Gedaan met laden. U bevindt zich op: Toelichting BBC 3.0

Toelichting

De toelichting geeft betere informatie over de investeringen, de financiële schulden, de personeelsinzet en de verbonden entiteiten. Daarnaast zijn ook de overzichten van de ontvangsten en uitgaven volgens hun functionele en economische aard aangepast.

De aangepaste regels, nieuwe schema’s en andere rekeningenstelsels voor de opmaak van beleidsrapporten gelden vanaf het meerjarenplan 2026-2031.

Investeringen

De raadsleden zullen vanaf 2026 een globaal overzicht van de investeringen krijgen. Het huidige schema voor de rapportering over de investeringsprojecten per prioritaire actie verdwijnt. De voorstelling van de investeringsprojecten per prioritaire actie blijkt voor de raadsleden te technisch en biedt onvoldoende overzicht van de investeringen.

Het nieuwe overzicht bevat:

  • een beknopte omschrijving van de investering
  • de geraamde uitgaven en de eventuele geraamde ontvangsten (bv. investeringssubsidies).

In de planningsdocumenten moet het minstens de volledige periode van het meerjarenplan bestrijken en de investeringen per boekjaar tonen. Als de investering de periode van het meerjarenplan overschrijdt, moet het bestuur ook het geraamde bedrag weergeven voor de jaren die buiten de periode van het (aangepaste) meerjarenplan vallen.

De besturen bepalen zelf hoe ze het overzicht van hun investeringen presenteren en de indeling die ze daarbij als invalshoek gebruiken. Zo kan een bestuur kiezen voor een voorstelling volgens een bepaalde economische of functionele indeling, een indeling volgens doelstellingen, een combinatie daarvan, of nog een andere ordening.

Bij een aanpassing van het meerjarenplan visualiseert het bestuur in dit overzicht ook de wijzigingen ten opzichte van de voorgaande planning. Ook hier kiest het bestuur zelf op welke concrete manier het dat doet (bv. in kleuren, aparte blokken naast, onder of in mekaar, enz.).

Ontvangsten en uitgaven volgens hun functionele aard

Het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun functionele aard (schema T1) toont de totale geraamde uitgaven en ontvangsten volgens de indeling in beleidsdomeinen die het bestuur zelf gekozen heeft. Net zoals vroeger geeft het bestuur in de documentatie een volledig overzicht van de samenstelling van de beleidsdomeinen met de beleidsvelden die het er heeft in opgenomen.

Om de leesbaarheid te bevorderen bevat dat schema per beleidsdomein alleen nog de totale uitgaven en ontvangsten en niet langer uitgesplitste bedragen (exploitatie, investeringen, financiering, saldo). Door onderaan het schema de totale uitgaven en ontvangsten toe te voegen voor alle beleidsdomeinen samen, kunnen raadsleden gemakkelijk het aandeel afleiden van elk beleidsdomein in het totale budget.

Ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard

De wijzigingen aan het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) zijn beperkt.

De rubriek “ontvangsten uit de werking” is uitgesplitst in 2 rubrieken:

  • “ontvangsten uit retributies”
  • “andere ontvangsten uit de werking”.

Diezelfde uitsplitsing komt vanaf de jaarrekening over het jaar 2026 ook voor in de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).

Het schema toont ook de inkomsten uit administratieve boetes in een afzonderlijke rubriek in plaats van in 1 bedrag samen met de lokale belastingen. Die verdere uitsplitsing levert extra beleidsinformatie voor de raadsleden, de Vlaamse overheid en de andere gebruikers van de BBC-data. De inkomsten uit gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes voor bv. zwerfvuil, overlast, lichte snelheidsovertredingen en parkeerinbreuken) vertonen de laatste jaren een sterk stijgende tendens. Raadsleden wensen daar rechtstreeks vanuit de schema’s zicht op te krijgen.

A. Operationele ontvangsten
1. Ontvangsten uit de werking
a. Ontvangsten uit retributies
b. Andere ontvangsten uit de werking
2. Fiscale ontvangsten en boetes
a. Aanvullende belastingen
- Opcentiemen op de onroerende voorheffing
- Aanvullende belasting op de personenbelasting
- Andere aanvullende belastingen
b. Andere belastingen
c. Boetes

Het nieuwe schema T2 bevat onderaan de samenvatting van de samenstelling van het budgettair resultaat en het aandeel van de exploitatie, de investeringen en de financiering in het globale resultaat.

Financiële schulden

Het schema van de financiële schulden is grondig aangepast om het leesbaarder en minder technisch te maken voor de raadsleden. De onderstaande figuur toont het nieuwe schema (T3). Het geeft een overzicht van:

  • de (geraamde) financiële schulden op 1 januari van het boekjaar
  • de nieuwe leningen en leasings die het bestuur volgens de budgettaire planning zal aangaan
  • de kapitaalsaflossingen die zullen gebeuren
  • de (geraamde) financiële schuld die daar op 31 december van het boekjaar uit volgt.

Elke rubriek maakt onderscheid tussen schulden:

  • uit obligatieleningen
  • uit leasingcontracten en soortgelijke overeenkomsten (bv. erfpachten)
  • uit leningen van banken
  • uit andere leningen.

Raadsleden zien in dat schema in 1 oogopslag hoe de financiële schulden van het bestuur evolueren.

Schema T3 Evolutie van de financiële schulden
Geraamde financiële schuldenBoekjaar 1Boekjaar 2Boekjaar 3Boekjaar 4Boekjaar 5Boekjaar 6
  1. Financiële schulden op 1 januari
  • Obligatieleningen
  • Leasingschulden en soortgelijke schulden
  • Schulden aan kredietinstellingen
  • Andere leningen
  1. Nieuwe leningen en leasings
  • Obligatieleningen
  • Leasingschulden en soortgelijke schulden
  • Schulden aan kredietinstellingen
  • Andere leningen
  1. Aflossingen
  • Obligatieleningen
  • Leasingschulden en soortgelijke schulden
  • Schulden aan kredietinstellingen
  • Andere leningen
  1. Financiële schulden op 31 december (1 + 2 + 3)
  • Obligatieleningen
  • Leasingschulden en soortgelijke schulden
  • Schulden aan kredietinstellingen
  • Andere leningen

In de jaarrekening bevat het schema met de evolutie van de financiële schulden (het nieuwe schema T3 (J)) de volgende bedragen:

  • de financiële schulden op 31 december van het boekjaar, ingedeeld volgens het type schuld en de termijn waarop de schuld vervalt
  • de periodieke en niet-periodieke kapitaalsaflossingen van leningen en leasings
  • de betaalde rente
  • de nieuwe leningen en leasings die het bestuur in de loop van het boekjaar is aangegaan
  • de openstaande vorderingen voor toegestane of overgenomen gewaarborgde leningen die het bestuur heeft toegekend aan andere organisaties
  • de bedragen die de besturen in de loop van het boekjaar ontvangen hebben uit terugvorderingen van toegestane en overgenomen gewaarborgde leningen.

Personeelsinzet

De personeelskosten vertegenwoordigen een bijzonder groot aandeel in de uitgaven van een gemeente. Het is belangrijk dat raadsleden die kosten en de evolutie van het personeelsbestand goed kunnen opvolgen. Het schema met de uitgaven en ontvangsten volgens hun economische aard (schema T2) bevat de uitgaven per soort van personeelskost.

a. Politiek personeel
b. Vast benoemd niet-onderwijzend personeel
c. Niet vast benoemd niet-onderwijzend personeel
d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur
e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden
f. Andere personeelskosten
g. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

Vanaf 2026 bevat de toelichting ook een overzicht van de personeelsinzet. Zo krijgen de raadsleden in de beleidsrapporten een zicht op het personeelsbestand dat schuilt achter de (geraamde) personeelsuitgaven.

De regelgeving legt geen schema of gedetailleerde regels op. Elk bestuur kiest zelf hoe het dat overzicht concreet opbouwt en voorstelt. Het volstaat om een actueel overzicht te geven van het aantal voltijds equivalenten (VTE) volgens een indeling in de afdelingen of diensten van het bestuur. Verdere onderverdelingen of toevoegingen zijn mogelijk, maar niet verplicht.

Om relevante bijkomende informatie aan te reiken, kan het bestuur er bijvoorbeeld voor kiezen om naast het aantal VTE ook het aantal koppen te vermelden of om de informatie te verfijnen door de aantallen verder in te delen volgens het dienstverband, het geslacht, een aantal leeftijdscategorieën, het niveau, enz.

Voor het meerjarenplan en de aanpassing ervan legt de regelgeving geen vaste datum voor de inventarisatie van de personeelsinzet op. Bij voorkeur bevat het overzicht de datum waarop het bestuur de “foto” gemaakt heeft. Voor de jaarrekening gebeurt de momentopname op 31 december van het boekjaar in kwestie.

Het bestuur hoeft in het overzicht geen rechtstreekse link op te nemen met de (geraamde) uitgaven. Dat betekent dat een actuele momentopname volstaat en dat het niet verplicht is om de aantallen in een evolutief perspectief (voor de 6 jaar van het meerjarenplan) op te nemen.

Als het bestuur van plan is om in de loop van het meerjarenplan belangrijke personeelsbewegingen door te voeren, is het wel nuttig om die informatie te vermelden. Een bijkomende duiding over een vooropgestelde stijging of daling van het aantal VTE kan de raadsleden ook een beter inzicht geven in de evolutie van de geraamde personeelsuitgaven die zichtbaar is in de financiële nota.

Verbonden entiteiten

Vanaf 2026 bevat de toelichting een volledig overzicht van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de andere verbonden entiteiten met de gemeentelijke financiële tussenkomsten ervoor.

De raadsleden gaven bij de evaluatie immers duidelijk aan dat ze onvoldoende zicht hebben op de activiteiten van en de uitgaven voor organisaties waarmee de gemeente nauw verbonden is, zoals de politie- en hulpverleningszone en de intercommunales. Hoewel de huidige regels voorschrijven dat de documentatie bij de beleidsrapporten een overzicht van de verbonden entiteiten moet bevatten, plaatsen we de informatie over die verbonden entiteiten dus meer op de voorgrond.