Gedaan met laden. U bevindt zich op: Interpretaties bij art. III.41 bestuursdecreet Checklist deugdelijk bestuur

Interpretaties bij art. III.41 bestuursdecreet

Interpretaties bij art. III.41 bestuursdecreet

Vraag 1

Voor de kandidaturen voor onafhankelijke bestuurders dient een open oproep gelanceerd. Wat moet er begrepen worden onder open oproep: een mededeling via de website van de instelling, een publicatie in het Staatsblad, Jobpunt, …
Bestaan er voorbeelden van zo’n open oproep?

Antwoord

Het is niet vereist dat de oproep wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De oproep moet voldoende kenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld door publicatie op de website van de entiteit gedurende ten minste 20 werkdagen (dit is ook de minimale sollicitatiedatum die geldt voor selecties van top- en middekader). De vacature kan ook op volgende site geplaatst worden: www.werkenvoorvlaanderen.be of in de personeelsbijlage van de Vlaamse kranten.
Hier vindt u een voorbeeld van een oproep voor een mandaat van onafhankelijk bestuurder (AGIV)(PDF bestand opent in nieuw venster). Aangezien dit een bevoegdheid van de raad van bestuur is, werden geen nadere richtlijnen hiervoor opgesteld. Belangrijk is dat de vereisten waaraan de kandidaten moeten voldoen op het gebied van bekwaamheden, kennis en ervaring moeten vermeld worden evenals de wijze van kandidaatstelling (minstens een cv).

Vraag 2

Hoe verloopt de procedure als er te weinig kandidaturen binnen komen?

Antwoord

Het decreet stelt dat de onafhankelijke bestuurders worden aangesteld uit lijsten van 2 kandidaten per te begeven mandaat door de Vlaamse Regering. Indien er maar 1 geschikte kandidaat is voor een bepaalde vacature kan er ook maar 1 kandidaat worden voorgesteld aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering is niet verplicht om deze persoon te benoemen, zodat de procedure (met oproep) moet worden overgedaan in het geval de kandidaat niet voldoet voor de Vlaamse Regering.

Vraag 3

Dient voor iedere kandidatuur van onafhankelijk bestuurder een man/vrouw voorgesteld te worden aan de VR? Hoe zit het dan met de andere bestuurders nl. er moet minimaal 1/3 man/vrouw in de raad van bestuur vertegenwoordigd zijn.

Antwoord

Er is geen regel in het bestuursdecreet dat er zowel een man als een vrouw moet worden voorgedragen voor elk mandaat. “De samenstellers van de raden van bestuur mogen zelf uitmaken hoe ze aan het eindresultaat komen”. De evenredige vertegenwoordiging moet enkel worden nageleefd wat de globale samenstelling van de raad van bestuur betreft. Dit wordt uitdrukkelijk zo gesteld in artikel III.44 van het bestuursdecreet: ten hoogste 2/3 van de stemgerechtigde leden mag van hetzelfde geslacht zijn.

Artikel III.45 voorziet een regeling voor het geval de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting vermeld in artikel III.44:

Art. III.45. Als bij de aanwijzing van leden in een raad van bestuur een voordrachtprocedure gevolgd moet worden, en de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting vermeld in artikel III.44, dan moet de voordrachtprocedure hernomen worden. In voorkomend geval moeten de voordragende instanties die geen kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht hadden voorgedragen, een extra kandidaat voordragen die van het ondervertegenwoordigde geslacht is.

Zolang een voordragende instantie niet voldoet aan die voorwaarde, blijft het mandaat open.

Als zes maanden na het vacant worden van het mandaat nog niet aan de verplichting, vermeld in artikel III.44, voldaan is, kan de Vlaamse Regering, op voordracht van de minister onder wiens bevoegdheid de overheidsinstantie ressorteert, het vacante mandaat invullen zonder de voordrachtprocedure te volgen.

Vraag 4

Dient er telkens een nieuwe oproep tot kandidaatstelling te gebeuren bij bv. overlijden of ontslag van een onafhankelijk bestuurder of kan dan worden geput uit de vorige oproep?

Antwoord

Voor de invulling van een mandaat van onafhankelik bestuurder dient een open oproep te gebeuren (minstens publicatie op de site van de instelling). In de oproep kan worden vermeld dat een reserve voor een bepaalde duur (bv. 2 jaar; niet te lang en niet te kort om ook anderen later nog de gelegevenheid te geven) wordt aangelegd.