Autonome werkstraf

Als de rechter meer wil weten over uw persoonlijke situatie, nodigt een justitieassistent u uit voor een gesprek. Daarin gaat hij na of een werkstraf de geschikte straf voor u is.

Tijdens dat gesprek kunt u ook zelf vragen om een werkstraf opgelegd te krijgen.

Tijdens de zitting van de rechtbank wordt uw straf uitgesproken. U bent zelf aanwezig of u laat u vertegenwoordigen door uw advocaat. Dat is nodig omdat u of uw advocaat moet instemmen met de werkstraf.

De rechter bepaalt hoelang uw werkstraf zal duren: minimaal 20, maximaal 300 uur. Hij spreekt ook een vervangende straf uit: een geldboete en/of een gevangenisstraf. Die krijgt u opgelegd als u uw werkstraf niet uitvoert.

De probatiecommissie houdt toezicht op de uitvoering van uw werkstraf. Doet er zich een ernstig probleem voor? Dan meldt de justitieassistent dat aan de commissie. Die kan u vervolgens uitnodigen om de situatie te bespreken. U mag zich daarvoor laten bijstaan door een advocaat.

Zijn er problemen op de werkplaats waar u uw straf uitvoert? Dan bespreekt u die met de werkplaatsverantwoordelijke en de justitieassistent. Jullie zoeken dan samen naar een oplossing. Als het nodig is, kan de probatiecommissie toestaan dat u uw werkstraf op een andere plek uitvoert.

Als u uw werkstraf niet uitvoert volgens de gemaakte afspraken, dan nodigt de justitieassistent u uit voor een gesprek. U kunt dan uitleggen wat er is misgelopen. Het verslag van dat gesprek bezorgt hij aan de probatiecommissie. Die kan u uitnodigen bijstaan door een advocaat.

Afhankelijk van het gesprek kan de commissie de procureur des Konings vragen om de vervangende straf toe te passen. De procureur kan in zo’n geval rekening houden met het deel van de werkstraf dat u al uitvoerde.

Als u uw werkstraf volledig hebt uitgevoerd, dan kan de justitieassistent u nog uitnodigen voor een laatste gesprek. Hij bezorgt het verslag daarvan aan de probatiecommissie, die daarna uw dossier afsluit.