Gedaan met laden. U bevindt zich op: Subsidies 50 plattelandsgemeenten Financiering

Subsidies 50 plattelandsgemeenten

50 plattelandsgemeenten ontvangen jaarlijks een investeringssubsidie die ze autonoom kunnen besteden aan investeringen in materiële vaste activa.

De Vlaamse Regering richtte in 2017 een Vlaams fonds op voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen. Dat fonds heeft een tweeledig doel:

  • de centrumsteden, 21 provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ondersteunen bij investeringen in stadsvernieuwingsprojecten én om
  • plattelandsgemeenten extra financiële ruimte geven voor investeringen binnen de eigen lokale context.

24,27% van het fonds is voorzien voor de investeringssubsidie voor 50 plattelandsgemeenten. De overige 75,73% wordt verdeeld over de centrumsteden, provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Berekening

  • Stap 1

    Vaststelling doellijst

    De Vlaamse Regering stelt een doellijst vast van gemeenten op basis van hun plattelandskenmerken. Ze stelt die doellijst vast voor een periode van 6 jaar die overeenstemt met de lokale beleidscyclus.

  • Stap 2

    Rangschikking van doelgemeenten

    Er wordt een rangschikking gemaakt op basis van 2 criteria: het gemiddeld aantal inwoners per km² en het percentage bebouwde oppervlakte. De eerste 50 gerangschikte gemeenten op de doellijst zijn de doelgemeenten.

  • Stap 3

    Opstelling prioriteringslijst

    De Vlaamse Regering stelt een prioriteringslijst op voor de verdeling van het beschikbare vastleggingskrediet. Ze stelt die prioriteitenlijst vast voor een periode van 6 jaar, die overeenstemt met de lokale beleidscyclus. De doelgemeenten worden gerangschikt door middel van een formule die rekening houdt met 3 criteria:

    • het onroerend inkomen van de doelgemeente
    • de aanvullende personenbelasting van de doelgemeente
    • het aantal inwoners van de doelgemeente.
  • Stap 4

    Berekening jaarlijkse subsidie per gemeente

    De jaarlijkse subsidie per gemeente wordt bepaald op basis van de vermenigvuldiging van het aantal kilometer lokaal verhard wegennet waarvoor de betrokken gemeente exclusief bevoegd is met een bepaalde factor die afhankelijk is van de waarde die een gemeente heeft op de prioriteringslijst.

    Het bedrag van de subsidie wordt aan de betrokken gemeenten uitgekeerd beginnende met de gemeente die het hoogst op de prioriteringslijst staan en dit totdat het specifiek jaarlijks vastgesteld budget is uitgeput.

De doellijst en de prioriteitenlijst kunnen voor het eerst herzien worden met ingang van 1 januari 2024, met inwerkingtreding vanaf het begin van de lokale beleidscyclus die daarop volgt (vanaf 1 januari 2026).

Boeking

Plattelandsgemeenten moeten de subsidie die ze uit het fonds ontvangen, besteden aan investeringen in materiële vaste activa.

De gemeenten moeten die subsidie in hun boekhouding in principe dan ook inschrijven als investeringssubsidie in kapitaal met vordering op korte termijn (algemene rekening 150). Zolang er nog geen activa tegenover de subsidie staan, moet ze worden geboekt op de algemene rekening 18 (Schulden op lange termijn uit niet-ruiltransacties). Functioneel wordt ze in beide gevallen via het beleidsveld 0010 (Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus) toegewezen aan de algemene financiering. De is 300 (Vlaamse overheid).