WB 31 - BVR 4 maart 2016
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de fusie van het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie tot het Agentschap Innoveren en Ondernemen
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;
Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 oktober 2015;
Gelet op protocol nr. 349.1132 van 15 januari 2016 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op advies 58.859/1 van de Raad van State, gegeven op 24 februari 2016, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1. In het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015, worden een artikel V 56bis tot en met V 56 quater ingevoegd, die luiden als volgt:
“Art. V 56bis. Voor de personeelsleden die op 31 december 2015 bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie als directielid waren aangewezen, en na 1 januari 2016 worden aangesteld in de graad van afdelingshoofd, wordt de periode als directielid aangerekend op de schaalanciënniteit.
Art. V 56ter. De lijnmanager van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de personeelsleden, die bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie aangesteld waren als directielid en overgedragen werden naar het Agentschap Innoveren en Ondernemen, tijdelijk belasten met de leiding van een afdeling tot aan de aanstelling van de afdelingshoofden bij dit agentschap.
De in het eerste lid bedoelde personeelsleden genieten een toelage die gelijk is aan het verschil tussen het salaris dat het betrokken personeelslid zou ontvangen in de salarisschaal A286 en het salaris in de salarisschaal die verbonden is aan zijn graad. Het betrokken personeelslid behoudt deze toelage tot aan de aanstelling van de afdelingshoofden bij dit agentschap.
Wat de toekenning en berekening van de toelage betreft, is de regeling die vermeld is in deel VII van toepassing.
Art. V 56 quater. De positieve resultaten van de procedure voor directielid bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie worden gelijkgesteld met de positieve resultaten van de beoordeling van de generieke competenties voor een management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau, als uit de rapporten voor de selectie van directielid blijkt dat er getest werd op dezelfde competenties als opgenomen in het generiek competentieprofiel voor N-1 functies.”
Art. 2. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015, wordt een artikel VI 159 toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Art. VI 159. De personeelsleden met de graad van IWT-adviseur behouden bij hun overdracht aan een andere entiteit de volgende functionele loopbaan:
In rang A2 – IWT-adviseur:
- van de eerste naar de tweede salarisschaal na drie jaar van A201 naar A202
- van de tweede naar de derde salarisschaal na zes jaar van A202 naar A221
- van de derde naar de vierde salarisschaal na drie jaar van A221 naar A282”.
Art. 3. Aan artikel VII 12, §1, 5° van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, worden volgende bepalingen toegevoegd:
"- IWT-adviseur die op 1 januari 2016 werd overgeheveld naar een andere entiteit: A201
- na drie jaar schaalanciënniteit in A201 A202
- na zes jaar schaalanciënniteit in A202 A221
- na drie jaar schaalanciënniteit in A221 A282
contractueel IWT-adviseur (opstartformatie) A214”.
Art. 4. Aan deel VII, titel 5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015, wordt een hoofdstuk 3, dat bestaat uit artikel VII 195, toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 3. Overgangsbepalingen voor bepaalde personeelsleden die vanaf 1 januari 2016 in het kader van de fusie van het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) worden overgedragen aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen"
"Art. VII 195. De contractuele personeelsleden van de opstartformatie van het IWT, behouden na hun overheveling naar het Agentschap Innoveren en Ondernemen:
1° het recht op een begrafenisvergoeding conform de voorwaarden vermeld in artikel VII 92 tot en met VII 94 van dit besluit;
2° het recht op loon in geval van arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte gedurende een periode die gelijk is aan de periode dat het ziekteverlof van een ambtenaar met dienstactiviteit wordt gelijkgesteld en na aftrek van de uitkeringen verkregen van de wettelijke ziekteverzekering;
3° de aanvullende pensioenregeling vermeld in artikel 26, §1 van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994”.
Art. 5. In bijlage 3 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015, wordt in punt I, uitdovende graden, tussen de rang A2 en rang A1 de volgende bepaling toegevoegd:
"rang A2: IWT-adviseur (uitdovend)".
Art 6. In bijlage 5, deel 2, bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015, wordt aan de bepaling "A122/A172/A181" de indicie "A201" toegevoegd, en wordt aan de bepaling "A123" de indicie "A202" toegevoegd.
Art 7. Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie wordt opgeheven.
Art 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 maart 2016
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Geert BOURGEOIS
De Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding,
Liesbeth HOMANS