Voertuigen
Nieuwe regeling schone voertuigen
Wettelijk kader
Op 2 augustus 2021 trad Richtlijn 2019/1161/EU tot wijziging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen(opent in nieuw venster) in werking. Deze Richtlijn heeft tot doel het wagenpark van overheden te verduurzamen en stelt op nationaal niveau te behalen streefdoelen vast. Deze Richtlijn is in Belgisch recht omgezet met de Wet van 18 mei 2022 tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten(opent in nieuw venster).
Toepassingsgebied
De regelgeving is van toepassing op onderstaande overheidsopdrachten:
- De aankoop, leasing, huur of huurkoop van wegvoertuigen van de categorie lichte voertuigen (M1, M2 en N1) en zware voertuigen (N2 en N3) met inbegrip van bussen (M3);
- De openbare dienstcontracten in de zin van Verordening (EG) nr. 1370/2007 die betrekking hebben op het vervoer van personen per bus;
- De overheidsopdrachten voor volgende diensten: [1]
- openbaarvervoersdiensten – CPV-code: 60112000-6;
- diensten voor speciaal personenvervoer over land – CPV-code: 60130000-8;
- personenvervoer zonder dienstregeling – CPV-code: 60140000-1;
- diensten voor ophalen van vuilnis – CPV-code: 90511000-2;
- postvervoer over de weg – CPV-code: 60160000-7;
- pakketvervoer – CPV-code: 60161000-4;
- postbezorging - – CPV-code: 64121100-1;
- pakketbezorging – CPV-code: 64121200-2.
De regelgeving is alleen van toepassing op de overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de Europese drempel en die bekendgemaakt worden vanaf 9 juni 2022. Zij is eveneens van toepassing op overheidsopdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst waarvan de waarde lager is dan de Europese drempel, mits de geraamde waarde van de raamovereenkomst zelf gelijk is aan of hoger is dan deze Europese drempel.
De regelgeving is echter niet van toepassing wanneer bovenstaande overheidsopdrachten betrekking hebben op volgende voertuigen:
- landbouw- of bosbouwvoertuigen als gedefinieerd in de Verordening (EU) Nr. 167/2013;
- twee- of driewielige voertuigen en vierwielers als gedefinieerd in de Verordening (EU) Nr. 168/2013;
- voertuigen op rupsbanden;
- zelfaangedreven voertuigen die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor het uitvoeren van werken en die door hun bouw niet geschikt zijn voor personen- of goederenvervoer en die geen op een motorvoertuigchassis gemonteerde machines zijn;
- voertuigen van categorie M3 andere dan voertuigen van klasse I en klasse A bedoeld in artikel 3, punten 2 en 3, van Verordening (EU) Nr. 661/2009;
- voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd of aangepast voor gebruik door het leger;
- voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd om hoofdzakelijk te worden gebruikt op bouwplaatsen of in mijnen, havens of luchthavens;
- voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd of aangepast voor gebruik door de burgerbescherming, brandweerdiensten en diensten belast met de handhaving van de openbare orde;
- voertuigen die bestemd zijn om de vervoerde personen of goederen te beschermen door middel van kogelwerende bepantsering;
- voertuigen van categorie M die bestemd zijn voor het vervoer van zieken of gewonden en hiertoe een speciale uitrusting hebben;
- voertuigen van categorie M die bestemd zijn voor het vervoer van overledenen en hiertoe een speciale uitrusting hebben;
- voertuigen van categorie M1 die specifiek gebouwd of verbouwd zijn om plaats te bieden aan een of meer personen die in hun rolstoel zitten wanneer het voertuig op de weg rijdt;
- voertuigen van categorie N3 die niet zijn uitgerust voor het vervoer van goederen, maar voorzien is van een kraan met een hefmoment van ten minste 400 kNm.
[1] Meer info over CPV-codes: https://www.publicprocurement.be/nl/faq/wat-een-cpv-code.
Te behalen doelen per voertuigcategorie
Onderstaande minimumstreefcijfers moeten per groep van voertuigcategorieën behaald worden voor de totaliteit van de opdrachten geplaatst door de aanbestedende overheid over de periode van 9 juni 2022 tot en met 31 december 2025 [2]. De doelen moeten bijgevolg niet voor elke afzonderlijke overheidsopdracht behaald worden.
[2] Er worden ook streefcijfers bepaald voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030; deze worden hier niet nader besproken.
LICHTE VOERTUIGEN (VOERTUIGCATEGORIE M1, M2 EN N1)
Minstens 38,5% van alle aanbestede voertuigen van deze voertuigcategorie moet voldoen aan de criteria van een schoon licht bedrijfsvoertuig, zijnde:
- uitstoot maximaal 50 gram CO2/km;
- Real Driving Emissions (RDE) van luchtverontreinigende stoffen maximaal 80% van de emissiegrenswaarden.
ZWARE VOERTUIGEN (VOERTUIGCATEGORIE M3, N2 en N3)
Een schoon zwaar bedrijfsvoertuig is:
een voertuig van categorie M3, N2, of N3 dat gebruik maakt van elektriciteit, waterstof, vloeibaar petroleumgas (LPG) of aardgas, inclusief biomethaan in gasvorm (CNG) en vloeibare vorm (LNG). [3]
Een emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig is:
een voertuig van categorie M3, N2, of N3 dat alternatieve brandstoffen gebruikt, zonder interne verbrandingsmotor of met een interne verbrandingsmotor met emissies van minder dan 1 gram CO2/kWh, [4] of met emissies van minder dan 1 gram CO2/km. [5]
Volgende minimumstreefcijfers moeten behaald worden:
- Bussen – voertuigcategorie M3:
- 22,5% van de aanbestede bussen moeten schone zware bedrijfsvoertuigen zijn;
- 22,5% van de aanbestede bussen moeten emissievrije zware bedrijfsvoertuigen zijn.
- Andere zware bedrijfsvoertuigen – voertuigcategorie N2 en N3:
- 10% van de aanbestede vrachtwagens moeten schone zware bedrijfsvoertuigen zijn.
[3] zoals gedefinieerd in artikel 2, 1° van het KB van 13 april 2019 betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen.
[4] als gemeten in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 595/2009 en de uitvoeringsbepalingen ervan.
[5] als gemeten in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 715/2007 en de uitvoeringsbepalingen ervan.
Overheidsopdrachten voor specifieke diensten
Bovenstaande minimumstreefcijfers moeten ook behaald worden in overheidsopdrachten voor volgende dienstverlening:
- openbaarvervoersdiensten;
- diensten voor speciaal personenvervoer over land;
- personenvervoer zonder dienstregeling;
- diensten voor ophalen van vuilnis;
- postvervoer over de weg;
- pakketvervoer;
- postbezorging;
- pakketbezorging.
Voor deze overheidsopdrachten wordt voor het beoordelen van de naleving van de minimumstreefcijfers rekening gehouden met het aantal voertuigen dat wordt gebruikt voor de verstrekking van de diensten in het kader van elke opdracht.
Rapportering
Voor de rapportering moeten alle aanbestedende overheden het afzonderlijk elektronisch formulier invullen bij de aankondiging van gegunde opdracht. Voor de betrokken overheidsopdrachten geven zij volgende informatie op:
- het totale aantal voertuigen per categorie die onder de opdracht vallen;
- het aantal schone voertuigen per categorie;
- het aantal emissievrije zware bedrijfsvoertuigen;
- alle andere relevante informatie die van belang is in het kader van de monitoring van de minimumstreefcijfers.
Voor de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst of die worden gesloten in het kader van een dynamisch aankoopsysteem moet er op jaarbasis gerapporteerd worden via een elektronische toepassing. In het geval van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem, geplaatst door een aankoopcentrale, is het aan de aankoopcentrale om deze gegevens over te maken.
Hoewel de minimumstreefcijfers maar van toepassing zijn op opdrachten die bekendgemaakt worden vanaf 9 juni 2022 zal de rapportage betrekking hebben op de periode van 2 augustus 2021 tot 31 december 2025.
Aanbod Het Facilitair Bedrijf
Het Facilitair Bedrijf voorziet met zijn raamovereenkomsten in een generiek aanbod aan voertuigen. Dit aanbod kan worden geraadpleegd worden in de catalogus van raamcontracten.
Overheden die een bestelling op deze raamovereenkomsten plaatsen, houden er rekening mee dat ze zelf de verantwoordelijkheid dragen om de minimumstreefdoelen van de nieuwe regeling te behalen. Het Facilitair Bedrijf zal als aankoopcentrale wel jaarlijks rapporteren over de afnames van de raamovereenkomsten.
Omzendbrief Dienstvoertuigen
De omzendbrief KBBJ 2021/ van 16 juli 2021 betreffende de verwerving en vervreemding, gebruik en beheer van dienstvoertuigen(PDF bestand opent in nieuw venster) is van toepassing bij het aankopen, huren en leasen van dienstvoertuigen. Deze omzendbrief legt per voertuigklasse (stadswagen, kleine break, gezinswagen…) een minimale ecoscore op (bepaald aan de hand van de WLTP-gegevens) waaraan de verworven voertuigen moeten voldoen.
Het opleggen van de minimum ecoscores is verplicht voor de entiteiten die onder het toepassingsgebied van de omzendbrief vallen. Er wordt ook een gemiddelde ecoscore voor het ganse wagenpark en de personenwagens opgelegd.
Het Facilitair Bedrijf hanteert bij de publicatie van nieuwe overheidsopdrachten steeds de methodiek en de verwervingsvoorwaarden van de omzendbrief. Bij de marktverkenning en de opmaak van de opdrachtdocumenten wordt aandacht besteed aan elementen zoals de technische kwaliteit, de kwaliteit van de dienstverlening, de technologische ontwikkelingen, het marktaanbod en de ecologie (ecoscores). Deze werkwijze zal doorgaans leiden tot de verwerving van voertuigen die beter scoren dan de minimale eisen in deze omzendbrief.
Daarnaast moet voor elke verwerving steeds voldaan worden aan de beslissing opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan om vanaf 2021 enkel nog elektrische (BEV en FCEV), plug-in hybride (PHEV, CO2-uitstoot max. 50 g/km), volledig hybride en CNG personenwagens aan te kopen of te leasen. Bestelwagens volgen 2 jaar later, in 2023, met gelijkaardige ambities/restricties.
De omzendbrief bevat ook normen voor zuinige en stille banden en legt regels vast voor de vervreemding van dienstvoertuigen, met aandacht voor recyclage en het respecteren van de milieubeleidsovereenkomsten.
Het voldoen aan de omzendbrief ‘Dienstvoertuigen’ vormt één van de vier operationele doelstellingen die elke entiteit van de Vlaamse overheid in uitvoering van het Actieplan mobiliteit moet behalen tegen 2024.
Bijkomende duurzaamheidsvereisten
De omzendbrief ‘Dienstvoertuigen’ bevat enkele suggesties om het wagenpark en ook het beheer ervan verder te verduurzamen. Hieronder worden enkele bijkomende duurzaamheidsoverwegingen, al dan niet opgenomen in de omzendbrief, verder belicht.
Behoeftebepaling: Ga steeds na of de verwerving van bijkomende dienstvoertuigen wel echt nodig is. Zorg voor een optimale pooling van het wagenpark en promoot het gebruik van het openbaar vervoer voor dienstverplaatsingen. Misschien is het mogelijk om een wagenpark te delen met een andere entiteit? Door in voldoende dienstfietsen, deelfietsen of deelauto’s te voorzien, kan er misschien een voertuig minder aangekocht worden? Merk op dat het Facilitair Bedrijf ook voorziet in een raamovereenkomst om uw mobiliteit optimaal te rationaliseren.
Invulling van de behoefte: Koop slechts dienstvoertuigen aan in de mate dat zulks echt noodzakelijk is. Stem de aangekochte voertuigen ook zo goed mogelijk af op het gebruik waarvoor ze bestemd zijn. Koop geen grote afstandswagens als kleine en milieuvriendelijkere stadswagens ook kunnen voldoen.
Veiligheid, ergonomie: Ook veiligheid en ergonomie kunnen aan duurzaamheid worden gelinkt. Je kan in de opdrachtdocumenten concrete eisen opnemen voor de actieve en passieve veiligheidssystemen waarover het voertuig moet beschikken.
Zuinige en stille banden: De omzendbrief ‘Dienstvoertuigen’ bevat eisen die betrekking hebben op de banden van het voertuig. Deze normen gelden zowel bij de verwerving van een nieuw voertuig, als bij de vervanging van de banden van een bestaand voertuig en kunnen worden opgelegd in de opdrachtdocumenten.
Gunningscriterium duurzaamheid: De minimale ecoscores per voertuigklasse bakenen slechts het basisniveau aan duurzaamheid af. D.m.v. een gunningscriterium ‘duurzaamheid’ kun je inschrijvers die voertuigen voorstellen met een nog hogere ecoscore belonen met extra punten. Ook andere duurzaamheidsoverwegingen die je niet wenst op te leggen d.m.v. technische specificaties, kunnen eventueel in een gunningscriterium worden verwerkt.
Opleiding: Los van de aankoop van de dienstvoertuigen zelf, kan de milieu-impact aanzienlijk worden verkleind door een milieuvriendelijke rijstijl te hanteren. Het loont dan ook zeker de moeite om werknemers die veel gebruik maken van een dienstvoertuig een cursus energiezuinig rijden te laten volgen.
Onderhoud: Om de milieu-impact van je wagenpark minimaal te houden, is een degelijk onderhoud van de voertuigen essentieel. Zorg ervoor dat de voertuigen onderhouden worden overeenkomstig de voorschriften van de constructeur. Controleer ook regelmatig de bandenspanning. Een te lage bandenspanning heeft een hoger brandstofverbruik en een hogere bandenslijtage tot gevolg.
Vragen - ondersteuning
Voor advies of bijkomende vragen kan je terecht bij het centraal aanspreekpunt duurzame overheidsopdrachten.