettelijke basis
- art. 2.9.5.0.1. VCF
Standpunt
Art. 2.9.5.0.1, 2de lid, VCF stelt:
“De registratiebelasting, betaald voor de verkrijging van een onroerend goed dat niet in het Vlaamse Gewest ligt, alsook de aanvullende rechten die om om het even welke reden op een aankoop zijn geheven, zijn van de vermindering, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel, uitgesloten.”
Deze bepaling heeft enkel betrekking op het feit dat aanvullende rechten niet kunnen worden meegenomen naar een volgende verrichting.
Meeneembare rechten kunnen echter wel degelijk worden aangewend voor de betaling van aanvullende rechten die verschuldigd worden op een verrichting uit het verleden, althans binnen de gestelde limieten.
Voorbeeld 1
Aankoop door A in 2006 van een woning. A had een principieel meeneembaar bedrag (PMB) van € 10.000.
Geheven:
120.000 x 5% = 6.000 – 6.000 (relatieve limiet) = 0
Excedent 4.000
Thans heffing aanvullende rechten wegens niet voldoen klein beschrijf.
120.000 x 10% = 12.000 – 10.000 (PMB) = 2.000 aanvullende rechten
- belastingverhoging 20% x 6.000 = 1.200
Dit standpunt houdt een versoepeling in, in het voordeel van de belastingplichtige, in vergelijking met het federaal standpunt dat bleek uit Circulaire 3/2005.
Voorbeeld 2
Aankoop door A in 2022 van een woning met toepassing van het verlaagd tarief enige en eigen woning met IER/SLOHER in combinatie met de meeneembaarheid. A had een principieel meeneembaar bedrag (PMB) van €15.000.
Geheven : 250.000 à 5% = 12.500 – 12.500 (relatieve limiet) = 0 (excedent 2.500)
VLABEL aanvaardt dat men kan overstappen van tarief IER/SLOHER naar tarief eigen woning mits bijbetaling van 1%. Deze aanvullende heffing gebeurt zodra de kopers zelf verklaren dat ze niet aan de voorwaarden van de IER zullen voldoen.
Er wordt niet voldaan aan de voorwaarde IER/SLOHER, doch er werd wel inschrijving genomen op het adres van het aangekocht onroerend goed binnen de drie jaar te rekenen vanaf datum authentieke akte.
Herziening berekening : 250.000 à 6% = 15.000 – 13.000 (absolute limiet) = 2.000 aanvullende belasting
Of navordering van 2.000 euro (i.p.v. 2.500 euro)
+ BV wordt berekend op de aanvullende 1% voor de toepassing van de meeneembaarheid of 2.500 x 20% = 500 euro
OPMERKING: zie ook standpunt SP 18047
Historische versies
Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt: