WB 24 - BVR 14 maart 2014
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de aanpassing van de rechtsbescherming van de klokkenluiders
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst, artikel 17bis, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en vervangen bij het decreet van 9 november 2012;
Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, artikel 12, derde lid;
Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 november 2013;
Gelet op protocol nr. 332.1073 van 24 januari 2014 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op advies 55.223/3 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2014, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1. Aan artikel I 5 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006,
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 23 mei 2008, 29 mei 2009, 4 december 2009, 29 april 2011, 1 juli 2011 en 21 februari 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 8 wordt de zinsnede “om functionele redenen als het personeels-lid niet in aanmerking komt voor de herplaatsingsprocedure” vervangen door wat volgt:
"in een van de volgende gevallen:
1° om functionele redenen als het personeelslid niet in aanmerking komt voor de herplaatsingsprocedure;
2° op voorstel van de Vlaamse ombudsman in het kader van de bescherming van de klokkenluider."
2° er wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt:
"§9. In afwijking van paragraaf 1 en 2, kan een vacature binnen een entiteit, raad of instelling, vervuld worden door de overplaatsing, los van de procedure van de vacantverklaring, van een van de volgende personeelsleden vanuit een publiekrechtelijke rechtspersoon van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, die niet valt onder het toepassingsgebied van het VPS:
1° een ambtenaar die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleedt als de graad waartoe de vacante betrekking behoort, na het akkoord van de ambtenaar, in het kader van de bescherming van de klokkenluider op voorstel van de Vlaamse ombudsman;
2° een contractueel personeelslid met dezelfde of een gelijkwaardige contractuele betrekking en salarisschaal of geldelijke loopbaan als de vacante contractuele betrekking, na het akkoord van het contractuele personeelslid in het kader van de bescherming van de klokkenluider op voorstel van de Vlaamse ombudsman.
De ambtenaar, die wordt overgeplaatst met toepassing van het eerste lid, wordt benoemd in de graad waartoe de vacante betrekking behoort en wordt ingeschaald in de daaraan verbonden salarisschaal op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad.
Het contractuele personeelslid dat wordt overgeplaatst met toepassing van het eerste lid, krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of de geldelijke loopbaan die verbonden is aan de nieuwe betrekking. In geval van een geldelijke loopbaan wordt hij ingeschaald op de overeenkomstige trap.".
Art. 2. In artikel II 2, §2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt tussen het woord “rechtstreeks” en de woorden “Audit Vlaanderen” de zinsnede “Spreekbuis, het meldpunt voor welzijn en integriteit op het werk van de Vlaamse overheid of” ingevoegd.
Art. 3. In artikel II 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
“Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, kan aan de Vlaamse ombudsman vragen om onder zijn bescherming te worden geplaatst, ofwel op het ogenblik van de melding, ofwel in de loop van het onderzoek door de Vlaamse Ombudsman.
Als de Vlaamse ombudsman de bescherming verleent, deelt hij dat mee aan het personeelslid.”;
2° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
“Zodra de Vlaamse ombudsman het moment opportuun acht, deelt hij de begindatum van de beschermingsperiode mee aan het personeelslid en aan de lijnmanager. De Vlaamse ombudsman deelt ook de einddatum van de beschermingsperiode mee aan het personeelslid en aan de lijnmanager.”.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 maart 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Kris PEETERS
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering,
Toerisme en Vlaamse Rand,
Geert BOURGEOIS