Personeelsleden die gerechtelijk vervolgd worden voor daden die deze moeten stellen vanuit hun openbare functie, krijgen van hun entiteit, raad of instelling de nodige rechtsbijstand.
Deze rechtsbijstand bestaat uit:
- het verlenen van de nodige informatie en advies;
- hulp bij briefwisseling met het oog op het realiseren van een minnelijke regeling;
- het ten laste van de werkgever aanduiden van een advocaat die de belangen van het personeelslid zal verdedigen;
- de vergoeding van de noodzakelijke kosten.
Volgende kosten worden vergoed:
- de kosten en erelonen van de door de werkgever aangeduide advocaten en deskundigen;
- de kosten die de werkgever zelf maakt om een minnelijke regeling na te streven
- de gerechtelijke procedurekosten (met uitzondering van de kosten voor strafrechtelijke procedures waartoe de werkgever niet veroordeeld werd);
- de kosten voor één procedure van tenuitvoerlegging per uitvoerbare titel;
- de noodzakelijke reis- en verblijfkosten wanneer in het kader van een gerechtelijke procedure de aanwezigheid van het personeelslid vereist is;
- vertaalkosten wanneer dit wettelijk vereist is in het kader van een gerechtelijke procedure
- alle andere noodzakelijke kosten
De werkgever zal geen rechtsbijstand verlenen:
- wanneer het personeelslid een opzettelijke fout, een zware fout of een veel voorkomende lichte fout heeft begaan;
- voor geschillen tussen het departement, het agentschap of de entiteit die het personeelslid tewerkstelt en de werknemer;
- wanneer betrokken personeelslid zijn functie uitoefende in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige staat die het gevolg is van het niet voorgeschreven gebruik van andere substanties dan alcohol;
Wanneer de rechtsbijstand is verleend op basis van een leugenachtige verklaring of indien pertinente informatie werd achtergehouden kan de terugbetaling van de kosten van de rechtsbijstand worden geëist. Ook wanneer uit een definitieve rechterlijke beslissing blijkt dat het personeelslid bedrog heeft gepleegd of een opzettelijke, zware of veel voorkomende lichte fout heeft begaan, kan de terugbetaling van de kosten van de rechtsbijstand worden geëist.
Op verzoek van het personeelslid kan de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling, wanneer hier gegronde redenen voor zijn, toestaan dat het personeelslid zelf een advocaat aanstelt. In dit geval zal de terugbetaling van de kosten en erelonen die voor deze raadpleging gemaakt worden, beperkt worden tot een maximum van 12.500 euro.
Geert BOURGEOIS
Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme
(1) Besluit van de Vlaamse regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, zoals gewijzigd