Ontslagbescherming contractuele vakbondsafgevaardigde
Artikel 88 van het KB van 28 september 1984 bepaalt hoe en hoeveel contractuele personeelsleden die vakbondsafgevaardigde zijn, kunnen aangeduid worden voor bescherming tegen ontslag.
Indien de verantwoordelijke leider van een representatieve vakorganisatie de naam van het contractuele personeelslid meedeelde bij een ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst aan de voorzitter van het hoog overlegcomité en aan de voorzitter van het overlegcomité waaronder het personeelslid ressorteert, is de ontslagbescherming op het personeelslid toepasselijk vanaf de eerste dag van de maand volgend na die waarin de brief van de vakorganisatie wordt ontvangen.
De overheid die het voornemen heeft een voor bescherming aangeduide contractuele vakbondsafgevaardigden te ontslaan, moet vóór de betekening van het ontslag de procedure van artikel 89 van het KB van 28 september 1984 doorlopen (voornemen motiveren per aangetekende brief aan het personeelslid, de vakorganisatie en de voorzitter van het hoog overlegcomité, desgevallend bijzondere vergadering van het comité, enz. vóór het ontslag), behalve in de gevallen opgesomde in artikel 90 van het KB van 28 september 1984:
- Wanneer het personeelslid, op grond van de bepalingen die in de betrokken overheidsdienst van kracht zijn, over een intern beroep beschikt waardoor (de beslissing tot het overgaan tot afdanken wordt opgeschort);
- In geval van afdanking om een dringende reden;
- Wanneer de overeenkomst beëindigd wordt door het verstrijken van de termijn of door het voltooien van het werk waarvoor de overeenkomst werd gesloten;
- Wanneer de vervangingsovereenkomst beëindigd wordt bij de terugkeer van de vervangen persoon;
- Wanneer de overheid en het personeelslid het eens zijn om aan de overeenkomst een einde te maken;
- Wanneer de overeenkomst wegens overmacht beëindigd wordt;
- Wanneer de overeenkomst verbroken wordt door de wil van het personeelslid.
(laatste update: 18/05/2010)