Na fusie of splitsing zet de verkrijgende vennootschap m.b.t. het verkregen vermogen (het volledig vermogen of bij partiële splitsing een deel van het vermogen) de rechtspersoonlijkheid van de overgenomen/gesplitste vennootschap verder; de verkrijgende vennootschap heeft de hoedanigheid van algemene rechtsopvolger van de overgenomen/gesplitste vennootschap m.b.t. het verkregen vermogen.

De vennootschap die tot de onverdeeldheid is toegetreden ten gevolge van fusie /splitsing of een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting (cfr. art. 12:2 t/m 12:8 WVV) van een vennootschap, is geen derde-verkrijger bij overeenkomst van het onverdeeld deel zoals bedoeld in artikel 2.9.1.0.7 VCF op voorwaarde dat de overgenomen/gesplitste vennootschap zelf niet de hoedanigheid had van derde-verkrijger bij overeenkomst m.b.t. dit onverdeeld deel. Het verdeelrecht en niet het verkooprecht is van toepassing op de bijkomende verwerving van onverdeelde delen door deze verkrijgende vennootschap.

Omgekeerd heeft het principe van algemene rechtsopvolger voor gevolg dat, indien de overgenomen/gesplitste vennootschap zelf de hoedanigheid van derde-verkrijger bij overeenkomst had m.b.t. het onverdeeld deel, de verkrijgende vennootschap m.b.t. dit verkregen onverdeeld deel eveneens de hoedanigheid van derde-verkrijger bij overeenkomst verderzet. Het verkooprecht is in dit geval van toepassing op de bijkomende verwerving van onverdeelde delen door de verkrijgende vennootschap.