Gedaan met laden. U bevindt zich op: Leestekens Legistieke en taalkundige aanwijzingen

Leestekens

Aan het einde van het opschrift van een besluit of decreet, of na een rubriekstitel in een besluit of decreet staat nooit een punt. Achter aanduidingen als Deel 1., Boek 2., Titel 3., Hoofdstuk 4., Afdeling 5., Art. 6. en §7. staat wel een punt bij de tekstindeling. Bij de indeling in paragrafen zet u geen spatie tussen het paragraafteken en het cijfer: §3.

Als u in lopende tekst naar die onderdelen verwijst, valt de punt weg. Het woord artikel schrijft u dan voluit. Voor de verwijzing naar een paragraaf, zie aanwijzing 132.

Bijvoorbeeld:

De subsidie, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 5, artikel 6, §7, van het decreet van … (datum en opschrift), wordt als volgt toegekend: …

In een besluit zet u een punt na de formule Brussel, datum, die boven de ondertekening is opgenomen. Ook onderaan op een bijlage staat er een punt na de formule Gezien om gevoegd te worden bij

Als u bij verwijzingen onderdelen van artikelen opneemt, staat er voor en na elk genoemd onderdeel een komma.

Bijvoorbeeld:

In artikel 3, §1, van het decreet van … (datum en opschrift) … .

In de instantie, vermeld in artikel 3, §1, tweede lid, 1°, … .

In afwijking van artikel 3, §1, … .

Als u alleen naar een artikel verwijst, zet u geen komma’s na het artikelnummer.

Bijvoorbeeld:

In artikel 3 van het decreet van … (datum en opschrift) … .

Bij verwijzing naar een opsomming met letters laat u het haakje achter de letter staan.

Bijvoorbeeld:

In artikel 2, §3, 2°, d) en e), van het decreet van … (datum en opschrift) worden de woorden “het busvervoer van en naar school” vervangen door de woorden “het leerlingenvervoer”.

Om woorden of zinnen te citeren gebruikt u dubbele, gekrulde aanhalingstekens (in het lettertype Verdana zien gekrulde aanhalingstekens eruit als schuine aanhalingstekens: “…”). In regelgevende teksten gebruikt u geen enkele aanhalingstekens.

Voor de combinatie van aanhalingstekens en andere leestekens past u de onderstaande principes toe.

  • Als u een of meer volledige zinnen citeert, zet u een punt binnen de aanhalingstekens ter afsluiting van de laatste aangehaalde zin. U zet ook een punt buiten de aanhalingstekens om de hele zin af te sluiten. Bijvoorbeeld:

In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt:“§3. Scholen met meer dan honderd leerlingen zijn verplicht de bepalingen in het schoolreglement op te nemen.”.

Als u geen volledige zin maar een woord of enkele woorden of zinsdelen citeert, zet u alleen een punt buiten de aanhalingstekens. U zet geen punt binnen de aanhalingstekens, ook niet als u de laatste woorden van een zin citeert. Bijvoorbeeld:

In artikel 8, §3, van hetzelfde besluit worden de woorden “meer dan tweehonderd leerlingen” vervangen door de woorden “meer dan honderd leerlingen”.

Als u in wijzigingsteksten meer dan één paragraaf of lid binnen een artikel wijzigt, schrijft u zowel alle leestekens binnen de aangehaalde wijzigingstekst als de leestekens van de tekstindeling zelf. Bijvoorbeeld:

Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: “Het voorschot bedraagt het drievoud van het bedrag. Het verkregen resultaat wordt verminderd met het in de begroting vastgestelde bedrag voor ledenbijdragen.”;
2° in paragraaf 2 worden de woorden “de leerlingen” vervangen door de woorden “de leerlingen, voor zover ze op 1 januari 2002 de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt,”;
3° aan paragraaf 3 wordt de volgende zin toegevoegd: “De subsidie wordt één keer per jaar toegekend.”.