Het gevonden dichtstbijzijnde adres en de afstand tot de geprikte locatie worden weergegeven in de dialoog. Op de kaart zie je een grijze bol op de geprikte locatie. Als je klikt op de knop Zoom zoom je naar het dichtstbijzijnde adres, met de knop Voeg toe voeg je dat adres toe aan de Favorietenlijst.

In de Favorietenlijst kan je een adres selecteren door erop te klikken. Als je klikt op de knop Zoom zoom je naar het adres, als je klikt op de knop Markeer wordt het adres tijdelijk gemarkeerd op de kaart. Met de knop Exporteer kan je het adres toevoegen aan een json-bestand. Vervolgens kan je dit json-bestand importeren in het project via de toolbox. Dit kan door via de zoekbalk bovenaan het lint naar de functionaliteit JSON To Features (Conversion) te zoeken. In deze functionaliteit geef je als input het daarnet geëxporeerde json-bestand mee en als output de gewenste naam van de Feature Class. De geëxporteerde adressen zijn nu ook terug te vinden in jouw project en de adressen zijn ook opgeslagen in jouw Geodatabase (te vinden in Catalog Pane).