Gedaan met laden. U bevindt zich op: Controle VLABEL - kilometerheffing Waalse Gewest - vrachtwagen geïmmobiliseerd - eenzijdig verzoekschrift in kort geding - ontbreken van absolute noodzaak Vlaamse Belastingdienst

Controle VLABEL - kilometerheffing Waalse Gewest - vrachtwagen geïmmobiliseerd - eenzijdig verzoekschrift in kort geding - ontbreken van absolute noodzaak

Rechtspraak
Rolnummer
2020/RG/526
Datum beslissing
22 april 2022
Publicatiedatum
12 oktober 2022
Rechtbank
Hof van Beroep te Luik
Status
Definitief

Heffing

  • Kilometerheffing

Wettelijke basis

  • Artikel 584, lid 4 Ger. Wb.

Samenvatting

Een vrachtwagen van de belastingplichtige werd geïmmobiliseerd na een controle uitgevoerd door controleurs van VLABEL.

De raadsman van de belastingplichtige schreef aan VLABEL dat hij een vraag om kwijtschelding van schulden had gevraagd aan het Waalse gewest betreffende de vijf opgelegde boetes en hij stelde voor om de boete van 1.000 euro van het Vlaams gewest te betalen. Hij vroeg tevens om de vrijgave van het voertuig na ontvangst van de betaling van 1.000 euro.

VLABEL liet de raadsman van de belastingplichtige weten dat het onmogelijk was om de vrachtwagen vrij te geven zonder instructies in deze zin te hebben ontvangen van het Waalse gewest.

De belastingplichtige, die ondanks de genomen maatregelen haar voertuig niet kon terugkrijgen, heeft vervolgens een eenzijdig verzoekschrift in kort geding ingediend bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Namen.

De voorzitter van de rechtbank heeft, uitspraak doend op een eenzijdig verzoek, het verzoek ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard om de vrachtwagen vrij te geven, binnen drie uur na de betekening van de beschikking, op straffe van een boete van 250 euro per uur vertraging.

Het Waalse gewest heeft bij dagvaarding een procedure aanhangig gemaakt tegen de belastingplichtige en het Vlaamse gewest.

De rechter verklaarde het verzet ontvankelijk en stelde dat het eenzijdige verzoek van de belastingplichtige niet-ontvankelijk was wegens gebrek aan absolute noodzaak.

De belastingplichtige heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld.

Artikel 584, lid 4 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in de mogelijkheid om een vordering bij eenzijdig verzoekschrift in te leiden bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in geval van absolute noodzaak.

Het Hof stelt dat het om een uitzondering gaat op de eerbiediging van de rechten van de verdediging, op de eerbiediging van procedures op tegenspraak.

Absolute noodzaak is een voorwaarde voor ontvankelijkheid van het eenzijdige verzoek.

Het moet worden aangetoond en gemotiveerd door de verzoeker en het moet ambtshalve worden geverifieerd door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.

Net als de hoogdringendheid wordt de absolute noodzaak soeverein beoordeeld door de voorzitter.

De eenzijdige procedure is in wezen in strijd met het algemene rechtsbeginsel van de eerbiediging van de rechten van de verdediging en moet bijgevolg strikt worden uitgelegd.

Deze absolute noodzaak ontbreekt in casu.

Het voertuig werd inderdaad in beslag genomen, 41 dagen vóór de indiening van het verzoek.

Hoewel het onmiskenbaar is dat de belastingplichtige niet inactief is gebleven, toont zij niet de staat van absolute noodzaak aan waarin zij zich bevond toen zij haar verzoek indiende.

Deze toestand kan niet worden afgeleid uit de houding, al dan niet gebrekkig, van het Waalse gewest.

Aangezien de belastingplichtige er niet in slaagt aan te tonen dat zij niet voldoende tijd heeft gehad om een ​​tegensprekelijk debat te organiseren en/of dat een tegensprekelijke kortgedingprocedure ondoeltreffend zou zijn geweest, werd haar eenzijdige vordering terecht niet-ontvankelijk verklaard door de eerste rechter.