Structuur van het voltijds gewoon secundair onderwijs
Het secundair onderwijs bestaat uit 3 graden. De 1ste graad is oriënterend, in de 2de en 3de graad maken leerlingen een keuze voor een studierichting binnen een studiedomein, finaliteit en onderwijsvorm.
1ste graad
Leerlingen die op het einde van het lager onderwijs het getuigschrift basisonderwijs behaalden, starten in het 1ste leerjaar A van het secundair onderwijs.
Leerlingen die het getuigschrift niet behaalden, volgen het 1ste leerjaar B.
Een leerling met een getuigschrift basisonderwijs kan toch naar het 1ste leerjaar B als er een gunstige beslissing van de klassenraad is. De klassenraad vraagt bij voorkeur het advies van het CLB van de lagere school.
Het lessenrooster van het 1ste leerjaar (zowel A als B) bestaat uit:
- Minstens 27 uur basisvorming (de eindtermen)
- Minstens 5 uur differentiatie op maat van de leerling:
- Ofwel verdieping, uitdaging, remediëring van onderdelen van de basisvorming
- Ofwel verdieping in klassieke talen
Scholen moeten differentiatiepakketten aanbieden:
- Minstens 2 verdiepende differentiatiepakketten waaruit een leerling kan kiezen
- Alle remediërende differentiatiepakketten die de leerlingen nodig hebben
Een schoolbestuur beslist zelf welke differentiatiepakketten de school aanbiedt.
In het 2de leerjaar A is er:
- Minstens 25 uur basisvorming (de eindtermen)
- 2 uur differentiatie (verdiepen en remediëren)
- 5 uur voor een basisoptie (bv. Economie en organisatie, Klassieke talen) of soms een pakket in een basisoptie (bv. Latijn is een pakket binnen de basisoptie ‘Klassieke talen’)
In het 2de leerjaar A kiezen de leerlingen een basisoptie die niet noodzakelijk aansluit op het verdiepende of verkennende differentiatiepakket van het 1ste leerjaar. Voor de differentiatie biedt de school - net zoals in het 1ste leerjaar - differentiatiepakketten aan. Deze kunnen aansluiten bij de basisoptie, maar dat hoeft niet.
Scholen kunnen er ook voor kiezen om de leerlingen van het 1ste en 2de leerjaar samen te zetten voor de differentiatiepakketten. Samenzettingen zijn ook mogelijk over heel het secundair onderwijs.
In het 2de leerjaar B is er:
- Minstens 20 uur basisvorming (de eindtermen)
- 2 uur voor remediëring en verdieping
- 10 uur voor de basisoptie(s) (bv. STEM-technieken) en pakketten (bv. Bouw, Hout en Mechanica zijn pakketten binnen de basisoptie STEM-technieken)
Binnen de 10 uur voor de basisoptie(s) kunnen leerlingen maximaal 3 basisopties (en soms ook pakketten) combineren. Ook in het 2de leerjaar B wordt er gedifferentieerd, met zowel kans om te verdiepen als om te remediëren.
De school voorziet in een aanbod dat de leerlingen toelaat om van verschillende domeinen te proeven, zodat ze een meer bewuste keuze kunnen maken voor een studiedomein en studierichting in de 2de graad.
2de en 3de graad: met de finaliteiten, onderwijsvormen en studiedomeinen
De 2de graad bestaat uit het 3de en het 4de leerjaar. De 3de graad omvat het 5de en 6de leerjaar, en het 7de leerjaar.
Vanaf de 2de graad kiezen leerlingen voor een studierichting die het beste aansluit bij hun interesses en mogelijkheden.
Elke studierichting heeft een specifieke finaliteit of doel.
De finaliteit bepaalt wat een leerling na het secundair onderwijs kan doen: gaan werken of verder studeren.
Er zijn 3 finaliteiten. Aan elke finaliteit zijn 1 of meerdere onderwijsvormen gekoppeld.
Studierichtingen met doorstroomfinaliteit zijn abstract-theoretisch en bereiden voor op het hoger onderwijs. Er zijn:
- Domeinoverschrijdende studierichtingen (onderwijsvorm aso)
- Domeingebonden studierichtingen (onderwijsvormen kso en tso)
Studierichtingen met een arbeidsmarktfinaliteit zijn praktijkgericht. In het gewoon secundair onderwijs vind je ze terug in de onderwijsvorm bso. Ze bestaan daarnaast ook in het buitengewoon onderwijs in opleidingsvorm 4 (buso OV4). en in opleidingssvorm 3 (buso OV3).
In de studierichtingen met arbeidsmarktfinaliteit worden leerlingen maximaal voorbereid op de arbeidsmarkt.
Beslist een leerling om toch verder te studeren? Dat kan. Na het 2de leerjaar van de 3de graad in de arbeidsmarktfinaliteit kan je starten in graduaatsopleidingen in een hogeschool of de graduaatsopleiding Basisverpleegkunde.
Leerlingen kunnen ook kiezen voor een studierichting met dubbele finaliteit. Die studierichtingen zijn theoretisch én praktijkgericht. Ze bereiden voor op professionele bacheloropleidingen, graduaatsopleidingen of de graduaatsopleiding Basisverpleegkunde én op de arbeidsmarkt.
Je vindt ze in de onderwijsvormen kso en tso.
De studierichtingen met arbeidsmarktfinaliteit kunnen duaal of niet-duaal aangeboden worden. Dat is ook zo voor een aantal studierichtingen in de dubbele finaliteit, maar pas vanaf de 3de graad.
- Algemeen secundair onderwijs (aso):
- De nadruk ligt op een ruime theoretische vorming.
- De leerlingen krijgen een stevige basis om hoger onderwijs te volgen.
Beroepssecundair onderwijs (bso):
- De nadruk ligt op een praktische vorming.
- De leerlingen leren een beroep aan en krijgen ook een algemene vorming.
Kunstsecundair onderwijs (kso):
- De leerlingen krijgen een algemene, ruime vorming naast kunstvakken.
- Ze gaan zelf kunstprojecten uitwerken.
- Na hun opleiding kunnen ze een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs.
Technisch secundair onderwijs (tso):
- De aandacht gaat naar algemene en technisch-theoretische vakken.
- Na hun opleiding kunnen de leerlingen een beroep uitoefenen of verder studeren in het hoger onderwijs.
- Bij de opleiding horen ook praktijklessen.
Elke studierichting is ofwel domeingebonden (in het bso, kso of tso) ofwel domeinoverschrijdend (in het aso).
3de graad: de 7de leerjaren
Het is ook mogelijk om in de 3de graad nog een 3de jaar te volgen, het 7de leerjaar. Er zijn verschillende soorten 7de leerjaren.
- Het 7de leerjaar gericht op het hoger onderwijs - bso: om een diploma secundair onderwijs te behalen. In het aso, kso en tso behalen leerlingen hun diploma secundair onderwijs na het 2de jaar van de 3de graad. In het bso behalen ze na het 2de jaar van de 3de graad een studiegetuigschrift en pas na het 3de jaar een diploma.
- Het 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt - bso (tot en met schooljaar 2022-2023 specialisatiejaar bso): om te specialiseren en meer startmogelijkheden te hebben op de arbeidsmarkt door bijkomende beroepscompetenties. In schooljaar 2024-2025 behaal je nog een diploma secundair onderwijs aan het einde van dit 7de leerjaar.
- De 7de leerjaren gericht op het hoger onderwijs - aso kso (tot en met schooljaar 2022 2023 voorbereidende leerjaren). .Je haalt er een attest van regelmatige lesbijwoning.
- De 7de leerjaren tso kso (gericht op arbeidsmarkt - tot en met schooljaar 2022-2023 Secundair-na-Secundair of Se-n-Se). Aan het einde van dit jaar behaal je een certificaat van een opleiding 7de leerjaar kso of tso.
Vanaf 2025-2026 zijn ook de 7de leerjaren gemoderniseerd. Je vindt ze terug onder de volgende namen:
- 7de leerjaar gericht op hoger onderwijs, na een diploma onderwijskwalificatie niveau 3 (OK3)(opent in nieuw venster). In de arbeidsmarktfinaliteit kan je in dit 7de leerjaar een diploma secundair onderwijs, onderwijskwalificatie 4 (OK4) behalen.
- 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt, na een diploma OK3. Na dit 7de jaar behaal je bijkomende beroepskwalificaties.
- 7de leerjaar gericht op het hoger onderwijs, na een diploma OK4. Je ontvangt een attest van lesbijwoning als regelmatige leerling.
- 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt, na een diploma OK4. Na dit 7de jaar behaal je bijkomende beroepskwalificaties.
Contact
Informatiepunt voor Ouders en Leerlingen in het Secundair Onderwijs
- Contactformulier
- https://www.vlaanderen.be/contactformulier-informatiepunt-voor-ouders-en-leerlingen opent in nieuw venster
- Adres
Informatiepunt voor Ouders en Leerlingen in het Secundair Onderwijs
Consciencegebouw
Koning Albert II laan 15, 1210 Sint-Joost-ten-Node
Routeplanner opent in nieuw venster