Omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen
In bepaalde gebieden zijn wijzigingen aan vegetaties of kleine landschapselementen verboden of vergunningsplichtig. Hiervoor moet u een een omgevingsvergunning voorvegetatiewijzigingen aanvragen (de vroegere natuurvergunning).
Als u naast de omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen ook nog een vergunning nodig heeft voor kleinhandelsactiviteiten, exploitatie van de ingedeelde inrichting of stedenbouwkundige handelingen, kan dat in één aanvraag (“omgevingsproject”).
Wanneer heb ik een omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen nodig?
U hebt een vergunning nodig bij wijzigen van kleine landschapselementen of vegetaties in specifieke gebieden.
Verboden te wijzigen
Deze landschapselementen mogen niet gewijzigd worden.
- holle wegen
- graften (sterke knikken in het reliëf van hellinggronden; ze zijn meestal begroeid met bomen of struiken)
- bronnen.
Deze vegetaties mogen niet gewijzigd worden:
- historisch permanente graslanden (en daaraan verbonden micro-reliëf en poelen), die gelegen zijn
- in de groene bestemmingen (groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden) op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden
- in beschermd cultuurhistorisch landschap
- in de beschermingsgebieden Poldercomplex en Het Zwin
- op de kaart opgemaakt door de Vlaamse Regering.
- vennen en heiden
- moerassen en waterrijke gebieden
- duinvegetaties.
Een ontheffing op dit verbod op het wijzigen van kleine landschapselementen of vegetaties moet u aanvragen bij de provinciale dienst AVES van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
Stappenplan aanvraag
- Stap 1
Bekijk voor u indient de handleiding omgevingsloket vegetatiewijzigingen(PDF bestand opent in nieuw venster).
Weet u niet goed wat te doen? Stap naar de gemeente kan u informeren over
- welke procedure van toepassing is voor uw aanvraag
- tot welke overheid u de aanvraag moet richten (gemeente, provincie of Vlaams gewest).
- een eventuele dossiertaks verbonden aan het indienen van een aanvraag.
Met onderstaande formulieren kunt u de digitale aanvraag voorbereiden. Zo weet u precies welke vragen gesteld worden en welke stukken nodig zullen zijn.
Het formulier kan met een letter-cijfer code (bv B25) verwijzen naar één of meerdere addenda. U vindt de addenda in de addendabibliotheek. Technische voorschriften vindt u in de normenboeken voor dossiersamenstelling.Formulieren voorbereiding aanvraag vergunning
- Aanvraagformulier B01(Word bestand opent in nieuw venster)
- Toelichting bij aanvraagformulier B01(Word bestand opent in nieuw venster)
Oefenloket
U kunt het loket vrijblijvend verkennen met het oefenloket(opent in nieuw venster). De aanvragen die u in dit oefenloket ingeeft, worden niet door de bevoegde overheid behandeld.
- Stap 2
Doe de aanvraag door aan te melden in het omgevingsloket(opent in nieuw venster) en te kiezen voor ‘Een nieuw project starten’ → ‘aanvraag omgevingsproject’.
Wat na de aanvraag of melding?
Registreren van het begin en einde van de werken
Wanneer de omgevingsvergunning definitief is, kunnen de werken worden uitgevoerd.
De omgevingsvergunning is definitief wanneer er geen geldig beroep is aangetekend of wanneer een vergunning wordt verleend in laatste aanleg (na een beroepsprocedure). In het geval van een beroepsprocedure meldt u de start van de werken na het registreren van de beslissing.
U meldt het begin en het einde van de werken via het Omgevingsloket. Zowel de start als het einde van de werken kunnen in het verleden plaatsvinden. Dit kan nodig zijn in het kader van een regularisatie.
Melden start van de werken:
U kiest in uw project onder de tab ‘Projectverloop’ de actie “Registreren van de start van de werken”.
Melden einde van de werken:
U kiest in uw projectonder de tab ‘Projectverloop’ de actie “Registreren van het einde van de werken”.