WB 35 - BVR 22 september 2017
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;
Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 februari 2017;
Gelet op protocol nr. 362.1166 van 16 juni 2017 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op adviesnummer 61.947/1/V van de Raad van State, gegeven op 31 augustus 2017, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1. Aan artikel VII 6 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° Aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“In geval van combinatie van verlof voor deeltijdse prestaties en andere onbezoldigde afwezigheden, geldt in afwijking van het eerste lid, voor de personeelsleden met de graad van loods, operationele functie:
VW = het normaal aantal beschikbaarheidsdagen op jaarbasis volgens zijn prestatieregime gedeeld door 12, verminderd met het aantal dagen onbetaalde afwezigheden;
PW = het normaal aantal beschikbaarheidsdagen op jaarbasis volgens zijn prestatieregime gedeeld door 12."
2° een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§5. In afwijking van paragraaf 1 ontvangen de personeelsleden met de graad van loods, functie operationele loods, het volledige salaris als zij ten vroegste vanaf de leeftijd van 58 jaar tot aan hun pensionering zijn ingeschakeld in de voor hen specifiek uitgewerkte dienst- en beurtregeling van “vijf dagen op – zes dagen af”."
Art. 2. In artikel VII 12, §1, van het hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 1° worden volgende bepalingen geschrapt:
- Loods |
|
op proef : salaris à 80% van de salarisschaal verbonden aan de functie zoals hieronder is bepaald |
|
algemene functie | A141 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A141 | A142 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A142 | A143 |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A143 | A144 |
functies chefloods, kapitein van de loodsboot
| A144 |
Maritiem verkeersleider | B231 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231 | B232 |
Hoofdscheepstechnicus | C241 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C241 | C242 |
Radarwaarnemer | C131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 | C132 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 | C133 |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133 | C134 |
Scheepstechnicus | C141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141 | C142 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142 | C143 |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143 | C144 |
Hoofdschipper en Hoofdmotorist | D241 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D241 | D242 |
Schipper en motorist | D141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D141 | D142 |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D142 | D143 |
2° punt 3°, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
3° specifieke graden bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
- Loods |
|
op proef : salaris à 80% van de salarisschaal verbonden aan de functie zoals hieronder is bepaald |
|
algemene functie | A141 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A141 | A142 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A142 | A143T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A143T | A144T |
functies chef-loods, kapitein van de loodsboot of stuurman van de loodsboot | A144T |
Maritiem verkeersleider | B231 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231 | B232T |
Senior / Leidinggevend hoofdmedewerker (functie regioverkeersleider) | C311T |
Hoofdscheepstechnicus | C241T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C241T | C242T |
Hoofdmedewerker (functie teamplanner loodsdienstcoördinator) | C211T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C211T | C212T |
Radarwaarnemer | C131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 | C132 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 | C133T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133T | C134T |
Scheepstechnicus | C141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141 | C142 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142 | C143T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143T | C144T |
Medewerker (functie loodsdienst-rededienstcoördinator) | C111 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C111 | C112 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C112 | C113T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C113T | C114T |
Senior/leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdmotorist/hoofdschipper) | D311T |
Hoofdschipper en hoofdmotorist | D241T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D241T | D242T |
Speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept) | D231T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D231T | D232T |
Schipper en motorist | D141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D141 | D142T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D142T | D143T |
Speciaal assistent (functie matroos/stoker/kok ingescheept) | D131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D131 | D132T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D132T | D133T |
Voor de opbouw van de functionele loopbaan behoudt het personeelslid de schaalanciënniteit opgebouwd vóór de invoering van bovenvermelde overeenkomstige T-schaal."
Art. 3. Aan artikel VII 33 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, kan voor de DAB Vloot een forfaitaire regeling bepalen.”
Art. 4. In artikel VII 60 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, 1 februari 2013 en 14 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° In paragraaf 1 wordt de tabel vervangen door wat volgt:
loodstoelage in euro | groep 1 | groep 2 | groep 3 | groep 4 |
na 6 jaar | na 9 jaar | na 14 jaar | ||
rivierloodsen | 142,13 | 169,52 | 207,75 | 247,16 |
kanaalloodsen | 141,98 | 169,36 | 207,59 | 247,00 |
Scheldemondenloodsen | 55,51 | 78,84 | 95,13 | 142,61 |
kustloodsen | 91,10 | 123,04 | 171,24 | 206,96 |
2° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“De loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, ontvangt de in het eerste lid vermelde loodstoelage volgens de toelageregeling van het korps waarbij hij prestaties levert.
De maandelijkse bruto loodstoelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in één van de in artikel VII 12, §1, 3° vermelde T-schalen, verminderd met een twaalfde van 7.460 euro (100%).
Als het bedrag van de maandelijkse bruto loodstoelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.”
3° in paragraaf 2 wordt in het vierde lid volgende wijziging aangebracht:
in 3° wordt het woord “beloodsing” vervangen door het woord “loodsprestaties” en wordt de zin “De dienstleiding kan die oproep maar richten naar de loods met de operationele functie de dag vóór hij aan de beurt komt” geschrapt;
4° aan paragraaf 5 worden de woorden, “en de administratieve opdracht werkoproepen” toegevoegd;
5° Paragraaf 7, wordt opnieuw opgenomen in volgende lezing:
"§ 7. In afwijking van §2 kunnen de kanaalloodsen op vrijwillige basis en per periode van één kalenderjaar opteren voor 100% individuele betoelaging. Zij putten dus niet uit het groepsfonds.
Het groepsfonds kanaalloodsen wordt maandelijks verdeeld onder de loodsen die onder de in de paragraaf 2 vermelde 50%/50%-regeling vallen, alsook onder de individueel varende loodsen wat betreft hun tijdens de periode van betoelaging via het groepsfonds opgespaarde verlofdagen overeenkomstig artikel X 9, vijfde lid.
In afwijking van het eerste lid, kan tijdens het opstartjaar de keuze voor individuele betoelaging gemaakt worden voor de resterende periode van het kalenderjaar."
6° Er wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt: “§8. De operationele loodsen bezoldigd in loodstoelagegroep 4, ontvangen gedurende de vier jaar die volgen op de volledige invoering van een aangepaste technische loopbaan – optimalisatietraject, schaalvergroting - , een jaarlijkse compenserende toelage, als blijkt dat de jaarlijkse verhouding van dat jaar, onder de laagste verhouding ligt tijdens de referteperiode.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1°. jaarlijkse verhouding: de jaarlijkse verhouding is het gemiddelde van de maandelijkse verhoudingen tussen het aantal geleverde prestaties in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van de totale prestaties van het korps en het aantal loodsen in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van het totale aantal loodsen van het korps;
2° referteperiode: de periode van vier jaar die voorafgaat aan de aangepaste technische loopbaan, vermeld in het eerste lid.
Alleen een jaarlijkse verhouding die onder de laagste verhouding ligt, wordt als
significant beschouwd en leidt tot een compenserende toelage.
Het totaal bedrag van de toe te kennen compensaties wordt per loodsenkorps bepaald.
Per korps wordt het aantal loodsprestaties dat de loodsen in loodstoelagegroep 4 minder hebben gepresteerd, vermenigvuldigd met het bedrag van de loodstoelage 4 van dat korps, vermeld in paragraaf 1.
Het aantal prestaties dat de loodsen in loodstoelagegroep 4 minder hebben gepresteerd, wordt verkregen door het verschil tussen het aantal prestaties dat ze werkelijk hebben verricht en het aantal prestaties dat ze hadden moeten verrichten op jaarbasis.
Het aantal prestaties dat ze hadden moeten verrichten wordt verkregen door het aantal loodsen in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van het aantal loodsen van het korps te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de jaarlijkse verhoudingen van de referteperiode.
Het bedrag verkregen conform het tweede lid, wordt gedeeld door het aantal beschikbaarheidsdagen van de groep loodstoelage 4 binnen dat korps in dat jaar.
De operationele loods die loodsprestaties leverde in loodstoelagegroep 4, verkrijgt een jaarlijkse compenserende toelage die gelijk is aan het bedrag vermeld in het derde lid, vermenigvuldigd met zijn beschikbaarheidsdagen in loodstoelagegroep 4 in dat jaar.”
Art. 5. Aan artikel VII 63 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“De maandelijkse bruto-toelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in één van de in artikel VII 12, §1, 3° vermelde T-schalen, verminderd met een twaalfde van 7.460 euro (100%).
Als het bedrag van de maandelijkse bruto-toelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.”
Art. 6. Aan artikel VII 70bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
“De maandelijks bruto-toelage vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in één van de in artikel VII 12, §1, 3° vermelde T-schalen, verminderd met een twaalfde van 1.690 euro (100%) of een twaalfde van 940 euro (100%) voor de functies kok, matroos of stoker op jaarbasis.
Als het bedrag van de maandelijkse bruto toelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.”
Art. 7. Aan artikel VII 70ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§6. De maandelijks brutotoelage vermeld in paragraaf 1,2 en 3 wordt voor de personeelsleden bezoldigd in één van de in artikel VII 12, §1, 3° vermelde T-schalen, verminderd met een twaalfde van 1.690 euro (100%)."
Als het bedrag van de maandelijkse bruto toelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, gebeurt wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.”
Art. 8. Aan artikel VII 88, §1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2012, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“De loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, ontvangt de in het eerste lid vermelde vergoeding pro rata het aantal kalenderdagen dat hij in het desbetreffende loodsenkorps ingepland was.”
Art. 9. Aan artikel VII 89 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Voor de loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, wordt de in het eerste lid vermelde vermindering toegepast op de vergoeding van het korps waarbij hij zowel voor de beurt als de rustperiode ingepland was.”
Art. 10. Bijlage 5 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016, wordt vervangen door bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2017, met uitzondering van:
1° artikel 1, 1° dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2016;
2° artikel 4, 1° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2016;
3° artikel 4, 4° dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2016;
4° artikel 4, 6° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2012.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 september 2017
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Geert BOURGEOIS
De Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding,
Liesbeth HOMANS