Wantrouwen doorbreken en bruggen bouwen
Het succes van een Lokale Integrale Veiligheidscel – Radicalisering (LIVC-R) hangt af van een goede wisselwerking tussen politionele en socio-preventieve actoren. Dat is geen evidentie, zeker voor socio-preventieve actoren met een beroepsgeheim. We legden ons oor te luisteren bij Rafke Risseeuw. Zij is extremismeconsulent bij het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Limburg en getuigt over haar ervaringen binnen een LIVC-R.
Rafke, je werkt voor het Team Extremisme van het CAW Limburg. Wat houdt dat in?
Rafke: “Wij werken in de Vlaamse gevangenissen en volgen cliënten op die in de gemeenschappelijke gegevensbank van het OCAD staan. Wij gaan individuele trajecten aan met gedetineerden en werken aan verbinding en herstel. Onze werkrelatie is dan ook gestoeld op vertrouwen. Wij proberen een brug te slaan tussen onze cliënten en de diensten die in de gevangenis de re-integratie en reclassering voorbereiden. Denk maar aan de consulenten van de VDAB of aan onderwijscoördinatoren van het volwassenenonderwijs. Team Extremisme werkt structureel samen met Justitie en dat komt tot uiting in onze participatie in lokale casusoverlegen (LCO’s). Die LCO’s laten een betere coördinatie toe van de detentieplanning en de voorbereidingen op re-integratie. Vanuit onze vertrouwensband met de gedetineerden dragen wij bij aan de behoefteanalyse.”
Hoelang ben je al actief in een LIVC-R?
Rafke: “Elk LIVC-R wordt samengesteld in functie van de bespreking van een casus. Team extremisme zetelt niet structureel in een LIVC-R omdat we niet elke casus die het LIVC-R behandelt, opvolgen. Onze dienst is actief sinds 2017. Leden van ons team werden al verschillende malen uitgenodigd op een LIVC-R-vergadering. Ik werk sinds 2019 bij het CAW en nam deel aan een LIVC-R in 2 verschillende gemeenten.”
Kwam het je cliënten ten goede dat je deelnam aan de LIVC-R? Waar kon je het verschil maken?
Rafke: “Ja, het helpt. Ik geef je een voorbeeld. Een van mijn cliënten was een teruggekeerde Syriëstrijder. Hij zou vrijkomen op het einde van zijn straf, zonder recht op verblijf en zonder uitgangsvoorwaarden. Een justitie-assistent€ werd dus niet aangesteld. Dat deed alarmbellen afgaan bij de lokale autoriteiten. Enkele maanden voor zijn strafeinde, richtte de gemeente een LIVC-R op. Ondanks alle achterdocht bij mijn cliënt, wisten we een brug te slaan tussen hem en de politionele diensten. Het werk van de verbindingsofficier van de lokale politie, zijn open houding en gevoeligheid waren heel belangrijk om het vertrouwen te herstellen tussen mijn cliënt en de autoriteiten. De inbreng van lokale sociale dienstverleners was belangrijk om informatie te synchroniseren en te komen tot een begeleiding op maat. Mijn ervaring met LIVC-R is dus positief. Ze leiden tot (betere) communicatie, dialoog en vertrouwen én bevorderen de aansprakelijkheid. Het komt de op veiligheid gerichte aanpak én het individuele welzijn van de cliënt ten goede.”
Hoeveel personen zetelen er gemiddeld in de LIVC-R? Zitten er nog socio-preventieve actoren rond de LIVC-R-tafel?
Rafke: “Op 1 LIVC-R zaten zowel de socio-preventieve, als de op orde en handhaving gefocuste actoren rond de tafel. Op de andere LIVC-R waren er 2 aparte tafels: 1 voor de socio-preventieve diensten en 1 voor de politionele diensten en de burgemeester. De aanpak en de invulling kan dus verschillen.”
Socio-preventieve actoren zien LIVC-R vaak als een politioneel orgaan en lijken daardoor terughoudend om deel te nemen.
Rafke: “Mijn cliënten zijn veroordeeld. Het is geweten wat ze deden of van plan waren. Ik hoef me dus minder op glad ijs te begeven dan andere actoren. Voor preventieve actoren weegt het doorbreken van het beroepsgeheim veel zwaarder dan voor ons. De moeilijkste oefening voor mij is de informatiesynchronisatie. Ons team motiveert cliënten om zo openlijk mogelijk te communiceren en zelf probeer ik dat ook te doen naar hen toe.
Een LIVC-R komt de op veiligheid gerichte aanpak én het individuele welzijn van de cliënt ten goede.
Wat is de meerwaarde voor jou om deel te nemen aan een LIVC-R?
Rafke: “Ik zie 4 pluspunten. Ten eerste plakken wij een gezicht en een context op een casus. De LIVC-R is een platform waar we ontlastende informatie kunnen aanbrengen. Ten tweede kan het interpersoonlijk contact met de politionele diensten het wantrouwen temperen of zelfs wegnemen. De LIVC-R kan leiden tot een structureel nauwere samenwerking tussen alle actoren die zich op het kruispunt van welzijn, veiligheid, bestuur en hulp of dienstverlening bevinden. Ten derde leren wij vanuit een breder Vlaams of Limburgs perspectief de lokale socio-preventieve diensten kennen. De lokale sociale kaart wordt duidelijk in een LIVC-R. Ten vierde kan het LIVC-R een rol spelen als doorgeefluik van ondersteuningsnoden voor de directe omgeving van de gedetineerde.”
Een LIVC-R mikt op een aanpak op maat van de cliënt. Met welke concrete afspraken ging je al effectief aan de slag?
Rafke: “Voor de partner van 1 van mijn cliënten regelden we op korte termijn een eerstelijnspsycholoog vanuit het lokale Welzijnshuis. Een maatschappelijk assistent kreeg de opdracht om het financiële plaatje uit te zoeken en passend te maken. De partner kon in een latere fase ook beroep doen op 2 lokale vzw’s voor begeleiding. Het lokale CAW zelf zou in de toekomst met het koppel werken rond relatie en gezin.”
Waar hou je best rekening mee als socio-preventieve actor als je deelneemt?
Rafke: “Stem van te voren af met collega’s. Leg vast wat en hoe je iets brengt als je onzeker bent. Ik denk ook dat je aan de organisator kunt vragen om het wettelijk kader nogmaals te schetsen als de LIVC-R start.”
Waarom zou je je collega’s aanraden om deel te nemen?
Rafke: “Het is belangrijk om ontlastende elementen in te brengen. Zo kan je bijdragen aan een behoefteanalyse. Ten slotte is het nuttig om je netwerk te vergroten en verschillende inzichten te vergaren. Je legt immers verbindingen met actoren die vanuit een ander perspectief handelen en redeneren.”