Onbetaalde boetes - Aanhaling voertuig - Geen termijn waarbinnen beslag moet worden opgestart
- Rolnummer
- 2018/KR/13
- Datum beslissing
- 5 april 2019
- Publicatiedatum
- 5 april 2019
- Rechtbank
- Hof van Beroep te Brussel
- Status
- Definitief
Heffing
- Jaarlijkse verkeersbelasting
Wettelijke basis
- art. 3.13.2.0.4. VCF
Samenvatting
Het Hof van Beroep te Brussel stelt dat artikel 3.13.2.0.4 VCF bepaalt dat wanneer het bevoegde personeelslid de niet-betaling van de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling, het eurovignet of de administratieve geldboetes op de openbare weg vaststelt 1) het voertuig kan worden aangehaald tot de verschuldigde sommen betaald zijn en 2) dat het aangehaalde voertuig niet mag worden vervreemd noch worden verplaatst zonder toestemming van het bevoegde personeelslid.
Die mogelijkheid bestaat en kan worden uitgeoefend onafhankelijk van het uitvoeren van inningsmaatregelen. De uitoefening van deze mogelijkheid vereist niet dat het Vlaams gewest is begonnen aan de invorderingsprocedure m.a.w. de aanhaling van het voertuig en/of boorddocumenten vormt geen misbruik van het retentierecht door het enkele feit dat het Vlaams gewest de procedure ten gronde niet heeft gestart.
Daarmee hervormt het Hof van Beroep het eerdere vonnis van de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel waarin werd geoordeeld dat de aanhaling voor onbepaalde duur van het enige voertuig van eiseres onvermijdelijk schade berokkent aan eiseres terwijl het Vlaams gewest over juridische middelen beschikt om de betaling van de boetes te kunnen afdwingen. De rechtbank besloot (volgens het Hof van Beroep) dus ten onrechte dat het passend is om in dit geval een einde te maken aan de aanhaling en dat deze beslissing geen enkel effect heeft op de mogelijkheid van het Vlaams gewest om een beslagprocedure in de juiste vorm op te starten en in die context het voertuig opnieuw te immobiliseren.