Er is, gelet op de actualisatie, een product 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV I en een 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV II beschikbaar.
Een eenvoudige oplossing om 3D GRB in 3D te visualiseren is Google Earth, een gratis applicatie van Google. Je kunt de 3D GRB KML-bestanden immers toevoegen in Google Earth om zo de data als een blokkenmodel of gebouw met plat dak (Level of detail 1 - LOD1) te visualiseren.
Daarnaast worden er SHP bestanden verdeeld. De SHP bestanden hebben een Z geometrie, met als attribuut de relatieve referentiehoogte van het gebouw, zodat het blokkenmodel ook in bepaalde GIS- software met ondersteuning van 3D-rendering kan worden ingeladen. De Geopunt-kaarttoepassing kan geen 3D GRB in 3D visualiseren. Je kunt wel de hoogte van een GRB-gebouw in 2D bevragen. Hiervoor gebruik je de KML-bestanden. Een handleiding hierover vind je in dit document op p. 5 – 8.(PDF bestand opent in nieuw venster)
De hoogte van de gebouwen kan eveneens via Geopunt geraadpleegd worden.
Ja, er bestaat een Web Map Service (WMS), zie metadata 3D GRB.
De dataset en dus ook de hoogte van de gebouwen kunnen via Geopunt geraadpleegd worden.
Alle gebouwen stellen we voor als een blok (Level Of Detail 1 – LOD1) waarbij we het gebouw met een plat dak voorstellen. Aan het gebouw uit het GRB kennen we dus een benaderende hoogte toe uit DHMV I of DHMV II. De hoogte in 3D GRB is een indicatieve hoogte op basis van onder andere de noklijn van grote dakvlakken. Niet van schouwen en kleinere ornamenten.
De referentiehoogte van een gebouw is een automatische ‘best effort’ inschatting. Dit op basis van een statistische benadering van alle XYZ-posities van de puntenwolk van het DHMV I of DHMV II die op een dakvlak en binnen de gebouwenpolygoon uit het GRB vallen. De nauwkeurigheid van de hoogtebepaling is sterk afhankelijk van de puntendichtheid van de LiDAR-puntenwolk (DHMV I of DHMV II) en de mate dat dakvlakken worden herkend in de puntenwolk.
Omdat de puntendichtheid in het DHMV I (1 punt / 4 m²) veel lager is, is het mogelijk dat gebouwen met een complexere dakstructuur een minder nauwkeurige, een foutieve of een 0 meter nokhoogte bepaling hebben. Tevens werden voor het DHMV I niet alle centrumsteden van Vlaanderen op basis van LiDAR opgenomen. Hierdoor is deze dataset noch gebiedsdekkend voor Vlaanderen, noch van een uniforme kwaliteit. In de metadata van DHM Vlaanderen, LiDAR hoogtepunten - brondata vind je een lijst van de centrumsteden die niet volledig gebiedsdekkend zijn ingewonnen. Het gaat onder meer om Dendermonde, Diest, Hasselt, Hoboken, Ieper, Kortrijk, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tienen, Waregem, Riemst, Tongeren. De bepaling van de hoogte leggen we uit in de leesmij tekst van de betrokken dataset. Op basis van een steekproef in de stad Gent met topologisch opgemeten noklijnen noteerden we een fout (RMSEz) van 33 cm. Deze is echter niet representatief voor alle gebieden. Grotere fouten in de hoogtebepaling kunnen zich voordoen (zie vraag 8).
Gelet op de actuelere en meer gebiedsdekkende puntenwolk van het DHMV II (16 pts/m²) raden we aan om voor de beste kwaliteit steeds de entiteit GRB Gebouw LOD1 DHMV II te gebruiken. Op basis van een steekproef met topografisch opgemeten noklijnen voor heel Vlaanderen bepaalden we voor dit product een RMSEz van 14 cm. Voor hoge gebouwen en complexere dakstructuren halen we veel betere resultaten. Toch kan het ook hier zijn dat niet elke torenspits van een kerk als een volledig dakvlak wordt herkend. De bekomen nokhoogte wordt dan onderschat.
Rekening houdend met de veranderingen in het landelijk en stedelijk gebied van Vlaanderen kunnen we 3D GRB beschouwen als een momentopname van het Vlaamse landschap. Het 3D GRB is immers een automatisch en geen continu proces. Het is gebaseerd op de beschikbare data, in casu GRB, DHMV I of DHMV II en dit opgesteld voor gans Vlaanderen. Alle woningen die we bij de opmaak van het product in de referentiedataset GRB (attribuut DATUM_GRB) terugvinden, worden in 3D GRB getoond, zij het als blok, zij het als grondvlak.
Als je huis in 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV noch als polygoon noch als blok wordt weergegeven dan komt dat omdat je huis nog niet in het GRB is opgenomen op het moment van de aanmaak van het 3D GRB product (attribuut DATUM_GRB). Het gaat dan bijvoorbeeld om een recente nieuwbouw.
Als alleen het grondvlak van het huis wordt getoond zonder hoogtebestond het huis tijdens de inwinning van de hoogtegegevens DHMV I (2001 - 2004) of DHMV II (2013 -2015) niet. Of we beschikken niet over hoogtegegevens om de gebouwenpolygoon een adequate hoogte mee te geven. De referentiehoogte van het gebouw is dan 0 meter. Deze GRB-gebouwen visualiseren we in het wit gevisualiseerd.
Met de aanmaak van 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV II is gelet op een hogere uniforme en actuele dichtheid van het DHMV II de volledigheid, de actualiteitswaarde en nauwkeurigheid van de dataset verbeterd.
Het GRB is de belangrijkste bron van de dataset. Het toegangsbeheer is gelinkt aan de toegang tot het GRB. Het heeft dus de status van open data.
Iedereen die gebouwen in 3D wil visualiseren of gemiddelde hoogtes wil gebruiken voor diverse GIS-analyses kan het 3D GRB gebruiken. Bijvoorbeeld studiebureaus en/of overheden voor het uitwerken van infrastructuurwerken, urbane planning, het realiseren van zichtbaarheidsanalyses, de aanmaak van geluidscontourkaarten of het gebruik van hoogtebepalingen in het kader van calamiteiten (bv brandweer,...)
De meeste gebouwaanhorigheden (GRB entiteit Gba) en de meeste kunstwerken (GRB entiteit Knw) hebben geen adres. Dit komt omdat alleen het hoofdgebouw aan een CRAB-adres is gekoppeld of omdat er nog geen adres voor bestaat. In sommige gevallen is de CRAB- koppeling van adressen met gebouwen nog niet doorgevoerd.
Bij de hoogtebepaling wordt in eerste instantie een classificatie uitgevoerd op de LiDAR-punten binnen de gebouwpolygoon om te bepalen of deze punten zich op een dakvlak bevinden. Dit voorkomt dat LiDAR-reflecties van bomen, kranen, vogels of hogere naburige gebouwen boven de gebouwpolygoon een verkeerde hoogtebepaling opleveren.
Bij het DHMV I is de puntendichtheid echter soms te laag zodat bijvoorbeeld alleen het dakvlak van een achterbouw wordt herkend. Het kan ook voorvallen dat er in boomrijke gebieden toch een “verkeerd” dakvlak wordt herkend boven een laag gebouw zodat de referentiehoogte overschat wordt. Een veel voorkomend en markant gegeven is dat monumentale gebouwen niet altijd de referentiehoogte krijgen van de torenspits of het hoogste dakdeel, maar eerder van bijvoorbeeld de nokhoogte van het schip omdat het dakvlak niet wordt herkend. De gebruiker kan op basis van de attribuutwaarden zelf interpreteren hoe betrouwbaar de hoogtebepaling is (zie verder in de leesmij tekst).
Met de opmaak van 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV II verbeterde de volledigheid, de actualiteitswaarde en nauwkeurigheid van de dataset. Gelet op een hogere uniforme en actuele dichtheid van het DHMV II.
Het 3D GRB is een momentopname gebaseerd op het tijdstip van de opname van het DHMV en het tijdstip van het beschikbaar zijn van GRB en CRAB bij de aanmaak. Dit impliceert dat voor 3D GRB Gebouwen LOD1 DHMV I de opgenomen GRB- en CRAB—gegevens niet recenter zullen zijn dan het jaar van aanmaak. Met name midden 2014 voor het GRB. De hoogtegegevens van het DHMV I zullen dateren van 2001 tot 2004. DHMV I is immers over een periode van 4 jaar opgenomen.
Voor het 3D GRB op basis van het DHMV II zijn de hoogtegegevens opgenomen in de periode 2013 tot 2015 en zijn recente GRB-data tot voorjaar 2016 gebruikt. De datum van opname hoogtegegevens en gebruikte GRB-data zijn attributen van de gebouwen.
Het 3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV I wordt in 2 formaten aangeboden, namelijk het SHP en het KML formaat.
Enerzijds worden 1 x 1 km tegels aangeboden in KML-formaat. Dit formaat maakt het mogelijk om de data visueel aantrekkelijk aan te bieden voor gebruik in bijvoorbeeld de Google Earth viewer waarbij tevens een stylemap is aangebracht om de gebouwhoogten snel van elkaar te onderscheiden. De versnijding in 1 x 1 km tegels voor het KML-formaat is bewust klein gehouden om deze KML-tegels performant te kunnen inladen in Google Earth.
Anderzijds wordt het SHP-formaat aangeboden waarbij gebouwen een POLYGON ZM geometrie bevatten. Dit formaat is geschikt om te combineren met eigen GIS data of om verdere verwerking op de data uit te voeren.
Er zijn 2 3D GRB-entiteiten opgenomen, met name de productentiteit Gebouw LOD1 DHMV I en Gebouw LOD1 DHMV II. Uit de entiteitsnaam leidt men af dat dit het 3D GRB is van enkel GRB-gebouwen met een LOD (Level of Detail) van 1 (blokkenmodel). De hoogtegegevens zijn afgeleid uit het DHMV I of het DHMV II.
Algemeen kan men stellen dat de attribuut HN_P99 (percentiel benadering van de referentiehoogte) een conservatieve en veilige schatting van de noklijnhoogte is. Indien het verschil tussen HN_Max (maximale benadering van de referentiehoogte) en HN_P99 niet zo groot is (< 1 meter), dan kan de maximale hoogte een betere schatting zijn. Hou er rekening mee dat dit de hoogte van een ornament op het dak kan zijn of een hoogtewaarde afkomstig van een grenspunt van een aanpalend hoger gebouw.