Opleidingsinhouden: verklarende woordenlijst
De arbeidsmarktfinaliteit binnen het secundair onderwijs bereidt leerlingen voor op een job op de arbeidsmarkt.
Attitudinale eindtermen zijn minimumdoelen die omschrijven welke houdingen wenselijk worden geacht voor een bepaalde leerlingenpopulatie in het secundair onderwijs. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de attitudinale eindtermen bij een leerlingengroep na te streven.
Deze term wordt gebruikt in de eerste, tweede en derde graad van het deeltijds kunstonderwijs. Basiscompetenties geven aan welke kennis, vaardigheden en attitudes een leerling geïntegreerd moet inzetten voor maatschappelijke activiteiten. Basiscompetenties worden niet vastgelegd per vak, maar voor het geheel van een opleiding.
Ook in het volwassenenonderwijs wordt de term gebruikt om te verwijzen naar de kennis, vaardigheden en attitudes waarover een cursist moet beschikken om zich persoonlijk te ontwikkelen, maatschappelijk te functioneren, vervolgonderwijs aan te vatten of om te kunnen beginnen als beroepsbeoefenaar.
Basiseducatie heeft als doel laaggeletterde volwassenen te helpen hun zelfredzaamheid te vergroten, hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren en actief deel te nemen aan de samenleving. Cursisten kunnen opleidingen volgen op basis van hun individuele behoeften in de centra voor basiseducatie (LIGO). Samen met het secundair volwassenenonderwijs vormt de basiseducatie het volwassenenonderwijs.
Een beroepskwalificatie of BK is een officiële beschrijving van wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen.
Beroepskwalificaties worden mee bepaald door de arbeidsmarkt. Zo leer je altijd wat echt nodig is. Ze worden gekoppeld aan een bepaald niveau van de Vlaamse Kwalificatiestructuur of VKS. Zo heeft het BK van architect VKS-niveau 7 en het BK van ruitenwasser VKS-niveau 2.
De Vlaamse Kwalificatiestructuur of VKS is gekoppeld aan het Europees Kwalificatiekader (EQF), wat vergelijking tussen landen mogelijk maakt.
Als een leerling een studierichting uit de 3de graad doorstroomfinaliteit of dubbele finaliteit succesvol afrondt, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 4, kortweg OK4. Daarmee kan hij een professionele of academische bachelor starten.
Als een leerling een studierichting uit de 3de graad uit de arbeidsmarktfinaliteit succesvol afrondt, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 3, kortweg OK3. Daarmee kan hij instromen op de arbeidsmarkt of een graduaatsopleiding starten. Als hij een professionele of academische bachelor wil volgen, moet hij eerst slagen voor het 7de leerjaar gericht op hoger onderwijs of voor een graduaatsopleiding.
Nadat een leerling het 7de leerjaar gericht op hoger onderwijs succesvol afrondt in het gemoderniseerde secundair onderwijs, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 4, kortweg OK4. Daarmee kan hij een professionele of academische bachelor starten.
Het buitengewoon onderwijs biedt aangepast onderwijs en deskundige begeleiding op maat aan leerlingen die specifieke zorg nodig hebben door een beperking (lichamelijk of verstandelijk, tijdelijk of blijvend). Buitengewoon onderwijs is zowel mogelijk in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs.
In het buitengewoon basisonderwijs worden 9 types onderscheiden:
- Type basisaanbod: kinderen met een lichte mentale handicap en kinderen met leerstoornissen. Vervangt sinds september 2015 geleidelijk type 1 en 8.
- Type 2: kinderen met een matige of ernstige mentale handicap
- Type 3: kinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen
- Type 4: kinderen met een fysieke handicap
- Type 5: kinderen die zijn opgenomen in een ziekenhuis of preventorium
- Type 6: kinderen met een visuele handicap
- Type 7: kinderen met een auditieve handicap
- Type 9: kinderen met autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
In het buitengewoon secundair onderwijs worden daarnaast ook opleidingsvormen onderscheiden:
- Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu.
- Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu.
- Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu. Er worden verschillende opleidingen georganiseerd.
- Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de integratie in het actieve leven. De studierichtingen komen overeen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.
Centra voor volwassenenonderwijs of CVO’s bieden opleidingen aan uit het secundair volwassenenonderwijs. Dat kan zowel overdag als ’s avonds, op weekdagen of in het weekend, via contactonderwijs, afstandsonderwijs of een combinatie van beide.
Cesuurdoelen zijn minimumdoelen die gelden voor het specifieke gedeelte van de 2de graad secundair onderwijs. Ze worden ontwikkeld voor alle studierichtingen uit de doorstroomfinaliteit en de dubbele finaliteit en worden via een protocolakkoord tussen de overheid en de onderwijsverstrekkers vastgelegd.
Een competentie is een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes.
Curriculumdossiers beschrijven de inhoud van opleidingen in het secundair onderwijs. Een curriculumdossier brengt per opleiding alle onderwijsdoelen (eindtermen, eindtermen basisgeletterdheid, uitbreidingsdoelen, differentiële doelen, cesuurdoelen, specifieke eindtermen) en doelen die leiden naar een beroepskwalificatie samen. Curriculumdossiers worden gezamenlijk opgesteld door de onderwijsverstrekkers.
De differentiële doelen ‘gevorderde wiskunde’ gelden voor een aantal studierichtingen in de 2de graad secundair onderwijs:
- Natuurwetenschappen
- Technologische Wetenschappen
- Economische Wetenschappen
- Grieks-Latijn
- Latijn
Ze houden een uitbreiding of verdieping van al voorkomende doelen in en zijn bedoeld voor leerlingen die in de 3de graad secundair onderwijs een studierichting met sterke wiskunde ambiëren.
Als een leerling een studierichting uit de 3de graad doorstroomfinaliteit of dubbele finaliteit succesvol afrondt, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 4, kortweg OK4. Daarmee kan hij een professionele of academische bachelor starten.
Als een leerling een studierichting uit de 3de graad uit de arbeidsmarktfinaliteit succesvol afrondt, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 3, kortweg OK3. Daarmee kan hij instromen op de arbeidsmarkt of een graduaatsopleiding starten. Als hij een professionele of academische bachelor wil volgen, moet hij eerst slagen voor het 7de leerjaar gericht op hoger onderwijs of voor een graduaatsopleiding.
Nadat een leerling het 7de leerjaar gericht op hoger onderwijs succesvol afrondt in het gemoderniseerde secundair onderwijs, krijgt hij een diploma, namelijk een bewijs van onderwijskwalificatie niveau 4, kortweg OK4. Daarmee kan hij een professionele of academische bachelor starten.
Als leerlingen in de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs kiezen voor een domeingebonden studierichting, maken ze een keuze voor één van deze 8 studiedomeinen of interessegebieden:
- Taal en Cultuur
- STEM
- Kunst en Creatie
- Land- en Tuinbouw
- Economie en Organisatie
- Maatschappij en Welzijn
- Sport
- Voeding en Horeca
De domeingebonden studierichtingen behoren tot het bso, kso of tso.
Als leerlingen in de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs kiezen voor een domeinoverschrijdende studierichting, maken ze geen keuze voor een bepaald studiedomein of interessegebied. De domeinoverschrijdende studierichtingen behoren tot het aso.
De inhouden van het hoger onderwijs worden vastgelegd in domeinspecifieke leerresultaten of DLR’s. Die DLR’s geven invulling aan een gemeenschappelijke competentieset waarvan verwacht wordt dat alle studenten in Vlaanderen ze verwerven binnen een bepaalde opleiding.
De doorstroomfinaliteit binnen het secundair onderwijs bereidt leerlingen voor op hoger onderwijs. De studierichtingen met doorstroomfinaliteit bestaan uit:
- Domeinoverschrijdende studierichtigen (aso): voorbereiding op een academische bachelor
- Domeingebonden studierichtingen (tso en kso): voorbereiding op een professionele of gerichte academische bachelor
Duaal leren is een volwaardige leerweg die zowel in het secundair onderwijs als secundair volwassenenonderwijs wordt aangeboden. De leerling/cursist leert zowel op school als op de werkvloer. De opleiding op de werkvloer vindt plaats in een erkende onderneming.
Een aantal studierichtingen uit het secundair onderwijs kan via duaal leren gevolgd worden. Het gaat om studierichtingen uit:
- Buso OV3
- Buso OV4 2de en 3de graad dubbele finaliteit en arbeidsmarktfinaliteit en 7de leerjaren gericht op instroom arbeidsmarkt
- Gewoon secundair onderwijs 2de en 3de graad dubbele finaliteit en arbeidsmarktfinaliteit en 7de leerjaren gericht op instroom arbeidsmarkt
De dubbele finaliteit binnen het secundair onderwijs bereidt leerlingen voor op hoger onderwijs (gerichte professionele bachelor) of een job op de arbeidsmarkt.
Deze term wordt gebruikt voor de onderwijsdoelen van het gewoon lager en secundair onderwijs en voor OV4 van het buitengewoon secundair onderwijs . Eindtermen zijn minimumdoelen die het Vlaams Parlement noodzakelijk en bereikbaar acht voor die leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie. Sommige eindtermen zijn attitudes. Die zijn enkel na te streven.
De eindtermen basisgeletterdheid moeten door elke individuele leerling worden bereikt op het einde van de eerste graad secundair onderwijs. De eindtermen basisgeletterdheid zijn die eindtermen die ertoe strekken te kunnen participeren in de maatschappij.
De finaliteit geeft aan wat een leerling na het secundair onderwijs kan doen. Er zijn 3 finaliteiten:
- Doorstroomfinaliteit
- Voorbereiding op hoger onderwijs:
- Domeinoverschrijdende studierichtingen = aso: professionele of academische bachelor
- Domeingebonden studierichtingen = tso/kso: professionele bachelor of gerichte academische bachelor
- Voorbereiding op hoger onderwijs:
- Dubbele finaliteit
- Voorbereiding op arbeidsmarkt of hoger onderwijs: gerichte professionele bachelor
- Tso en kso
- Arbeidsmarktfinaliteit
- Voorbereiding op arbeidsmarkt of graduaatsopleiding (hbo5)
- Bso en buso OV3
LIGO is de naam voor de centra voor basiseducatie. Die centra organiseren opleidingen voor laaggeletterde volwassenen.
Minimumdoel is een synoniem voor eindterm en ontwikkelingsdoel. De term werd in 2023 geïntroduceerd door minister Weyts om te benadrukken dat het gaat om een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor een leerlingenpopulatie. Decretaal blijven de termen eindterm en ontwikkelingsdoel gelden.
De modernisering van het secundair onderwijs startte in september 2019 en is nog aan de gang. Zowel de onderwijsdoelen, de structuur als het aanbod van de studierichtingen worden aangepast. Het gemoderniseerde onderwijs bereidt leerlingen niet alleen voor op de arbeidsmarkt of op het hoger onderwijs maar laat hen ook open, brede en sterke persoonlijkheden ontwikkelen. Leerlingen ontdekken wat hen interesseert en waar hun mogelijkheden liggen. Het is de bedoeling dat alle leerlingen aan het einde van de rit minstens de sleutelcompetenties bezitten om te functioneren in de samenleving. Ze moeten ook goed voorbereid zijn op de arbeidsmarkt of hogere studies.
Onderwijsdoel is een overkoepelend begrip waarmee wordt verwezen naar basiscompetenties, eindtermen, eindtermen basisgeletterdheid, ontwikkelingsdoelen, cesuurdoelen, specifieke eindtermen en uitbreidingsdoelen die gelden in het basisonderwijs, secundair onderwijs (ook duaal leren, leren en werken), deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs en hoger onderwijs.
Een onderwijskwalificatie of OK is een beschrijving van wat je moet kennen en kunnen om maatschappelijk te functioneren, verdere studies te volgen of een beroep uit te oefenen.
Een onderwijskwalificatie behaal je enkel via het onderwijs. Onderwijskwalificaties worden gekoppeld aan een bepaald niveau volgens de Vlaamse Kwalificatiestructuur of VKS:
8 Doctor
7 Master
6 Bachelor
5 Graduaat
4 Derde graad secundair onderwijs (doorstroomfinaliteit of dubbele finaliteit)
3 Derde graad secundair onderwijs (arbeidsmarktfinaliteit)
2 Basiseducatie of tweede graad arbeidsmarktfinaliteit
1 Lager onderwijs
Naast onderwijsfinaliteiten zijn er ook onderwijsvormen in het secundair onderwijs. De studierichtingen van de 2de en 3de graad behoren tot één van deze vier onderwijsvormen:
- Aso
- Bso
- Kso
- Tso
Tussen de finaliteiten en onderwijsvormen is er een duidelijk verband:
- Doorstroomfinaliteit:
- Domeinoverschrijdende doorstroom = alle studierichtingen uit het aso
- Domeingebonden doorstroom = sommige studierichtingen uit het kso en tso
- Dubbele finaliteit:
- Sommige studierichtingen uit het kso en tso
- Arbeidsmarktfinaliteit:
- Alle studierichtingen uit het bso
Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers wordt ingericht voor leerlingen van niet-Belgische of niet-Nederlandse nationaliteit die nieuw binnenkomen in ons land en het Nederlands onvoldoende beheersen. Via het onthaalonderwijs kunnen deze leerlingen zo snel mogelijk Nederlands leren. OKAN wordt zowel in het lager als secundair onderwijs georganiseerd.
Ontwikkelingsdoelen voor het gewoon kleuteronderwijs zijn minimumdoelen die het Vlaams Parlement wenselijk acht voor die leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie.
Ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basis- en secundair onderwijs zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die het Vlaams Parlement wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van een bepaalde leerlingenpopulatie. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de ontwikkelingsdoelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes bij de leerlingen na te streven indien opgenomen in het handelingsplan.
Opleidingsprofielen beschrijven gedetailleerd de inhoud van opleidingen in de basiseducatie, het secundair volwassenenonderwijs en de niet-duale opleidingen in buso OV3. Ze geven ook aanvullende informatie.
In het secundair volwassenenonderwijs kunnen volwassenen hun diploma secundair onderwijs halen maar ook een beroep leren, hun taalvaardigheden verbeteren, ICT-skills of andere talenten ontwikkelen. De lessen worden gegeven in centra voor volwassenenonderwijs of CVO’s. Samen met de basiseducatie vormt het secundair volwassenenonderwijs het volwassenenonderwijs.
Sleutelcompetenties zijn clusters van inhoudelijk verwante competenties die de leerlingen moeten verwerven om te functioneren in de maatschappij en zich persoonlijk te ontplooien.
De eindtermen van de basisvorming in het secundair onderwijs worden niet langer gekoppeld aan vakken maar aan sleutelcompetenties:
- Andere talen
- Burgerschap
- Cultureel bewustzijn
- Digitale competenties
- Duurzaamheid
- Financieel-economische competenties
- Historisch bewustzijn
- Juridische competenties
- Leercompetenties
- Lichamelijke en geestelijke gezondheid
- Nederlands
- Ondernemingszin
- Ruimtelijk bewustzijn
- Sociaal-relationele competenties
- Wiskunde - natuurwetenschappen - technologie - STEM
- Zelfbewustzijn
Specifieke eindtermen zijn minimumdoelen met betrekking tot de specifieke kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes waarover een leerling van het voltijds secundair onderwijs beschikt om vervolgonderwijs aan te vatten. Ze worden vastgelegd voor alle studierichtingen uit de doorstroomfinaliteit en de dubbele finaliteit van de 3de graad van het secundair onderwijs
Standaardtrajecten beschrijven gedetailleerd de inhoud van duale opleidingen in het secundair onderwijs. Ze geven ook aanvullende informatie.
In de 1ste graad secundair onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen de A-stroom en de B-stroom. Leerlingen die op het einde van de basisschool hun getuigschrift behalen, kiezen voor de A-stroom of de B-stroom. Leerlingen die niet alle leerstof uit het basisonderwijs hebben verworven en hun getuigschrift dus niet behaalden, stromen door naar de B-stroom.
Studiedomeinen zijn interessegebieden die inhoudelijk verwante studierichtingen samenbrengen. De leerlingen van de 2de en 3de graad secundair onderwijs kiezen voor een domeinoverschrijdende studierichting (aso) of een domeingebonden studierichting (bso, kso, tso). Er zijn 8 studiedomeinen:
- Taal en Cultuur
- STEM
- Kunst en Creatie
- Land- en Tuinbouw
- Economie en Organisatie
- Maatschappij en Welzijn
- Sport
- Voeding en Horeca
Een studiegebied is een categorie waarin inhoudelijk verwante opleidingen zijn samengebracht. De term wordt gebruikt in het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs.
Uitbreidingsdoelen Nederlands zijn extra doelen bovenop de eindtermen met betrekking tot competenties in het Nederlands die door een bepaalde leerlingenpopulatie kunnen worden bereikt. Ze gelden enkel voor de 1ste graad van het secundair onderwijs.
Wetenschapsdomeinen zijn domeinen binnen de wetenschap die inhoudelijk samenhangende inhouden afbakenen.
Wetenschapsdomeinen vormen het structurerende kader voor de cesuurdoelen (tweede graad) en specifieke eindtermen (derde graad) in het secundair onderwijs, die zijn geformuleerd met het oog op vervolgonderwijs.
- Aardwetenschappen
- Algemene doorstroomcompetenties
- Bewegingswetenschappen
- Biologie
- Chemie
- Economie
- Filosofie
- Fysica
- Gedragswetenschappen
- Informaticawetenschappen
- Klassieke talen
- Kunst en cultuur
- Moderne talen
- Sociale wetenschappen
- STEM
- Wiskunde
Contact
Agentschap voor hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, kwalificaties & studietoelagen
Hendrik Consciencegebouw
Koning Albert II- laan 15 bus 132
1210 Brussel