WB 72 - BVR 3 februari 2023
3 februari 2023 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020 – 2022, en de toekenning van ecocheques en sport- en cultuurcheques en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;
- het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, artikel 21, eerste lid;
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23t;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 2 december 2022;
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 414.1304 gesloten op 16 december 2022;
- Er is op 23 december 2022 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, §4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.
Initiatiefnemer
Dit besluit is gezamenlijk voorgesteld door de leden van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Hoofdstuk 1. Wijziging besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006
Artikel 1. Aan deel VII, titel 4, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2022, worden een hoofdstuk 18, dat bestaat uit artikel VII 109duodecies en VII 109terdecies, en een hoofdstuk 19, dat bestaat uit artikel VII 109quaterdecies en VII 109quinquiesdecies, toegevoegd, die luiden als volgt:
“Hoofdstuk 18. Ecocheques
Art. VII 109duodecies. Elk personeelslid dat in dienst is op 30 november 2022, ontvangt voor het kalenderjaar 2022 ecocheques ter waarde van 250 euro. Elk personeelslid dat in dienst is op 31 december 2022, ontvangt voor het kalenderjaar 2023 ecocheques ter waarde van 250 euro.
In afwijking van het eerste lid krijgen de volgende personeelsleden geen ecocheques:
1° het personeelslid met een arbeidsovereenkomst voor studenten;
2° het personeelslid dat niet onder de Belgische sociale zekerheid ressorteert;
3° het personeelslid van Sport Vlaanderen met een arbeidsovereenkomst voor occasioneel personeel;
4° de occasionele lesgever van de VDAB, vermeld in artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding.
Art. VII 109terdecies. In afwijking van artikel VII 109duodecies, eerste lid, is er voor de kalenderjaren, vermeld in artikel VII 109duodecies, eerste lid, geen recht op ecocheques,
als het personeelslid op 30 november 2022, respectievelijk 31 december 2022, een van de volgende verlofvormen opneemt:
1° onbetaald verlof, als vermeld in artikel X 62, §1, eerste lid, 2° en 3° gedurende een jaar;
2° gestandaardiseerd gunstverlof gedurende een jaar of meer, zoals vermeld in artikel X81bis.
Hoofdstuk 19. Sport- en cultuurcheques
Art. VII 109quaterdecies.
Elk personeelslid dat in dienst is op 31 december 2022, ontvangt voor het kalenderjaar 2023 sport- en cultuurcheques ter waarde van 30 euro.
In afwijking van het eerste lid krijgen de volgende personeelsleden geen sport- en cultuurcheques:
1° het personeelslid met een arbeidsovereenkomst voor studenten;
2° het personeelslid dat niet onder de Belgische sociale zekerheid ressorteert;
3° het personeelslid van Sport Vlaanderen met een arbeidsovereenkomst voor occasioneel personeel (AOP);
4° de occasionele lesgever van de VDAB, vermeld in artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding.
Art. VII 109quinquiesdecies.
In afwijking van artikel VII 109quaterdecies, eerste lid, heeft het personeelslid geen recht op sport- en cultuurcheques, als het personeelslid op 31 december 2022, een van de volgende verlofvormen opneemt:
1° onbetaald verlof, als vermeld in artikel X 62, §1, eerste lid, 2° en 3° gedurende één jaar;
2° gestandaardiseerd gunstverlof gedurende een jaar of meer, als vermeld in artikel X81bis.”.
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 2. Wijziging besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 3. In artikel 21, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 april 2011, 22 mei 2015 en 15 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen het woord “maaltijdcheques,” en het woord “vakantiegeld” wordt het woord “ecocheques,” ingevoegd;
2° volgende zinnen worden toegevoegd: “In uitzondering op het voorgaande, worden aan de personeelsleden vermeld in artikel 20 de maaltijdcheques en de ecocheques alleen toegekend wanneer deze niet worden toegekend bij de instelling van herkomst. Voor de gedetacheerde personeelsleden van andere ministeries, openbare diensten of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen, die geen maaltijdcheques of ecocheques toegekend krijgen bij de instelling van herkomst, kan de minister binnen de perken van
de daartoe toegekende budgettaire middelen maaltijdcheques of ecocheques toekennen.”.
Art. 4. De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 3. Slotbepaling
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 november 2022.
Brussel,
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Jan JAMBON
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Hilde CREVITS
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen
Bart SOMERS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand
Ben WEYTS
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme
Zuhal DEMIR
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed
Matthias DIEPENDAELE
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken
Lydia PEETERS
De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding
Benjamin DALLE
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw
Jo BROUNS