Onverwacht Innovatief – Seizoen 2, aflevering 2 - Hoe bouw je een innovatief kantoorgebouw?
Centrale gast: Frank Geets, Administrateur-generaal HFB
Circulair bouwen is een actueel onderwerp in de bouwsector en binnen de Vlaamse overheid. Bij ‘circulair bouwen’ gaat het om het ontwerpen, bouwen en gebruiken van gebouwen op een manier die rekening houdt met het behoud van grondstoffen en het verminderen van afval en CO2-uitstoot. Ook in de Vlaamse overheid passen we deze principes toe op de bouw en renovatie van nieuwe kantoorgebouwen.
Onze host Chloé Van Elsen praat hierover met Frank Geets, de Administrateur-generaal van Het Facilitair Bedrijf. Hij vertelt gedreven over de rol van de overheid bij het bevorderen van circulair bouwen en de uitdagingen en kansen die deze benadering biedt voor de bouwsector, de Vlaamse overheid en de samenleving als geheel.
“Wij doen aan innovatie op praktisch alles wat we doen,” begint Frank Geets al onmiddellijk met een stevige oneliner. “Bij catering waren wij één van de eerste hier in de omgeving in Brussel die met self-scan kassa’s werken. Wij hebben niemand meer aan de kassa zitten, maar vragen aan de medewerkers zelf om aan te geven wat ze besteld hebben. Met de mensen die we daardoor uitgespaard hebben, zijn we naar een beter assortiment gegaan. Dat is misschien iets heel simpel dat in het buitenland al voorkwam, maar wat we hier op de markt nog niet zagen.”
“Het DNA van ons agentschap is doen. Niet innoveren is stilstaan. In alles wat we doen willen we excelleren. Als we gewoon blijven verder doen zoals alle andere jaren lijkt het alsof we ambtenaren zijn. Contractueel zijn we dat wel, maar we willen niet in die sfeer blijven zitten. Wij willen de betere zijn in facility management, de betere zijn in bouwprojecten, en dat voor de hele Belgische, Vlaamse of Europese markt. Niet gewoon de betere binnen de overheid. Wij willen gewoon het beste kantoorgebouw hebben.”
“Circulair wil eigenlijk zeggen dat je gaat proberen om zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen te gaan gebruiken voor je gebouw. Het Belpaire-gebouw (het voormalige WTC-gebouw aan het Brusselse Noordstation, red.) is daar het echte eerste grote voorbeeld van. Een gebouw waarin we erin geslaagd zijn van meer dan 97% van de materialen van het gebouw circulair te maken. Een deel van het gebouw is blijven staan, dat is natuurlijk ook circulair. Van hetgeen we afgebroken hebben, zijn we allemaal nieuwe dingen gaan maken. Voor ons is dat geen afbraak geweest, maar een demontage. De tegels gaan terug gebruikt worden in het nieuwe gebouw of elders. We hebben betonnen vloeren afgebroken, die we zijn gaan malen en waarvan we nieuw beton gemaakt hebben. Onze afbraak was meer een recyclagepark dan gewoon een hoop afval. Alle materialen die we niet hebben kunnen hergebruiken, zijn materialen waar we craddle-to-craddle certificaten van hebben. Gewoon weggooien op een stort is voor ons absoluut geen optie meer. Om alles meer leefbaar te maken, kunnen we niet anders meer dan dat circulaire te omarmen en als overheid hebben we daar een voorbeeldrol. Het mooie is dat bovenop de ecologische aspecten van het Belpaire-project dit ook economisch de beste oplossing was.”
“Innovatie heeft natuurlijk altijd wel een kost. De firma die voor het circulaire beton gezorgd heeft, heeft moeten experimenteren. Maar uiteindelijk zijn zij wel dankzij die experimenten de topleverancier in België geworden. Je moet vooral verder kijken naar de return-on-investment op termijn.”
“Wij willen kantoren die een voorbeeld zijn op gebied van duurzaamheid en energieverbruik. Wij hebben heel bewust voor het Belpaire-gebouw gekozen omdat het dicht bij het station was, en omdat het een project was voor een gemengd gebouw. Het is niet enkel een kantoorgebouw, maar zal ook na de kantooruren bewoond en beleefd worden. We hopen zo een stimulans te geven om de noordwijk terug wat leven te geven.”
“Technologie is daarin heel belangrijk. Een gebouw vandaag is per definitie een smart-building. Verwarming en ventilatie worden aangestuurd op basis van co2- en temperatuurmetingen, al onze gebouwen hebben wifi en versterkt 4G -en straks 5G-netwerk en zijn geconnecteerd met het Astrid-systeem voor de hulpdiensten,… De bezetting van de gebouwen meten we geanonimiseerd aan de hand van de toegangspoortjes en op basis daarvan gaat de cafetaria al dan niet meer eten klaarmaken. Een gebouwbeheer gaat vandaag veel breder dan ooit.”
“Het is wel altijd heel belangrijk van problemen goed te gaan analyseren voor je naar oplossingen zoekt. We hebben ooit gedacht iets te moeten doen aan de wachtrijen aan de cafetaria. We hadden wilde ideeën over camera’s, sensoren en knipperlichten op je scherm die je verwittigen wanneer je best komt eten… Maar eigenlijk, de mensen die om 12u komen eten die weten dat er een file is. Wie dat niet wil, komt wat later. Daar heb je geen systeem voor nodig. Je moet ook niet gaan overengineeren om een probleem op te lossen dat er geen is.”