Ouderschapsverlof (RVA)
Als u meer tijd wilt om bij uw kind(eren) te zijn, kunt u ouderschapsverlof nemen. Tijdens die onderbreking kunt u maandelijkse uitkeringen krijgen die door de RVA worden betaald.
Dat ouderschapsverlof is een van de ‘thematische’ verloven. Thematische verloven zijn wettelijk vastgelegde verloven die u het recht geven om gedurende een bepaalde periode in uw loopbaan minder of niet te werken.
Voorwaarden
De reglementering voor ouderschapsverlof is afhankelijk van de sector waartoe uw werkgever behoort.
Voor wie?
- Om ouderschapverlof te kunnen nemen, moet u een werknemer in loondienst zijn die tewerkgesteld is bij een werkgever onderworpen aan het Belgische recht en moet u een loon ontvangen waarop sociale bijdragen worden betaald voor de RSZ, met inbegrip van bijdragen voor de werkloosheid.
- Er moet ook een verwantschapsband zijn met het kind voor wie er een volledige of gedeeltelijke onderbreking van de prestaties wordt gevraagd. U heeft recht als:
- de biologische moeder en de wettelijke vader van het kind
- de persoon die het kind heeft erkend waardoor de afstamming langs vaderszijde komt vast te staan
- de echtgenote of de partner van de biologische moeder van het kind die meemoeder is geworden
- de adoptieouders
- Beide ouders kunnen voor hetzelfde kind ouderschapsverlof nemen. Elk van de twee ouders heeft recht op ouderschapsverlof voor hetzelfde kind. Als de ene ouder zijn recht op ouderschapsverlof niet (helemaal) opneemt, kan hij dat recht niet overdragen op de andere ouder.
Als de echtgenote of de partner van de moeder van het kind in een lesbisch koppel – als de biologische vader van het kind het niet erkend heeft – bewijst dat ze wordt beschouwd als meemoeder, dan kan zij ook aanspraak maken op ouderschapsverlof (net zoals de biologische moeder). Dat bewijs kan worden geleverd via de huwelijksakte, een bewijs van wettelijke samenwoonst of een uittreksel van het bevolkingsregister dat bewijst dat de betrokkenen op hetzelfde adres zijn ingeschreven sinds een ononderbroken periode van drie jaar die de geboorte van het kind voorafgaat.
Anciënniteitsvoorwaarde bij de werkgever
- Privésector of lokaal of provinciaal bestuur: in de loop van de 15 maanden die aan de aanvraag bij de werkgever voorafgaan was u gedurende 12 maanden (niet noodzakelijk opeenvolgend) door een arbeidsovereenkomst met uw werkgever verbonden.
- Openbare sector of onderwijs: u moet enkel in dienstactiviteit zijn, ongeacht anciënniteit.
Leeftijdsvoorwaarde
- Het recht op ouderschapsverlof geldt per kind dat aan de leeftijdsvoorwaarde beantwoordt.
- Het ouderschapsverlof moet beginnen voordat uw kind 12 jaar wordt, ook bij een adoptie. Voor een kind een fysieke of mentale ongeschiktheid heeft, is dit voor de leeftijd van 21 jaar. U moet dan het bewijs van de handicap van uw kind afleveren. Onder fysieke en mentale ongeschiktheid valt:
- ofwel een fysieke of mentale handicap hebben van ten minste 66%;
- ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 4 punten worden toegekend in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de reglementering van de kinderbijslag;
- ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 9 punten worden toegekend in de 3 pijlers samen van de medisch-sociale schaal, in de zin van de kinderbijslagreglementering.
Vorm en duur
- U kunt het ouderschapsverlof in vier vormen opnemen(opent in nieuw venster), ongeacht de sector. De duur van het ouderschapsverlof(opent in nieuw venster) verschilt afhankelijk van de gevraagde onderbreking.
- U hebt voor elk kind recht op 4 maanden volledig, 8 maanden halftijds, 20 maanden 1/5 of 40 maanden 1/10 ouderschapsverlof (in het laatste geval is het akkoord van de werkgever vereist). U mag die verschillende mogelijkheden ook afwisselen.
- Naast die ‘klassieke’ opnamemogelijkheden kunt u het voltijds en halftijds ouderschapsverlof ook op een flexibelere manier opnemen (in weken in plaats van in maanden), op voorwaarde dat uw werkgever daarmee akkoord gaat. Meer informatie over die flexibelere opnamemogelijkheden vindt u op de website van de RVA.
- Werkt u voor de Vlaamse overheid of het onderwijs? Raadpleeg dan uw personeelsdienst, omdat er voor u mogelijk andere regels gelden.
Ontslagbescherming
Uw werkgever mag het ouderschapsverlof niet weigeren. Hij kan het wel met maximaal 6 maanden uitstellen, op voorwaarde dat hij daarvoor gegronde redenen kan geven. Vanaf de datum van uw verlofaanvraag tot drie maanden na het einde van uw verlof bent u beschermd tegen ontslag.
Procedure
Bij elke aanvraag voor ouderschapsverlof moet u 2 aparte stappen ondernemen:
De werkgever schriftelijk op de hoogte brengen van uw intentie.
- U kunt hiervoor het attest uit de applicatie Break@Work(opent in nieuw venster) gebruiken, waarop staat hoeveel recht u nog heeft op thematisch verlof.
- U moet die via een aangetekend schrijven overmaken aan uw werkgever, of ze hem schriftelijk overhandigen, met een dubbel exemplaar dat hij moet ondertekenen als ontvangstbewijs.
- U moet daarin het volgende vermelden:
- dat u ouderschapsverlof wilt opnemen.
- Welke vorm van onderbreking:
- voltijds
- halftijds
- onderbreking met 1/5 en hoe u uw prestaties wilt verminderen
- onderbreking met 1/10 en hoe u uw prestaties wilt verminderen
- de aanvangsdatum en de duur van de gewenste onderbreking.
- Wanneer u meerdere kinderen heeft, mag u slechts een ouderschapsverlof per schriftelijke kennisgeving vragen aan uw werkgever en vermelden voor welk kind u het ouderschapsverlof wil nemen.
- Wanneer u meerdere periodes van onderbreking wil nemen voor hetzelfde kind, moet u evenveel schriftelijke kennisgevingen overmaken aan uw werkgever als het aantal gewenste periodes.
- In de privésector en de gemeentebesturen, provinciale besturen en de diensten die ervan afhangen, maakt u de schriftelijke kennisgeving ten vroegste 3 maanden en ten laatste 2 maanden vóór de gewenste begindatum aan de werkgever over. Bij alle andere werkgevers is dat 3 maanden vóór de gewenste begindatum.
Een aanvraag indienen bij de RVA.
De procedure bij de RVA is voor elke aanvraag om een thematisch verlof, zowel voor de nieuwe aanvragen als voor latere verlengingen. U doet telkens een aanvraag voor één periode van ononderbroken thematisch verlof of één enkele soort onderbreking (voltijds, halftijds, 1/5, 1/10).
- Dit doet u als de begindatum van het thematisch verlof met uw werkgever bent overeengekomen
- en, in geval van akkoord van de werkgever om:
- een aanvraag om 1/10 ouderschapsverlof;
- een flexibilisering van het ouderschapsverlof of van de medische bijstand in de vorm van een volledige onderbreking per week;
- een flexibilisering van het halftijds ouderschapsverlof per maand.
- Zowel u als uw werkgever vullen elk een deel in.
- De aanvraag wordt liefst elektronisch ingediend via RVA - Digitale aanvraag ouderschapsverlof(opent in nieuw venster)
- maar kan ook via een papieren formulier worden ingediend door aangetekend te versturen naar de dienst OCR van het hoofdbestuur van de RVA (Keizerslaan 7-9, 1000 Brussel). U vindt de aanvraagformulieren via deze linken:
- voor autonome overheidsbedrijven(opent in nieuw venster)
- voor alle andere werkgevers(opent in nieuw venster).
- deze formulieren kunnen ook op papier aangevraagd worden bij het contactcenter van de RVA.
Als u ouderschapsverlof vraagt zonder uitkeringen, moet u ook een aanvraag indienen bij de RVA, zodat de RVA weet welke periode uw werkgever heeft toegestaan.
Bewijsstukken
Via de onlinedienst ‘BreakatWork(opent in nieuw venster)’ kunt u het aantal maanden onderbreking zien die u (nog) kunt nemen in het kader van het gevraagde thematisch verlof. U kunt via de website een attest afdrukken waarop het aantal maanden onderbreking staat waarop u (nog) recht heeft. Dat attest kan u aan uw werkgever bezorgen wanneer u hem uw schriftelijke kennisgeving overmaakt.
Bewijs te bezorgen aan de werkgever
- Een kopie van de geboorteakte van het kind of een attest dat de adoptieprocedure aan de gang of afgerond is- en het attest van gezinssamenstelling van het gemeentebestuur dat aantoont dat het kind al bij u inwoont.
- Voor een kind met een beperking toont u het attest dat aantoont dat het kind een fysieke of mentale beperking heeft.
- Die bewijzen moeten ten laatste worden bezorgd aan de werkgever op het ogenblik waarop het ouderschapsverlof begint.
Kost
Tijdens uw ouderschapsverlof krijgt u van de RVA een vervangingsinkomen(opent in nieuw venster). Kies de sector die voor u van toepassing is. Alleen als uw kind geboren of geadopteerd werd vanaf 8 maart 2012, hebt u ook voor de vierde maand recht op een uitkering.
Boven op die onderbrekingsuitkering hebt u mogelijk nog recht op een extra aanmoedigingspremie van de Vlaamse overheid, op voorwaarde dat u in de privésector of de socialprofitsector werkt.
In sommige gevallen mag u uw ouderschapsverlof combineren met een zelfstandige activiteit, zonder dat u een uitkering krijgt. Neem daarvoor contact op met de RVA(opent in nieuw venster).
Uitzonderingen
Verwar de thematische verloven niet met het tijdskrediet in de privésector of het Vlaams zorgkrediet in de Vlaamse openbare sector, want daarvoor zijn er andere regels en voorwaarden.