Gedaan met laden. U bevindt zich op: Basisrechten en -plichten voor jongeren, ouders en scholen

Basisrechten en -plichten voor jongeren, ouders en scholen

Alle kinderen en jongeren in België hebben recht op onderwijs. De wet bepaalt ook dat ze moeten leren. 

Ouders hebben het recht zelf een school te kiezen. 

Elke school of onderwijsinstelling beschikt over pedagogische vrijheid, die ze verankert in een pedagogisch project. 
 

Leerplicht

Om het recht op onderwijs te garanderen, is er in Vlaanderen leerplicht vanaf 5 jaar. Ouders zijn verplicht hun kinderen te laten leren met het oog op hun ontwikkeling. In de praktijk sturen de meeste ouders in Vlaanderen hun kinderen naar school vanaf de leeftijd van 2,5 jaar.

Meer over de leerplicht.

Leerrecht

De leerplichtwet bepaalt dat alle kinderen en jongeren moeten leren. Die leerplicht is niet los te zien van het recht op onderwijs. Dat recht is ingeschreven in de grondwet en in diverse internationale verdragen, zoals het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind.

De overheid moet ervoor zorgen dat alle kinderen en jongeren recht hebben op onderwijs. Belangrijk hierbij is:

  • De beste leer- en ontwikkelingskansen te bieden voor alle leerlingen
  • Uitsluiting, segregatie en discriminatie te vermijden
  • Sociale verbondenheid te bevorderen

Het recht op onderwijs geldt voor ieder kind en iedere jongere in België. Ook kinderen zonder officiële verblijfsdocumenten hebben het recht om in een school in te schrijven.

Om het recht voor kinderen en jongeren op leren te garanderen, is regelmatige aanwezigheid op school verplicht.

Vrije schoolkeuze

Je mag als ouder een school voor je kind kiezen. De Belgische grondwet garandeert die vrije schoolkeuze van ouders (artikel 24).

Meer over de vrije schoolkeuze.

Pedagogische vrijheid van een school

Elke school heeft een pedagogisch project. Het schoolbestuur werkt dat uit voor de school of voor alle scholen onder zijn bevoegdheid. De keuze voor een bepaald pedagogisch project is vrij en vormt de levensbeschouwelijke of filosofische basis voor het onderwijs in de betrokken scholen.

  • Het vrij onderwijs vertrekt vaak vanuit een levensbeschouwelijke visie: islamitisch, joods, katholiek, protestants…
  • Het officieel onderwijs (gemeenschapsonderwijs en officieel gesubsidieerd onderwijs) is neutraal en staat bijgevolg open voor alle levensbeschouwingen.
  • Methodescholen bieden onderwijs aan volgens een bijzondere pedagogische en didactische methode en vertrekken vanuit de leefwereld van het kind.

Daarnaast is ook de keuze van een opvoedingsconcept en de daaraan gekoppelde opvoedingsmethode vrij.

Om erkend en financieel gesteund te worden door de overheid, moet een school wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de school voldoende uitgerust zijn en over genoeg didactisch materiaal beschikken. De gebouwen moeten bewoonbaar, veilig en hygiënisch zijn.