Voor en na je bevalling kun je als personeelslid van de Vlaamse overheid van moederschapsrust genieten - ook wel eens ‘bevallingsverlof’ genoemd. Op deze pagina vind je alle informatie over de opname en beëindiging van moederschapsrust.
Prenataal verlof
- Het prenataal verlof start ten vroegste de 6e week (of de 8ste week bij een meerling) voor de vermoedelijke bevallingsdatum.
- Je kunt vrij bepalen wanneer je de prenatale rust aanvangt (bijvoorbeeld vanaf de 6e week voor, vanaf de 3e week voor, …) zonder dat je werkgever hier inspraak in heeft.
- Je moet wel wettelijk stoppen met werken vanaf de 7de kalenderdag voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Er is dus een verplichte prenatale rust van 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum.
Postnataal verlof
- Het postnataal verlof start vanaf de dag van de bevalling. Als je nog gewerkt hebt op de dag van je bevalling, dan vangt het postnataal verlof pas aan op de dag na de bevalling.
- Het postnataal verlof wordt verlengd met niet-opgenomen prenataal verlof (overdracht prenataal verlof). Dit zijn:
- de periodes waarin je hebt verder gewerkt vanaf de 6de week (meerling: 8ste week) voor je werkelijke bevallingsdatum
- de periodes met arbeid gelijkgestelde afwezigheden die zich voordeden vanaf de 6de week (meerling: 8ste week) voor je werkelijke bevallingsdatum
- Je kunt op jouw verzoek de laatste 10 werkdagen van je postnatale rust omzetten in losse dagen, als je minstens 14 kalenderdagen niet-opgenomen prenataal verlof kunt overdragen naar je postnataal verlof. Deze moet je opnemen binnen de 8 weken vanaf het einde van de ononderbroken periode van postnataal verlof. Lees op deze webpagina hoe je deze omzetting in verlofdagen aanvraagt.
Opname moederschapsrust als vader- of meemoederschapsverlof
Overlijdt de moeder of wordt ze gehospitaliseerd? Dan kan de vader of de meemoeder van het kind vragen om de resterende moederschapsrust op te nemen. Lees meer op de webpagina vader- of meemoederschapsverlof.