WB 5 - BVR 19 juli 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, wat betreft de interfederale mobiliteit
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1 en § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 67, § 2;
Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 2, 3 en 5;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, inzonderheid op artikel 12, derde lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 september 2006 en 16 maart 2007;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juni 2007;
Gelet op protocol nr. 250.807 van 16 juli 2007 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op advies nummer 43.324/3 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1. Aan artikel I 5, § 1, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"3° via interfederale mobiliteit, eventueel in combinatie met horizontale mobiliteit."
Art. 2. In deel VI, titel 4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een nieuw hoofdstuk 3, bestaande uit artikel VI interfederale mobiliteit bis tot en met VI interfederale mobiliteit undecies ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 2bis. Interfederale mobiliteit
Art. VI 30bis. Dit hoofdstuk bepaalt de nadere regels volgens dewelke een ambtenaar van een externe overheid mobiliteit naar de diensten van de Vlaamse overheid kan bekomen.
Het is niet van toepassing op de functies van N-niveau, van algemeen directeur en van N-1 niveau.
Ambtenaren komen tijdens hun stageperiode niet in aanmerking voor interfederale mobiliteit.
Art. VI 30ter. § 1. Onder interfederale mobiliteit wordt verstaan: de benoeming van een statutair ambtenaar van een externe overheid in een vacante betrekking bij een entiteit, raad of instelling door de benoemende overheid, nadat de ambtenaar zich daarvoor kandidaat had gesteld.
§ 2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt begrepen onder "externe overheid":
1° | een federale overheidsdienst, een programmatorische federale overheidsdienst, alsook de diensten die ervan afhangen, het ministerie van landsverdediging of één van de rechtspersonen, bepaald in artikel 1, 3° van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken; |
2° | de diensten van de Gemeenschappen en Gewesten, van de Colleges van de Gemeenschapscommissies en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen. |
Art. VI 30quater. Om interfederale mobiliteit te bekomen moet de ambtenaar van de externe overheid:
1° | zich in de administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering bij de externe overheid kan doen gelden; |
2° | de voorwaarden vervullen zoals bepaald in artikel III 1 , III 2, 1° en III 3, § 1, a; |
3° | aangeworven zijn ingevolge een vergelijkende selectie via een objectief selectiesysteem en dat door de Vlaamse minister bevoegd voor Bestuurszaken aldus erkend werd. De vergelijkende selecties uitgevoerd door Selor - Selectiebureau van de federale overheid worden van rechtswege aldus erkend. |
4° | een graad, rang, functie of vakklasse bekleden die door de Vlaamse minister bevoegd voor Bestuurszaken, als gelijkwaardig wordt erkend met de graad of rang waartoe de vacante betrekking behoort; |
5° | beantwoorden aan de vereisten gesteld door de wetten inzake het taalgebruik in bestuurszaken; |
6° | beantwoorden aan de specifieke voorwaarden die overeenkomstig dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante betrekking uit te oefenen; |
7° | beantwoorden aan het functieprofiel van de betrekking. |
Art. VI 30quinquies. De ambtenaar dient zijn aanvraag tot interfederale mobiliteit in naar aanleiding van een aanbieding voor interfederale mobiliteit die Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger heeft bekendgemaakt.
Er wordt hem ontvangst gemeld van zijn aanvraag.
Art. VI 30sexies. Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger bezorgt de entiteit, raad of instelling waar de te begeven betrekking vacant is de kandidaturen die overeenstemmen met het profiel dat deze heeft opgesteld.
Art. VI 30septies. De selector sluit, in overleg met de lijnmanager de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden in de vacature uit van deelname aan de functiespecifieke selectie.
De kandidaten worden in kennis gesteld van de motivering van de eventuele uitsluiting.
Art. VI 30octies. § 1. De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar de betrekking vacant is, kiest de meest geschikte ambtenaar voor een bepaalde functie.
De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met:
1) de kandidaatstelling;
2) de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3) de beoordeling van de eventuele selectietest(s).
§ 2. De lijnmanager kiest uitzonderlijk niet, wanneer hij meent dat geen van de door de selector geschikt bevonden kandidaten voldoet aan de profielvereisten.
Art. VI 30novies. § 1. De entiteit, raad of instelling die interfederale mobiliteit toekent, brengt de kandidaat, Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger en de externe overheid waartoe de ambtenaar behoort daarvan op de hoogte.
§ 2. De kandidaat beschikt over een maximale termijn van vier maanden, vanaf de kennisgeving aan de kandidaat over de toekenning van deze interfederale mobiliteit, om zijn ambt overeenkomstig de statutaire bepalingen van de externe overheid waar hij benoemd is, op te nemen.
Art. VI 30decies. § 1. In afwijking van artikel III 2, 2° en III 11 leidt interfederale mobiliteit van rechtswege tot de benoeming van de ambtenaar in de graad, waartoe de vacante betrekking waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld, behoort.
§ 2. De ambtenaar krijgt de salarisschaal verbonden aan de graad of rang waartoe de vacante betrekking behoort.
Indien deze salarisschaal niet overeenstemt met deze die de ambtenaar in de externe overheid van oorsprong genoot in zijn oorspronkelijke graad, functie, rang of vakklasse, wordt de ambtenaar, op voorstel van de functioneel bevoegde minister en met akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Bestuurszaken, ingeschaald in een salarisschaal opgenomen in bijlage 5 van dit besluit, op de trap van de schaal die overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit. Daarbij mag het salaris waarop de ambtenaar ingeschaald wordt, niet lager zijn dan het salaris die hij genoot in de externe overheid van oorsprong, noch mag het maximum van de nieuwe salarisschaal lager mag zijn dan dit in zijn salarisschaal in de externe overheid van oorsprong.
§ 3. De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar kan met akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Bestuurszaken gemachtigd worden zijn functietitel van oorsprong verder te dragen."
Art. 3. De Vlaamse minister van Bestuurzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Kris PEETERS
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid,
Media en Toerisme,
Geert BOURGEOIS