Gedaan met laden. U bevindt zich op: Financieel evenwicht en autofinancieringsmarge Financieel beleid en beheer (BBC)
Financieel evenwicht en autofinancieringsmarge
De lokale besturen moeten aantonen dat ze financieel gezond zijn. Dat gebeurt met een aantal evenwichtsnormen en indicatoren die de gemeenten en OCMW’s in hun beleidsrapporten opnemen.
Financieel evenwicht
De meerjarenplannen van de gemeenten en hun OCMW moeten beantwoorden aan de volgende evenwichtsnormen:
- het toestandsevenwicht: het geraamde moet per boekjaar groter of gelijk zijn aan nul;
- het structureel evenwicht: de geraamde moet in het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan groter of gelijk zijn aan nul. Dit duidt aan dat het bestuur zijn netto lasten uit kapitaalsaflossingen van leningen en leasings kan dragen met het overschot uit de gewone werking (exploitatiesaldo).
Algemene rekeningen voor de budgettaire verrichtingen | Voorbeeld | |
---|---|---|
I. Exploitatiesaldo (a-b) | 200 | |
a. Ontvangsten | AR 70 tot en met 75 + AR 7940 | 1.000 |
b. Uitgaven | AR 60 tot en met 65 + AR 6940 | 800 |
II. Netto periodieke aflossingen (a-b) | 110 | |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen | AR 421 tot en met 424 (uitgezonderd AR 424-2 en 424-3 voor geïntegreerde rapporten gemeente en OCMW) | 150 |
b. Periodieke terugvordering leningen | AR 4943 (uitgezonderd AR 4943-2 en 4943-3 voor geïntegreerde rapporten gemeente en OCMW) + AR 4944 + AR 4952 | 40 |
III. Autofinancieringsmarge (I-II) | 90 |
Autofinancieringsmarge
De beleidsrapporten bevatten aanvullend ook 2 indicatoren (geen normen):
- de : geeft het structureel evenwicht weer zonder dat de door het bestuur gekozen financieringswijze een rol speelt. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge komt overeen met de autofinancieringsmarge indien de aflossingen 8% van de openstaande leningslast zouden bedragen.
- de geconsolideerde autofinancieringsmarge: vult de autofinancieringsmarge van de gemeente en het OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven (en, in voorkomend geval, van de districten).
Algemene rekeningen voor de budgettaire verrichtingen | Voorbeeld | |
---|---|---|
I. Autofinancieringsmarge | 90 | |
II. Correctie op de periodieke aflossingen (a-b) | -50 | |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen | AR 421 tot en met 424 (uitgezonderd AR 424-2 en 424-3 voor geïntegreerde rapporten gemeente en OCMW) | 150 |
b. Gecorrigeerde aflossingen o.b.v. de financiële schulden | 8% van de | 200 |
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge (I+II) | 40 |
Benieuwd hoe groot de autofinancieringsmarge van je lokaal bestuur is, raadpleeg onze tool ‘Financieel profiel lokaal bestuur’.
Wens je een overzicht van de autofinancieringsmarge per lokaal bestuur, ga naar de BBC-analysetool.
Geïnteresseerd hoe het met de globale autofinancieringsmarge van de Vlaamse lokale besturen is gesteld, lees onze studies en analyses.