In het sectoraal akkoord 1995-1996 besliste de Vlaamse Regering dd. 26 januari 2001 om met het oog op de dekking van de stoffelijke schade die personeelsleden kunnen oplopen wanneer zij hun eigen voertuig voor dienstverplaatsingen gebruiken te vergoeden. Deze omzendbrief geeft uitvoering aan deze beslissing.
Deze terugbetaling van de "stoffelijke schade aan eigen voertuig bij dienstverplaatsingen" zal gebeuren onder de in bijlage 1 gevoegde voorwaarden.
De algemene principes van deze voorwaarden zijn:
- de aanspreekbaarheid van de collectieve verzekering stoffelijke schade ongeacht of op basis van het gemeen recht een schadeloosstelling kan worden verkregen;
- de verzekering onder bepaalde voorwaarden van alle personeelsleden, en van alle leden van de kabinetten van de Vlaamse ministers, die bij dienstverplaatsingen gebruik maken van hun eigen voertuig;
- de verzekering van stoffelijke schade, brand, diefstal en glasbreuk;
- de mogelijkheid tot occasionele dekking van woon-werkverkeer (staking openbaar vervoer, uitzonderlijke of langdurende vergaderingen);
- de verzekering van dienstverplaatsingen in het buitenland (in de landen waar de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van het gedekt voertuig geldt);
- de verzekering van in het buitenland ingeschreven voertuigen;
- de verzekering op basis van de aangenomen waarde zowel bij ongeval, brand, diefstal;
- een maximale tussenkomst 16.113,08 euro per schadegeval (inclusief BTW);
- betaling van schadevergoeding zonder toepassing van een evenredigheidsregeling;
De terugbetaling van "stoffelijke schade aan het eigen voertuig bij dienstverplaatsingen" heeft een suppletief karakter, hetgeen betekent dat de werkgever tussenkomt indien (of in de mate dat) geen beroep kan worden gedaan op een eigen verzekering.