WB 65 - BVR 17 september 2021
17 september 2021 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de internetvergoeding bij hybride werken.
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs,
artikel 67, §2;
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven
op 28 juni 2021.
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 401 1277 gesloten op 16 juli 2021.
- Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen verlengd met 15 dagen, die op 26 juli bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur,
Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. In deel VII, titel 4, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt het opschrift van hoofdstuk 11 vervangen door wat volgt:
“Hoofdstuk 11. Hybride werken”.
Art. 2. In artikel VII 109, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden “plaats- en tijdsonafhankelijk” vervangen door het woord “hybride”;
2° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden “kan een van de volgende
beslissingen nemen” vervangen door de woorden “neemt in geval van professioneel gebruik van de eigen internetverbinding een van de volgende beslissingen”;
3° in paragraaf 2 worden de woorden “plaats- en tijdsonafhankelijk” telkens vervangen door het woord “hybride”;
4° in paragraaf 2 worden de woorden “plaats- of tijdsonafhankelijk” vervangen door het woord “hybride”;
5° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:
Ҥ3. Alleen het personeelslid dat structureel en op regelmatige basis aan thuiswerk doet, krijgt de vergoedingen en de terugbetalingen, vermeld in dit artikel.
In het eerste lid wordt verstaan onder structureel en op regelmatige basis thuiswerken: het equivalent van één werkdag per week, te beoordelen op maandbasis.
In het kader van hybride werken heeft het personeelslid geen recht op andere vergoedingen of op de terugbetaling van andere kosten dan de vergoedingen of de terugbetaling, vermeld in dit artikel.”.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op
de goedkeuring.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, (datum).
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Jan JAMBON
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen,
Bart SOMERS