Aangifte overlijden en toestemming begraving of crematie
Een arts stelt het overlijden van een persoon officieel vast door een overlijdensattest. De begrafenisondernemer of iemand anders geeft het overlijden vervolgens zo snel mogelijk aan bij de dienst burgerlijke stand van de plaats van overlijden. Die aangifte van overlijden is een federale materie. Een ambtenaar van de burgerlijke stand verleent daarna toestemming voor de begraving of crematie van de overledene.
De aangifte van overlijden gebeurt op basis van volgende documenten:
- het overlijdensattest dat de arts heeft geschreven
- de identiteitskaart van de overledene
- eventueel een laatste wilsbeschikking van de overledene.
Bij een verdacht of gewelddadig overlijden zijn extra documenten nodig:
- het proces-verbaal van een officier van de politie
- de toelating tot begraven of cremeren van de procureur des Konings.
Overlijdensakte
Een akte van overlijden bewijst het feit van het overlijden en stelt de identiteit van de overledene vast. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft die akte nodig om toestemming te geven tot vervoer, begraving of crematie van de overledene.
De akte van overlijden vermeldt:
- de naam, de voornamen, de geboortedatum en geboorteplaats van de overledene, of, in geval het gaat om een onbekende, de op het ogenblik van de opmaak van de akte beschikbare gegevens
- de plaats, de datum en het uur van het overlijden of het levenloos aantreffen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van overlijden stelt een overlijdensakte op.
De gemeente in kwestie stuurt de akte daarna door naar de gemeente waar de overledene woonde.
Voor akten van overlijden wordt het recht op een afschrift of uittreksel beperkt tot:
- de overlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende
- de wettelijke vertegenwoordiger (bv. ouder, voogd, bewindvoerder)
- bloedverwanten in opgaande of neerdalende lijn (geen aanverwanten en zijtakken)
- de erfgenamen
- bijzondere gemachtigden zoals een notaris of advocaat.
Als de akte meer dan 50 jaar oud is, heeft iedereen recht op een afschrift of uittreksel.
Toestemming tot begraven of cremeren
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet toestemming geven om een overledene te laten begraven of cremeren. Dat gebeurt op basis van een schriftelijke aanvraag bij de dienst Burgerzaken waar het overlijden is aangegeven. Meestal zorgt de begrafenisondernemer voor deze aanvraag.
De schriftelijke aanvraag bevat :
- de aanvraag tot begraven of cremeren
- een attest van de arts die het overlijden heeft vastgesteld. Dat attest vermeldt of het om een natuurlijk, gewelddadig of verdacht overlijden gaat.
- Bij vaststelling van een natuurlijk overlijden is er bij crematie een tweede verslag nodig van een door het gemeentebestuur aangestelde arts.
- Bij de vaststelling van een gewelddadig of verdacht overlijden is er toelating nodig van de Procureur des Konings.
De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert of de overledene een laatste wilsbeschikking heeft laten registeren en verleent ten vroegste 24 uur na ontvangst van de aanvraag toestemming tot begraving of crematie.
Regelgeving
Aangifte van overlijden
Een overlijdensaangifte is de registratie van het overlijden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente waar de persoon is overleden.
- Stap 1
De vaststelling van het overlijden zelf gebeurt door een arts. Die stelt een overlijdensattest op.
- Sterft iemand thuis, dan stelt de huisarts of dokter met wachtdienst een overlijdensattest op.
- Overlijdt iemand in een ziekenhuis of een andere zorgvoorziening, dan zorgt de verantwoordelijke daar voor een overlijdensattest.
- Bij een dodelijk ongeval stelt de politie in het bijzijn van een arts een proces-verbaal op.
- Stap 2
De begrafenisondernemer of iemand anders geeft het overlijden zo snel mogelijk aan bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden
- Stap 3
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van overlijden op. Dat is het officiële bewijsstuk van het overlijden.