Optioneel finaal verrekenbeding
- Rolnummer
- 14/3151/A
- Datum beslissing
- 30 september 2015
- Publicatiedatum
- 1 februari 2023
- Rechtbank
- Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen
- Status
- hervormd in hoger beroep
Heffing
- Erfbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.3.4.4. VCF
Samenvatting
De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen heeft zich op 30 september 2015 uitgesproken over de problematiek van het optioneel finaal verrekenbeding.
Het verrekenbeding dat opgenomen werd in het huwelijkscontract werd gewijzigd zodat er een optie werd in vermeld om dit verrekenbeding toe te passen. De optie werd gelicht bij onderhandse overeenkomst, bij notariële akte werd de verrekenmassa en vordering vastgesteld.
In de aangifte werd vermeld dat de optie werd gelicht en dat aan weduwe een vordering toekomt gelijk aan de nettowaarde van het aandeel van de eerst overleden echtgenoot in de verrekenmassa.
In de aangifte werd geen schuld van de verrekenvordering opgenomen.
Nadien werden er twee bijvoeglijke aangiftes ingediend, echter pas in de tweede bijvoeglijke aangifte werd de verrekenvordering vermeld en opgenomen. Het loutere feit dat in de aangifte melding werd gemaakt van de verrekenvordering die gelijk is aan de nettowaarde van het aandeel van de eerste overleden echtgenoot in de verrekenmassa doch in het passief van de nalatenschap geen melding werd gemaakt van de verrekenschuld heeft geenszins tot gevolg dat deze aangifte verkeerd of gebrekkig was én dat de ontvanger er zich kon van vergewissen op het zien alleen van die aangifte, ten overvloede dient te worden opgemerkt dat dit niet één van de in artikelen 134 tot 136 W. Succ. limitatief opgesomde omstandigheden is en aldus geen reden van teruggave is.
Aangezien er geen verrekenschuld werd aangegeven in de onherroepelijk geworden oorspronkelijke aangifte en aangezien er geen in de in artikel 134 tot 136 W. Succ. limitatief opgesomde omstandigheden zijn, kan de verrekenschuld niet meer in het passief van de nalatenschap worden opgenomen.