Jaarlijkse meting van het sociaal woonaanbod
Wonen in Vlaanderen meet elk jaar - dus ook in de jaren waarin geen voortgangstoets plaatsvindt - het sociaal woonaanbod. De meting geeft de stand van zaken per gemeente weer op 31 december van het voorgaande jaar. De meting gebeurt op basis van gegevens van:
- Wonen in Vlaanderen
- het Vlaams Woningfonds (VWF)
- de gemeenten.
Wonen in Vlaanderen houdt bij de meting rekening met:
- het gerealiseerde sociaal woonaanbod
- het geplande sociaal woonaanbod
- de projecten in uitvoering.
Wonen in Vlaanderen beschikt zelf over de aantallen en bijhorende adressen van de sociale huurwoningen in beheer van de woonmaatschappijen, en ontvangt van het VWF en de gemeenten het aantal en de adressen van de sociale huurwoningen die zij in eigen beheer verhuren.
Na de meting kunnen de gemeenten de bij de aantallen woningen horende adressen raadplegen via een rapporteringstool van Wonen in Vlaanderen (en niet langer via RWO Data Manager, dat ophoudt te bestaan). De rapporteringstool wordt ter beschikking gesteld van zodra deze klaar is.
Zodra u de resultaten van de meting kan raadplegen, past Wonen in Vlaanderen de BSO-teller in het Projectportaal aan. Op basis van de BSO-teller kan een gemeente de BSO-toets uitvoeren. De BSO-toets gaat na of een sociaal woonproject past binnen het bindend sociaal objectief.
Gemeenten die volgens de meting het BSO bereikt hebben, kunnen een sociaal woonbeleidsconvenant sluiten.