Duurzaamheid Herman Teirlinckgebouw
Het Herman Teirlinckgebouw is het grootste passiefkantoor van België. Het behaalt 4 sterren op vlak van duurzaamheid volgens het Handboek ‘waardering van kantoorgebouwen’ van de Vlaamse overheid - de hoogst haalbare score.
Wat zijn de algemene kenmerken van het Herman Teirlinckgebouw als passief gebouw?
- Het Herman Teirlinckgebouw heeft een goed geïsoleerde gebouwschil om het warmteverlies door muren, daken en ramen te beperken.
- Het gebouw heeft een aangenaam binnenklimaat voor de gebruiker.
- Ramen zorgen voor uitzicht, daglicht en passieve warmtewinsten, maar kunnen in de zomer snel tot ongewenste zonne-instraling zorgen. In een juist evenwicht wordt in het Herman Teirlinckgebouw voldoende licht binnengehaald maar oververhitting voorkomen. Zonwering aan de buitenkant kan ongewenste zonne-instraling beperken.
- Het gebouw is luchtdicht om ventilatieverliezen te beperken.
- Het is compact: door het verliesoppervlak te verkleinen, verbetert de verhouding tussen de gebouwschil en het te verwarmen volume.
- De warmte wordt gerecupereerd: met de afgevoerde warmte uit de ‘gebruikte’ lucht wordt de binnenstromende lucht gewarmd. Dit gebeurt in aparte circuits, er kan geen onderlinge vervuiling optreden.
Passieve verwarmings- en koeltechnieken
Zonnepanelen
Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit voor eigen verbruik. Op het dak werden 1195 zonnepanelen geïnstalleerd, ongeveer 2000 m². Dit komt overeen met een productie van ongeveer 285 MWh/ jaar, te vergelijken met een gemiddeld verbruik van ruim tachtig Vlaamse gezinnen. Ruwweg geschat wordt zo’n 25% van het primaire energieverbruik van het Herman Teirlinckgebouw hiermee gedekt.
Water als kostbaar goed
Het regenwater wordt opgevangen en hergebruikt voor de spoeling van de toiletten en de adiabatische koeling. Helaas kan het opgevangen regenwater niet de volledige behoefte van het gebouw dekken. Zo zetten we naast regenwaterrecuperatie in op de beperking van het drinkwaterverbruik. Daartoe zijn alle toiletten en urinoirs waterbesparend. Ook bij kranen en douches worden sensoren of doorloopbegrenzers ingezet om het verbruik aan drinkwater te beperken.
De juiste hoeveelheid licht
De ramen zijn zo ontworpen dat er veel daglicht binnenvalt. Tegelijkertijd worden verblinding en te veel opwarming in de zomer voorkomen. De betonnen kaders zijn voorzien van horizontale regels in het bovenste gedeelte. Deze zorgen er enerzijds ervoor dat het licht naar het plafond van de ruimte gekaatst wordt, wat zorgt voor meer daglicht. Anderzijds zijn dit ook kleine ‘luifels’ die de zon in de zomer buiten houden.
Betonnen kaders voorzien van horizontale regels
Aanvullend aan het daglicht is kunstlicht voorzien. De verlichtingsarmaturen zijn voorzien van sensoren die meten hoeveel daglicht op elk moment binnenvalt. Afhankelijk van de hoeveelheid daglicht wordt de kunstverlichting gedimd. Dit principe van daglichtsturing voorkomt dat lichten onnodig branden.
Materialen
Bij de materiaalkeuze werd rekening gehouden met een aantal duurzame aspecten.
Aangenaam gebruikscomfort centraal
Bij de uitwerking van een duurzaam werkplekconcept staat het comfort van de gebruiker centraal. Dit comfort omvat verschillende aspecten: een goede akoestiek, een aangenaam thermisch comfort zowel in de winter als in de zomer, geen tocht nochdroge lucht, veel licht en lucht, mooie gevarieerde uitzichten, … .
In optimale werkcondities kan de gebruiker het binnenklimaat beïnvloeden. Door ramen te openen, het licht te regelen, de zonwering in te stellen. In het Herman Teirlinckgebouw wordt met deze mogelijkheden een hoogwaardige en duurzame werkplek geboden.
Akoestiek
In de vergaderzalen maar ook in alle andere zones heerst een aangename akoestiek – het gevolg van de nodige berekeningen en simulaties. Op de kantoorverdiepingen zorgen de vrij hangende ronde akoestische eilanden – baffels – voor de gewenste ruimteakoestiek.
Groen verhoogt belevingskwaliteit
De serres en tuinen verhogen de belevingswaarde van het gebouw. In Het Herman Teirlinckgebouw liggen de kantoorvloeren rondom grote groene wintertuinen. Door hun beglazing worden de serres als winter- en zomertuinen gebruikt. Ze garanderen een optimaal daglicht en aangenaam uitzicht vanuit de werkplekken. De vides en tuinen bieden de gebruikers een werkplek met een eigen identiteit binnen het grotere gebouwvolume. De bewoners van het gebouw kunnen door de tuinen heen kijken, waardoor de verschillende entiteiten met elkaar verbonden worden.
Binnenstraat als kloppend hart
Het Herman Teirlinckgebouw heeft een overdekte binnenstraat, net zoals het Koninklijk Pakhuis. Deze binnenstraat vormt de hoofdingang van het gebouw. Rond de binnenstraat liggen de gemeenschappelijke functies: de polyvalente ruimte, het restaurant, het groot auditorium, de ontvangstruimten, de broodjesbar … . Op de eerste verdieping bevinden zich de vergaderzalen, de leslokalen en de auditoria. Op die manier ontstaat een aangename en heldere gebouwstructuur.