SP 20073 - Inbreng van een onverdeeld deel in een OG in het gemeenschappelijk vermogen door een echtgenoot - ‘derde verkrijger bij overeenkomst’ – verkrijging van het ander onverdeeld deel
- Nummer
- 20073
- Datum beslissing
- 26 oktober 2020
- Publicatiedatum
- 10 november 2020
Heffing
- Verkooprecht
Wettelijke basis
- art. 2.9.1.0.7. VCF
Standpunt
Indien een echtgenoot X zijn onverdeeld deel in een onroerend goed inbrengt in het gemeenschappelijk vermogen met echtgenoot Y, en indien de inbrengende echtgenoot X ten opzichte van de andere mede-eigenaar(s) Z de hoedanigheid heeft van ‘derde-verkrijger bij overeenkomst’ in de zin van artikel 2.9.1.0.7 VCF, verkrijgt ook de niet-inbrengende echtgenoot Y de hoedanigheid van ‘derde-verkrijger bij overeenkomst’ in de zin van artikel 2.9.1.0.7 VCF ten aanzien van de andere mede-eigenaars. Z.
De niet-inbrengende echtgenoot verkrijgt de hoedanigheid van ‘derde-verkrijger bij overeenkomst’ niet ten gevolge van de inbreng in de huwgemeenschap door een huwelijkscontract; een huwelijksovereenkomst wordt immers niet beschouwd als een overeenkomst in de zin van artikel 2.9.1.0.7 VCF. Hij verkrijgt de hoedanigheid van derde-verkrijger bij overeenkomst wel ten gevolge van de hoedanigheid van ‘derde-verkrijger’ die de inbrengende echtgenoot mogelijk kan hebben.