Voor het verwarmen van een huis ligt het rendement van een elektriciteitscentrale veel lager dan het rendement van een verwarmingsketel in een huis. Het rendement van een elektrische automotor daarentegen is beter dan dat van een diesel- of benzinemotor.
Elektrische verwarming heeft dus een lagere energie-efficiëntie dan alternatieven, terwijl een elektrisch voertuig juist een hogere energie-efficiëntie heeft ten opzichte van de alternatieven.
Elektrisch verwarmen
- In een elektriciteitscentrale wordt warmte opgewekt, en omgezet in elektriciteit. Het gemiddelde rendement van een elektriciteitscentrale is maar 40%, omdat er bij de omzetting van warmte (zowel bij gasverbranding als bij kernreactie) naar elektriciteit in de centrale veel warmte verloren gaat, terwijl we net warmte nodig hebben.
- Als hetzelfde aardgas uit de elektriciteitscentrale rechtstreeks in een verwarmingsketel in een huis verbrand wordt, gaat er veel minder warmte verloren en is het rendement gemakkelijk 80%.
Als u uw huis verwarmt met elektriciteit die opgewekt wordt in een elektriciteitscentrale, dan zorgt de tussenstap van warmte naar elektriciteit in de centrale voor veel verlies, waardoor elektrisch verwarmen niet efficiënt is.
Er is een uitzondering: een elektrische warmtepomp is een energie-efficiënt verwarmingstoestel, omdat de warmtepomp het grootste deel van de nodige warmte uit de omgeving haalt (uit lucht-, water- of grondwarmte) en maar een klein deel aan elektriciteit nodig heeft om die warmte ‘op te pompen’ naar een hogere temperatuur.
Elektrisch rijden
- In een auto met een diesel- of benzinemotor zorgt de verbranding in de motor ervoor dat de auto beweegt. Een diesel- of benzinemotor heeft een laag rendement van ongeveer 30%, opnieuw omdat bij de omzetting van warmte (verbranden van diesel of benzine) naar beweging van de auto veel warmte verloren gaat.
- Het rendement van een elektrische automotor is daarentegen zeer hoog. Het rendement van een elektriciteitscentrale is met 40% hoger dan het rendement van een diesel- of benzinemotor. Elektrische voertuigen kunnen bij het remmen bovendien energie recupereren en opnieuw opslaan in de batterij voor later gebruik (hybride wagens kunnen dit ook). Dat verbetert het rendement nog.
Het is efficiënter om eerst elektriciteit op te wekken in een centrale en daar een auto mee aan te drijven, in plaats van de brandstof (diesel of benzine) rechtstreeks in de motor te verbranden.
En de CO2-uitstoot?
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen (gas, benzine, diesel) stoten we CO2 uit. Groene stroom (dus elektriciteit uit zon, wind) is koolstofneutraal.
Slechts een deel van onze totale elektriciteitsproductie bestaat momenteel uit groene stroom. Dat is onvoldoende om met het totale voertuigenpark over te schakelen op groene elektriciteit. Ook om die reden beperken we beter het elektriciteitsverbruik voor verwarming.
Een elektrische wagen stoot nog steeds CO2 uit, maar minder dankzij de betere efficiëntie ten opzichte van een diesel-of benzinewagen. Bovendien, als we de elektrische wagen opladen met lokaal opgewekte zonne-energie of windenergie, vermindert de CO2-uitstoot verder.
Voor meer informatie over de milieu-impact van elektrische wagens, zie: Milieuvriendelijke voertuigen.