Gedaan met laden. U bevindt zich op: Laadpunt, snellaadstation of stopcontact

Laadpunt, snellaadstation of stopcontact

Er zijn 3 manieren om uw elektrische wagen te laden. Aan een stopcontact (Mode 2), aan een laadpunt (Mode 3) of aan een snellaadstation (Mode 4).

Laadpunt (Mode 3)

Laden aan een laadpunt (Mode 3) kan aan een laadpunt op de openbare weg of aan een laadpunt thuis. Het laadpunt staat dan tegen een muur of op een paal. Er bestaan laadpunten met een vermogen van 3,7 kW tot 22 kW en meer. Die laadpunten hebben ofwel een vaste laadkabel ofwel een stopcontact.

Als er een vaste laadkabel is, moet u alleen de juiste connector nog insteken. Er bestaan twee types connectoren afhankelijk van hoe uw elektrisch voertuig gebouwd is.

  • de type 1-connector = Yazaki-connector
  • de type 2 -connector = Mennekes-connector

Als er geen vaste laadkabel is, dan is er een speciaal stopcontact aan de laadpaal. In Europa is dat altijd het Mennekes-stopcontact type 2. Daar moet u dan een Mode 3-laadkabel op aansluiten met de juiste connector type 2: de Mennekes-connector. Als uw laadkabel niet bij uw elektrisch voertuig inbegrepen is, kunt u een bij een autoverkoper kopen.

    Snellaadstation (Mode 4)

    Wanneer u niet veel tijd heeft, kunt u laden aan een snellaadstation. Bij een gemiddeld verbruik van 17 kWh per 100 km kunt u met 50 kW op een half uur voor een afstand van ruim 100 km bijladen. U kunt er laden via Mode 3 en Mode 4. De laadkabel is altijd vast verbonden aan het station. U heeft dus geen laadkabel bij u nodig. Veel laadstations zijn uitgerust met drie kabels met elk een andere connector:

    • Als u wilt laden aan een laadpunt (Mode 3) dan kan dat met een type 2-connector: Mennekes-connector.
    • Wilt u laden aan een snellaadstation (Mode 4) dan kan dat met een Chademo-connector en de CCS2-connnector.

    Snelladen is bedoeld voor de eerste 80%. U kunt met 80% perfect gaan rijden. Voor de overige 20% is meer tijd nodig.

    Stopcontact (Mode 2)

    Als er geen laadpunt beschikbaar is dan kan u in veel gevallen ook gewoon thuis laden via een stopcontact met . Om te laden aan een stopcontact (Mode 2) heeft u een Mode 2-laadkabel nodig. Meestal krijgt u die bij de aankoop van uw voertuig samen met een In- Cable Control Box (ICCB) of een In-Cable Control- and Protecting Device (IC-CPD). Dat is een bakje dat de beveiligingen bevat die anders in het laadpunt zitten. Daarnaast heeft de kabel ook een connector en een gewone stekker. Als de laadkabel niet bij de aankoop van uw voertuig zit, kan u er een kopen bij een autoverkoper

    Het stopcontact moet aan 3 eisen voldoen:

    • De elektrische installatie in haar geheel en het stopcontact in het bijzonder moeten in goede staat zijn.
    • Het stopcontact moet een aarding hebben.
    • Bij een beperkt aantal elektrische voertuigen en laadkabels is een zogenaamde “” vereist (een van de 2 elektriciteitsdraden om een stopcontact te voeden). Een aantal elektrische voertuigen en Mode 2-laadkabels kunnen niet laden als er geen nulgeleider is. Als uw elektrisch voertuig niet wil laden dan kan u een transformator (laten) plaatsen.

    Laden aan een stopcontact (Mode 2) moet niet per definitie via een gewoon stopcontact. Wie over een industrieel (CEE) stopcontact beschikt (zie CEE-stopcontacten), kan dat gebruiken (met een Mode 2-laadkabel en de juiste stekker). Opgelet, CEE-stopcontacten zijn niet toegelaten in woningen, omdat ze geen kinderbeveiliging hebben (een klep die het stopcontact afsluit als het niet gebruikt wordt, is niet voldoende omdat die met één hand geopend kan worden).

    Wilt u weten wat er allemaal bij komt kijken om thuis te laden? Bekijk hier alle informatie om uw elektrische auto thuis te laden.

    Let op

    Het gebruik van een verlengkabel of stekkerdoos wordt sterk afgeraden, want die zorgen voor extra verliezen en kunnen te warm worden. Als u toch een verlengkabel of kabelhaspel wil gebruiken, moet die volledig afgerold worden. De temperatuur in een opgerolde kabel wordt namelijk ontoelaatbaar hoog, zelfs bij een laadstroom van maar 10A.

    Laadtijd

    De laadtijd hangt af van de capaciteit van de batterij in uw wagen en het vermogen van het laadpunt. Aan een gewoon stopcontact reken je best 6 tot 10 uur om uw wagen volledig op te laden. Aan een laadpunt gaat het meestal sneller en bij snelladers kan het al op een halfuur, als de wagen het toestaat.

    U kunt de laadtijd (in uur) eenvoudig berekenen door de hoeveelheid energie die u wil laden (in kWh) te delen door het vermogen waarmee u laadt (in kW) en door het rendement van het laden. Delen door het rendement is noodzakelijk omdat niet al de geleverde energie opgeslagen wordt in de batterij, er gaat altijd een klein deel verloren. Een goede richtwaarde voor het rendement is 90%.

    Als u bijvoorbeeld een verbruik van 20 kWH wil laden met een vermogen van 10 kW en een rendement van 90% zal dat ongeveer 2 uur en een kwart duren. Wilt u een verbruik van 17 kWH per 100 km laden dan duurt dat iets minder dan 2 uur om voor 100 km bij te laden.

    Wanneer de batterij ongeveer 80% tot 90% vol is, wordt het laden om veiligheidsredenen automatisch vertraagd, tot het bij 100% helemaal stopt. Reken daarom een half uur tot een uur extra om de batterij helemaal vol te laden. U hoeft dat niet iedere keer te doen, maar wel af en toe. Respecteer altijd de aanbevelingen van de fabrikant.