Transport
De transportsector is de sector heeft het grootste aandeel (37%) in de Vlaamse ESR-broeikasgasuitstoot. Globaal genomen wordt in de transportsector tussen 2005 en 2030 een daling van de broeikasgasemissies met 35% vooropgesteld. Tussen 2005 en 2021 daalden de emissies slechts met 10%. Bovendien was deze reductie voornamelijk te wijten aan de COVID-19 crisis en de terugval van het aantal gereden kilometers als gevolg hiervan. Indien we de emissies vergelijken met 2019, gaat het om een reductie van 2%. Het grootste deel van de inspanning in de transportsector moet dus in de komende jaren plaatsvinden.
Overzicht
In de vooropgestelde reductie tegen 2030 zitten belangrijke verschillen voor personen- en goederenvervoer. Dankzij de sterke vergroening van het wagenpark wordt voor het personenverkeer een daling van de emissies verwacht van 55% in de periode 2005-2030. Bij het goederenverkeer leidt de verdere toename van de voertuigkilometers en de relatief beperkte vergroening van de vloot tot een afname van de emissies met 12% tussen 2005 en 2030.
Er zijn 2 speerpunten voor de klimaatmaatregelen binnen de transportsector. Enerzijds wordt er ingezet op het verminderen van het aantal afgelegde kilometers, anderzijds op het verminderen van de uitstoot per afgelegde kilometer.
Aantal gereden kilometers
Het aantal voertuigkilometers afgelegd met personenwagens kende in de periode 2005-2021 een daling van 9%. Omdat deze daling voor niet-vrachtverkeer in de periode 2020-2021 gelinkt is met de COVID-19 crisis, kunnen er geen conclusies getrokken worden over structurele evoluties in de laatste jaren. Indien we het jaar 2019 beschouwen, met name het laatste niet-crisisjaar, gaat het over een stijging van de voertuigkilometers met personenwagens van 9% ten opzichte van 2005. Voor lichte vracht (bestelwagens) stegen de voertuigkilometers met 34% in de periode 2005-2019. De voertuigkilometers voor zware vracht stegen met 12%.
Richting 2030 wordt er een ambitieuze evolutie van het aantal voertuigkilometers vooropgesteld. Voor zwaar vervoer wordt de stijging afgevlakt tot een stijging van 13% in 2030 ten opzichte van 2015. Voor licht vervoer gaat het om een stabilisatie in dezelfde periode.
Om dit te kunnen realiseren, zijn in het Vlaams Energie- en Klimaatplan volgende subsdoelstellingen opgenomen:
Het aandeel van de duurzame modi (te voet, per fiets, bus, trein, tram of metro) in het woon-werkverkeer moet voor heel Vlaanderen tot minstens 40% toenemen. Het autogebruik bedraagt maximaal 60%.
Binnen de verstedelijkte vervoerregio’s van Antwerpen, Gent en de Vlaamse rand rond Brussel moet het aandeel duurzame modi groeien naar minstens 50%.
In het goederenvervoer moet een verschuiving van 6,3 miljard tonkilometer van de weg naar alternatieve vervoersmodi (via waterweg of spoorweg) gerealiseerd worden.
In de verschillende zeehavens is er een sterke toename van duurzame modi: 5 tot 10% (ten opzichte van 2013).
Het aandeel van de (elektrische) fiets moet tegen 2025 stijgen tot 20% van de verplaatsingen.
Vergroening
Volgens de laatst beschikbare cijfers (2022) hebben elektrische wagens een aandeel van 2% in het totale personenwagenpark in Vlaanderen. Er is wel een trendbreuk wat betreft het aandeel nieuw verkochte batterij elektrische en plug-in hybridepersonenvoertuigen in Vlaanderen. Deze categorieën evolueerden tot een aandeel van 17,9% voor plug-in hybride en 12,1% voor volledig batterij elektrische personenwagens. Wanneer de opdeling gemaakt wordt tussen privéwagens en bedrijfswagens, valt het op dat de trendbreuk voorlopig voornamelijk gedreven wordt door een vergroening van de bedrijfswagens.
Richting 2030 wordt een ambitieuze evolutie van de vergroening van het wagenpark vooropgesteld. Voor personen- en bestelwagens wordt in de prognoses rekening gehouden met het federale beleid rond bedrijfswagens, en het voornemen om vanaf 2029 nog enkel zero-emissie personen- en bestelwagens in te schrijven. Zo zou vanaf 2029 het aandeel van zero-emissiewagens in nieuwe inschrijvingen van personen- bestelwagens 100% bedragen.
Bijkomend wordt een stimuleringsmechanisme voor nieuwe en tweedehands zero-emissiewagens voor particulieren en deelmobiliteit uitgewerkt, wat moet bijdragen in een aandeel zero-emissiewagens in de totale Vlaamse voertuigenvloot 34% voor personenwagens (1.255.000 elektrische personenwagens in 2030) en 32% voor bestelwagens (178.000 elektrische bestelwagens in 2030).
Het aandeel zero-emissie vrachtwagens is anno 2022 nog verwaarloosbaar, zowel als aandeel in de nieuwverkoop als het aandeel van de totale vloot. Op basis van o.a. de vrijstelling van kilometerheffing voor zero-emissie vrachtvervoer en het Europees voorstel voor normen voor zwaar vrachtverkeer, zou dit aandeel zero-emissie vrachtwagens in de nieuwverkoop moeten stijgen naar 27% in 2030. Daarnaast wordt in 2030 een aandeel zero-emissie vrachtwagens in de totale vloot van 9% vooropgesteld (12.000 vrachtwagens).
Monitoring
Naast de evolutie van de vooropgestelde reductie van broeikasgassen, zullen voor de transportsector in het jaarlijks voortgangsrapport van het VEKP ook volgende indicatoren gemonitord worden:
# | Indicator | Streefcijfer in 2030 |
1. | Evolutie aantal gereden voertuigkilometers: (a) lichte vracht (b) zwaar vervoer |
0% t.o.v. 2015 (stabilisatie) +13% t.o.v 2015 |
2. | Aandeel zero-emissievoertuigen in nieuwverkoop: (a) % elektrische personenwagens in nieuwverkoop (bedrijfs- & privéwagens) (b) % elektrische bestelwagens in nieuwverkoop (c) % zero-emissie vrachtvervoer in nieuwverkoop |
100% 100% 27% |
3. | Inschatting aandeel en aantal zero-emissievoertuigen in totaal wagenpark (a) personenwagens (b) bestelwagens (c) vrachtwagens |
34% en 1.255.000 32% en 178.000 9% en 12.000 |
4. | Aantal publieke laadequivalenten en aantal vehicle-to-grid laadequivalenten | 35.000 laadequivalenten in 2025, 100.000 laadequivalenten in 2030 n.v.t. voor vehicle-to-grid laadequivalenten |
5. | Aandeel nieuw elektrische bussen in totaal nieuw aangekochte bussen De Lijn | Aandeel van 100% in aankoop in 2030 In 2035 volledige vloot emissievrij |