Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 16026 - Belastbare grondslag bij een gesplitste aankoop of bij een gesplitste schenking Vlaamse Belastingdienst

SP 16026 - Belastbare grondslag bij een gesplitste aankoop of bij een gesplitste schenking

Administratief standpunt
Nummer
16026
Datum beslissing
21 maart 2016
Publicatiedatum
24 november 2016

Heffing

  • Schenkbelasting
  • Verkooprecht

Wettelijke basis

  • art. 2.8.3.0.1. VCF
  • art. 2.9.3.0.1. VCF
  • art. 2.9.3.0.4. VCF
  • art. 2.9.3.0.6. VCF

Standpunt

Het geval van de gesplitste aankoop moet worden onderscheiden van het geval van de gesplitste schenking omdat de problematiek van de belastbare grondslag niet dezelfde is in beide gevallen.

  1. Gesplitste aankoop

In één en dezelfde akte vervreemdt V (volle eigenaar) de BE van een OG aan A en het VRG van hetzelfde OG aan B.

De primaire belastbare grondslag van het verkooprecht is de overeengekomen waarde (in de akte is er in principe een afzonderlijke prijs voor de BE en voor het VRG, vermits er twee kopers zijn).

De minimum belastbare grondslag van het verkooprecht is de verkoopwaarde. Volgens een vaststaand standpunt moet in dergelijk geval geen berekening worden gemaakt van de forfaitaire verkoopwaarde van de BE, enerzijds, en van het VRG, anderzijds. Enkel de totale overeengekomen waarde moet worden vergeleken met de verkoopwaarde van de VE. Anders handelen zou er kunnen toe leiden dat de belastbare grondslag voor de BE de overeengekomen waarde zou kunnen zijn en voor de het VRG de verkoopwaarde, of omgekeerd.

Indien de totale overeengekomen waarde niet lager is dan de verkoopwaarde van de VE, wordt het verkooprecht geheven op de beide overeengekomen waarden, in hoofde van de BE’r en de VRG-er afzonderlijk, vermits dit twee afzonderlijke belastingplichtigen zijn.

Als de totale overeengekomen waarde echter lager is dan de verkoopwaarde wordt de uitsplitsing gemaakt volgens de verhouding VRG/BE, zoals die blijkt uit de door partijen overeengekomen waarden en niet volgens de fiscale regels.

  1. Gesplitste schenking

In één en dezelfde akte schenkt S (volle eigenaar) de BE va een OG aan A en het VRG van hetzelfde goed aan B.

Hier hebben we een andere situatie dan bij een gesplitste aankoop, om twee redenen:

  • burgerrechtelijk gezien hebben we te maken met twee schenkingen, vermits een schenking een rechtshandeling is tussen één schenker en één begiftigde;
  • fiscaal gezien is er slechts één soort belastbare grondslag die in aanmerking wordt genomen: de verkoopwaarde van het geschonken goed.

Bij een gesplitste schenking is er m.a.w. geen “overeengekomen waarde” en speelt de verhouding waarin partijen VRG en BE hebben uitgesplitst bijgevolg geen rol.

Voor de bepaling van de verkoopwaarde van resp. VRG en BE worden enkel de fiscale waarderingsregels gebruikt. Om deze regels correct te kunnen toepassen, moeten in de akte de volgende gegevens worden vermeld:

  • de verkoopwaarde van de VE;
  • de jaarlijkse huuropbrengst en, bij gebreke, de jaarlijkse huurwaarde;
  • de duur van het VRG (VRG van bepaalde duur) of de leeftijd van de VRG-er (levenslang VRG).