WB 11 - BVR 22 januari 2010
22 januari 2010 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de aanwijzing in de mandaatfuncties van N-niveau en van algemeen directeur
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;
Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, artikel 5;
Gelet op het Vlaamse personeelsstatuut van 13 januari 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 oktober 2009;
Gelet op protocol nr. 279.924 van 16 december 2009 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op advies 47.555/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2009, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;
Na beraadslaging,
BESLUIT:
Artikel 1. In artikel I 2, 19°, eerste gedachtestreep, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "aan de lijnmanager" opgeheven.
Art. 2. Aan artikel V 7, §1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 29 mei 2009, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Jobpunt Vlaanderen treedt op als selector in het kader van het samenwerkingsprotocol tussen de Vlaamse Regering en Selor betreffende de bemiddeling van Selor voor de statutaire selecties in een Vlaams ministerie. ".
Art. 3. In artikel V 9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
"§1. Als de geselecteerde kandidaat voor de functie van N-niveau of voor de functie van algemeen directeur extern aangeworven wordt, heeft hij de keuze tussen één van de twee volgende mogelijkheden:
1° een benoeming bij de diensten van de Vlaamse overheid en vervolgens een aanwijzing in de mandaatfunctie van N-niveau of van algemeen directeur;
2° een indienstneming met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.";
2° er worden een paragraaf 1bis en een paragraaf 1ter ingevoegd, die luiden als volgt:
"§1bis. Als hij opteert voor een benoeming bij de diensten van de Vlaamse overheid als vermeld in paragraaf 1, 1°, laat de indienstnemende overheid hem ofwel toe tot een proeftijd in de graad van directeur-generaal en wijst ze hem aan in de mandaatfunctie van N-niveau, ofwel tot een proeftijd in de graad van adjunct-directeur-generaal en wijst ze hem aan in de mandaatfunctie van algemeen directeur. Nadat hij met goed gevolg de proeftijd doorlopen heeft, wordt hij benoemd bij de diensten van de Vlaamse overheid.
De opdrachtgever bepaalt de nadere regelen en evalueert de proeftijd. De proeftijd bedraagt minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden.
De betrokkene oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregeling, die vastgesteld wordt in overeenstemming met de opdrachtgever.
§1ter. Als hij opteert voor een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur als vermeld in paragraaf 1, 2°, neemt de indienstnemende overheid, op voorstel van de opdrachtgever, de geselecteerde kandidaat voor de mandaatfunctie van N-niveau of voor de mandaatfunctie van algemeen directeur in dienst met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
De arbeidsovereenkomst stelt de arbeidsvoorwaarden vast in overleg tussen de voor de mandaatfunctie geselecteerde kandidaat en de opdrachtgever, op basis van een modelcontract, vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, dat tevens rekening houdt met de bepalingen van dit besluit. De proeftijd bedraagt minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden.
De betrokkene oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregeling, die vastgesteld wordt in overeenstemming met de opdrachtgever.";
3° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"§2. Als de geselecteerde kandidaat voor de mandaatfunctie van N-niveau of voor de mandaatfunctie van algemeen directeur al ambtenaar is bij de diensten van de Vlaamse overheid, benoemt de indienstnemende overheid hem ofwel in de graad van directeur-generaal en wijst ze hem aan in de mandaatfunctie van N-niveau, ofwel in de graad van adjunct-directeur-generaal en wijst ze hem aan in de mandaatfunctie van algemeen directeur.";
4° in paragraaf 2 wordt het derde lid opgeheven.
Art. 4. In artikel V11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 29 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt punt 4° opgeheven;
2° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "vermeld in artikel V 9, §2," vervangen door de woorden "vermeld in artikel V9, §1bis, en artikel V9, §2,";
3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "vermeld in artikel V 9, §2," vervangen door de woorden "vermeld in artikel V9, §1bis, en artikel V9, §2,".
Art. 5. In artikel V 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel V 9, §1" vervangen door de woorden "artikel V9, §1ter,".
Art. 6. Artikel V17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. V 17. De bij eenzijdige administratieve rechtshandeling aangestelde titularis, vermeld in artikel V 9, § 1bis, en artikel V 9, § 2, van wie het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangesteld in een volgend of in een ander mandaat:
1° wordt uiterlijk binnen één jaar na de schriftelijke kennisgeving van de beëindiging van het mandaat herplaatst in de interne arbeidsmarkt in een passende functie van de terugvalgraad;
2° geniet de mandaattoelage, vermeld in artikel V12, § 2, 4, als hij de mandaatfunctie verder uitoefent in afwachting van de aanstelling van een nieuwe titularis.".
Art. 7. In artikel V51, §1, 2), van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007, worden de woorden "artikel V 9, §1," vervangen door de woorden "artikel V9, §1ter,".
Art. 8. Aan deel V, titel V, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 en 29 mei 2009, worden een artikel V 51bis tot en met V 51ter toegevoegd, die luiden als volgt:
"Art. V51bis. De personeelsleden die titularis zijn van een mandaatfunctie van N-niveau of van een mandaatfunctie van algemeen directeur, aan wie een verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet was toegestaan voor de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de aanwijzing in de mandaatfuncties van N-niveau en van algemeen directeur, mogen dat verlof voortzetten overeenkomstig de reglementering die van toepassing was bij de toekenning, tot op het moment dat hun mandaatfunctie eindigt, met toepassing van artikel V14.
Art. V51ter. De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een mandaatfunctie van N-niveau of van een mandaatfunctie van algemeen directeur en die voor hun aanwijzing in die mandaatfunctie geen titularis waren van een graad van rang A4 of rang A3, worden benoemd in de graad van directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal.".
Art. 9. In artikel VII 12, §1, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en 29 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° onder de salarisbepaling van "Projectleider N-niveau mandaat)" wordt de volgende bepaling ingevoegd:"Directeur-generaal (terugvalgraad) A311";
2° onder de salarisbepaling van "Algemeen directeur (mandaat)" wordt de volgende bepaling ingevoegd:"Adjunct-directeur-generaal (terugvalgraad) A288";
3° aan het woord "Hoofdadviseur" wordt de vermelding "(terugvalgraad)" toegevoegd.
Art. 10. In bijlage 3 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, worden onder punt I de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in rang A3 worden na de woorden "projectleider N-niveau" de woorden "directeur-generaal (terugvalgraad)" ingevoegd;
2° in rang A2L worden na de woorden "algemeen directeur" de woorden "adjunct-directeur-generaal (terugvalgraad)" ingevoegd;
3° in rang A2M wordt na het woord "hoofdadviseur" het woord "(terugvalgraad)" toegevoegd.
Art. 11. In bijlage 4 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de woorden "A3 hoofd secretariaatspersoneel strategische adviesraad" en de woorden "A2L algemeen directeur" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
A3 | directeur-generaal | graad van waaruit de mandaatfunctie van N-niveau toegekend wordt en terugvalgraad na beëindiging van de mandaatfunctie, bepaald in deel V, titel 1 |
2° tussen de woorden "A2L algemeen directeur" en de woorden "A2A afdelingshoofd" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
A2L | adjunct-directeur-generaal | graad van waaruit de mandaatfunctie van algemeen directeur toegekend wordt en terugvalgraad na beëindiging van de mandaatfunctie, bepaald in deel V, titel 1 |
3° bij rang A2M worden de woorden "externe werving mogelijk indien intern geen geschikte kandidaten (art. V 34)" in kolom 4 opgeheven.
Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 oktober 2009.
Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 januari 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Kris PEETERS
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur,
Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
Geert BOURGEOIS