SP 21036 - Curator onbeheerde nalatenschap – opduiken erfgenaam – wijziging devolutie
- Nummer
- 21036
- Datum beslissing
- 7 juni 2021
- Publicatiedatum
- 22 juni 2021
Heffing
- Erfbelasting
Wettelijke basis
- art. 3.6.0.0.4. VCF
Standpunt
Het opduiken van een erfgenaam nà de aanstelling van een curator over de onbeheerde nalatenschap wordt op dezelfde wijze behandeld als na de inbezitstelling door de Staat van een erfloze nalatenschap. Het opduiken van een erfgenaam in een tot dan toe onbeheerde nalatenschap waarvoor door de rechtbank een curator werd aangesteld wordt beschouwd als een verandering van devolutie.
De opgedoken erfgenaam moet een nieuwe aangifte van nalatenschap indienen (art. 3.3.1.0.6, eerste lid, 3° VCF)
De aangiftetermijn bedraagt 4, 5 of 6 maand vanaf de datum van de nieuwe gebeurtenis (art. 3.3.1.0.6, eerste lid, 3° en. vierde lid), namelijk het gekend zijn van de hoedanigheid van erfgenaam. Het voorleggen van akte/attest van erfopvolging volstaat voor Vlabel om de hoedanigheid van erfgenaam te aanvaarden; de datum van deze akte/dit attest geldt als startdatum van de aangiftetermijn.
De curator beschikt over een termijn van 5 jaar vanaf het dag van de nieuwe gebeurtenis om teruggave te vragen in toepassing van art. 3.6.0.0.4, eerste lid, 2° VCF.