Formulier vakbondspremie
Vraag: Wie moet een formulier vakbondspremie ontvangen?
Antwoord:
Artikel 12 van het koninklijk besluit van 30/9/1980(opent in nieuw venster) betreffende toekenning en uitbetaling van een vakbondspremie bepaalt dat aan alle personeelsleden die tijdens het referentiejaar voldeden aan het bepaalde in artikel 3, 2° een aanvraagformulier van de vakbondspremie moet bezorgd worden.
Artikel 3, 2° bepaalt dat de vakbondspremie wordt toegekend als het personeelslid tijdens het referentiejaar in een instelling, bestuur of dienst bedoeld in artikel 1 tot het personeelsbestand heeft behoord, al dan niet voltijds, ongeacht de duur van de tewerkstelling en de administratieve stand of toestand.
Dit wordt nog verduidelijkt in de omzendbrief van 22 december 2014 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector - Referentiejaar 2014 (B.S. 24 december 2014).
Hierin wordt gesteld dat onder “alle personeelsleden” moet worden verstaand, elk personeelslid dat minstens één dag van het refertejaar heeft gewerkt in de dienst.
Wat betreft de personeelsleden tewerkgesteld op een kabinet geldt volgende regeling:
Enkel de statutaire of contractuele personeelsleden die vanuit de in de wet opgesomde overheidsdiensten worden gedetacheerd naar een kabinet en die aangesloten zijn bij een representatieve vakorganisatie hebben recht op een vakbondspremie.
Wie vanuit een overheidsdienst gedetacheerd wordt naar een kabinet, heeft dus wel recht op een vakbondspremie. Wie “rechtstreeks” aangesteld is op het kabinet niet. Het kabinet op zichzelf is dus geen overheidsdienst in de zin van artikel 1 van de wet.