Betrek CLB’s als het om 1 van hun leerlingen gaat
Deborah Van Humbeeck is directeur van het GO! CLB Dender. Sinds 2017 zetelt ze als socio preventieve actor in de lokale integrale veiligheidscel radicalisering (LIVC-R) van Aalst. Dat doet ze met succes en met oog voor het breder perspectief. Haar getuigenis.
Is de LIVC-R van Aalst een groot overlegcomité?
Deborah: “Nee, we zijn met ongeveer 8 personen. Afhankelijk van de casus kan de samenstelling variëren. Vaste deelnemers zijn sowieso OCMW-medewerkers, de de-radicaliseringsambtenaar, en vertegenwoordigers van de politie. Als wij deelnemen met het CLB, bespreken we enkel leerplichtige jongeren die school lopen op 1 van onze scholen en het verkeerde pad opgaan.”
Komt het de jongeren ten goede dat je deelneemt aan de LIVC-R?
Deborah: “Zeker. Door de brede kijk en de multidisciplinaire aanpak van de LIVC-R kunnen we een traject op maat uitwerken. Voor onze doelgroep komen we vaak een laagdrempelige aanpak overeen doordat we kort op de bal kunnen spelen.”
Een LIVC-R mikt op een aanpak op maat van de cliënt. Wat houdt dat concreet in?
Deborah: “We maken om te beginnen een duidelijk plan. Daarin staat wie wat doet, wanneer en hoe de terugkoppeling gebeurt naar de LIVC-R-groep. De aanpak op maat kan variëren van gesprekken met leerlingen tot overleg met leerkrachten van levensbeschouwelijke vakken, huisbezoeken, gesprekken met ouders, overleg met scholen, overleg met de de-radicaliseringsambtenaar. Afhankelijk van de casus betrekken we de meest aangewezen partner(s).”
Welke meerwaarde biedt een LIVC-R?
Deborah: “Mij spreekt de kennisdeling enorm aan. Je werkt samen met mensen die andere inzichten hebben en daardoor kom je tot een completere aanpak van de casus. In de LIVC-R maak je constant afwegingen. Je moet sowieso de maatschappij beschermen, dat is het uitgangspunt. Maar in elke casus gaat het ook over de bescherming van 1 cliënt of over de bescherming van meerdere cliënten die deze ene cliënt schade kan toebrengen.”
Het is de bedoeling om de cliënten te helpen, niet te bestraffen
Waar hou je best rekening mee als socio-preventieve actor als je deelneemt?
Deborah: “Je deelt enkel de noodzakelijke informatie.”
Wat zijn mogelijke valkuilen?
Deborah: “Een te harde aanpak, maar net daarom neem ik graag deel. Ik sta erop om ons eigen standpunt ook uit te spreken. Het is de bedoeling om de cliënten te helpen, niet te bestraffen.”
Waarom twijfelen socio-preventieve actoren soms om toe te treden tot een LIVC-R?
Deborah: “Het doorbreken van het beroepsgeheim speelt een grote rol. Maar ik vind dat je mensen pas écht kunt helpen als je samenwerkt met andere diensten. Zoals ik daarnet al zei, is het de bedoeling dat we helpen, niet dat we bestraffen. Vooraf bespreek je met alle deelnemers duidelijke spelregels af en wat niet afgesproken is, gebeurt niet.”
Waarom zou je een collega aanraden om deel te nemen?
Deborah: “In een LIVC-R leer je aan de slag te gaan met radicaliseringsvraagstukken. Je netwerk breidt uit, je overlegt samen over de aanpak en werkt zo een plan uit op maat. Je kan vaak iets betekenen zonder heel ingrijpende maatregelen te nemen. Al hangt dat uiteraard wel af van casus tot casus. Tot slot wil ik nog een oproep lanceren naar alle steden en gemeenten om de CLB’s meer te betrekken bij LIVC-R. Zeker als het over 1 van hun leerlingen gaat. Dat gebeurt nog niet overal.”