- Rolnummer
- 2016/AR/1083
- Datum beslissing
- 5 december 2017
- Publicatiedatum
- 5 december 2017
- Rechtbank
- Hof van Beroep te Gent
- Status
- Definitief
Heffing
- Jaarlijkse verkeersbelasting
Wettelijke basis
Artikel 3, §1en §2 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen
Samenvatting
Het Hof van Beroep te Gent diende zich uit te spreken over het feit of een administratieve geldboete die inzake verkeersbelasting (personenwagens) was opgelegd voldoende gemotiveerd was. Het betrof een situatie waarbij een Belgische inwoonster rondreed met een voertuig dat niet was ingeschreven maar geleend zou zijn van een kennis woonachtig te Frankrijk. De bestuurster bewijst niet dat ze zich bevond in één van de uitzonderingen op de inschrijvingsverplichting voorzien in artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.
Het Hof van Beroep verwijst in haar arrest dd. 05/12/2017 naar het proces-verbaal dat door de bestuurster ook was ondertekend om ertoe te besluiten dat zij zeer goed geïnformeerd was geworden omtrent de overtreding en het vaststellen van de boete daarop gebaseerd was. Het Hof stelt dat het aanslagbiljet verwijst naar het nummer van het proces-verbaal en ook uitdrukkelijk vermeld ‘aanslagbiljet voor een boete n.a.v. een op de openbare weg vastgestelde inbreuk inzake verkeersbelasting’. De toepasselijke wetgeving wordt vermeld wat betreft de inbreuk en de opgelegde boete en het aanslagbiljet verwijst ook naar het boetebesluit, hetgeen de bestuurster in staat stelt de omvang van de boete na te gaan.
De gegevens van zowel het proces-verbaal als het aanslagbiljet lieten de bestuurster dus toe met kennis van zaken te begrijpen welke boete is opgelegd voor welke overtreding.