Vlaanderen besteedt jaarlijks een groot bedrag aan subsidies. Die subsidies ondersteunen onder andere lokale besturen, verenigingen, ondernemingen en burgers financieel.
De conceptnota van 16 juli 2021 en de verankering ervan in de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (VCO) en het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (BVCO) dienen als wegwijzer naar een goed, doordacht en transparant subsidiebeleid. Daartoe zijn verschillende stappen noodzakelijk.
- Stap 1
Eenvormig subsidiekader
De eerste stap in een goed subsidiebeleid is een coherent en helder regelgevend kader rond subsidies. Artikel 76/2 VCO(opent in nieuw venster) somt de elementen op die een subsidiekader moet bevatten. Zo moeten onder meer de doelstelling en nagestreefde effecten van de subsidie beschreven worden.
Bovendien is ook de niet-retroactiviteit van subsidies decretaal verankerd en is een duidelijk kader voor oproepen tot subsidieaanvragen gecreëerd. Proportionaliteit blijft uiteraard een voornaam aandachtspunt, zodat de opgelegde lasten en bijhorende kosten in verhouding staan tot de beoogde baten.
- Stap 2
Beleidsdomeinoverschrijdend toezicht door IF
Een tweede stap is het beleidsdomeinoverschrijdende toezicht door de Inspectie van Financiën (IF). Dat toezicht omvat:
- Een systematisch toezicht
- Een ad-hoctoezicht bij het vermoeden van oneigenlijk gebruik
- Een ex post controle van de subsidies
- Stap 3
Evaluatie subsidiekaders en subsidies
Beleidsevaluaties van subsidiekaders zijn verplicht om te verhinderen dat subsidies zonder einddatum verstrekt worden. Voor de uitzonderlijke situaties waarin geen subsidiekader vereist is, worden de subsidies zelf geëvalueerd. Enkel zo kan worden nagegaan of de nagestreefde doelstellingen en beoogde effecten ook daadwerkelijk behaald werden.
- Stap 4
Transparantie
Een goed Vlaams subsidiebeleid is ook transparant. Daarom is het van belang dat de bevolking zicht heeft op de Vlaamse subsidies. Meer informatie vind je op de website van het subsidieregister(opent in nieuw venster).