Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bindende schatting (kwaliteitscharter) - hogere verkoopprijs kan tekortschatting niet staven Vlaamse Belastingdienst

Bindende schatting (kwaliteitscharter) - hogere verkoopprijs kan tekortschatting niet staven

Rechtspraak
Rolnummer
19/2039/A
Datum beslissing
9 november 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 3.3.1.0.9/1 VCF

Samenvatting

Naar aanleiding van het overlijden van erflater op 30 september 2017 dient de enige legataris op 13 december 2017 een aangifte van nalatenschap in.

In de aangifte van nalatenschap worden 4 onroerende goederen (telkens 2 huizen met aparte tuinen) aangegeven voor een totale waarde van 102.000 EUR. Er wordt een schattingsverslag aangehecht van een landmeter-expert.

Bij nazicht merkte Vlabel dat de onroerende goederen bij onderhandse akte op 21 juni 2017 en geregistreerd op 23 oktober 2017 werden verkocht voor 185.000 EUR. Het schattingsverslag, gevoegd bij de aangifte van nalatenschap maakt geen melding van de onderhandse verkoopovereenkomst van 21 juni 2017, en motiveerde dus niet waarom de geraamde waarde veel lager ligt dan de reële prijs in de onderhandse verkoopovereenkomst. Omwille van deze gebreken werd het schattingsverslag niet als kwaliteitsvol en bindend aanvaard en werd er een tekortschatting gevestigd.

Gezien de rechtbank vaststelde dat het schattingsverslag inderdaad geen melding maakt van de eigendomstoestand (met name dat het betreffende onroerend goed verkocht werd bij onderhandse verkoopovereenkomst van 21 juni 2017, hetzij voorafgaand aan de datum van overlijden op 30 september 2017) en er een grote discrepantie was tussen de waarde geschat door de schatter van belastingplichtige en Vlabel, stelde de rechtbank bij tussenvonnis van 4 januari 2021 een gerechtsdeskundige aan. Deze bepaalde middels zijn eindverslag van 31 mei 2021 de waarde van de betreffende onroerende goederen op 122.000 EUR.

In het verslag van de gerechtsdeskundige neemt de gerechtsdeskundige de verkoopwaarde van de onroerende goederen onder de loep maar stelt: het is wel een gegeven dat de onroerende goederen werden verkocht voor 185.000 euro, doch deze behaalde verkoopprijs van 185.000 euro kan op basis van de opgenomen verkopingen in de buurt en uit dezelfde periode niet worden weerhouden.