EVC-traject voor beroepskwalificatie gids

De gids informeert bezoekers op een toegankelijke, interactieve, inspirerende en onderhoudende manier over de geografische, historische, culturele en natuurlijke bijzonderheden van een toeristische plaats.

De gids:

• beschikt over grondige inhoudelijke kennis over kunst- en cultuurbeschouwing, algemene en politieke geschiedenis, landschap en natuur om bezoekers tijdens een rondleiding de locatie in al zijn facetten te laten ontdekken, begrijpen en beleven.
• verzamelt vooraf alle praktische en inhoudelijke afspraken op basis waarvan hij een programma uitwerkt.
• voert administratieve formaliteiten uit, boekt, factureert en volgt reservaties op.
• evalueert de rondleiding en voert eventueel aanpassingen door.
• beheerst één of meer vreemde talen op een vloeiende manier, zodat hij spontaan en kwaliteitsvol in dialoog kan treden met zijn bezoekers.

Een rondleiding heeft vaak een beperkte tijd: de gids moet de groep snel inschatten en het verhaal binnen de voorziene tijd brengen. Rondleidingen vinden vaak plaats tijdens het weekend of vakantieperiodes, in alle weersomstandigheden en op zeer uiteenlopende locaties. Hij dient dus in te spelen op onverwachte veranderingen in de context van het gidsen (wegomlegging, hevige regenval, veranderingen in het landschap, ongeval, klachten …).

In de EVC-standaard gids(PDF bestand opent in nieuw venster) vind je gedetailleerde info over het EVC-traject.

Als je bij een EVC-testcentrum je ervaring als gids wil aantonen, doe je dat aan de hand van een praktijkproef, een rollenspel en een interview aan de hand van een portfolio. In een portfolio wordt aangetoond welke vaardigheden al bereikt zijn en hoe iemand dat gedaan heeft. De instructietaal bij de proeven is het Nederlands.

Je moet:

• een rondleiding geven van ongeveer 1 uur voor minimum 10 personen op een locatie in een stadswijk of streek in Vlaanderen
• het programma van de rondleiding inhoudelijk en organisatorisch uitwerken voor de bezoekers of reizigers
• de geografische, historische, natuurlijke en culturele bijzonderheden van het programma voorstellen
• een vreemde taal gebruiken bij de rondleiding.