Gedaan met laden. U bevindt zich op: Huisvesting van leghennen in een leghennenbedrijf

Huisvesting van leghennen in een leghennenbedrijf

Naast de algemene dierenwelzijnseisen voor pluimvee zijn er specifieke bepaling voor de huisvesting van leghennen. Deze bepalingen zijn geldig op bedrijven met minstens 350 legkippen, en niet op vermeerderingsbedrijven of ouderdierbedrijven.

Stalklimaat

De stallen zijn goed geventileerd. De luchtcirculatie, het stofgehalte van de lucht, de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de gasconcentraties mogen niet schadelijk zijn voor de dieren.
Het geluidsniveau moet zo laag mogelijk zijn o.a. door de plaatsing, het gebruik en het onderhoud van de staluitrusting. U moet aanhoudend lawaai of plotse geluiden vermijden.
Er moet voldoende licht zijn zodat de dieren elkaar en hun omgeving duidelijk kunnen zien en hun activiteiten kunnen uitvoeren. Ze mogen niet voortdurend in kunstlicht of in duisternis verblijven. Na de eerste dagen van aanpassing moet u het verlichtingssysteem afstellen met een 24-uurschema om gezondheidsproblemen (zoals oogafwijkingen of een verminderde immuniteit) en gedragsstoornissen te vermijden.
U vermindert het kunstlicht tot wanneer de leghennen op stok gaan. Bij daglicht moet dit gelijkmatig verdeeld zijn over de lokalen. Daarna volgt de donkerperiode van 8 uur ononderbroken duisternis.

Bij elke sanitaire leegstand, de periode waarin er geen kippen zijn ter preventie van infectieziekten, en voor de aankomst van een nieuwe partij leghennen moet u de lokalen, uitrusting en gereedschap waarmee de leghennen in contact komen, grondig reinigen en ontsmetten. Ook wanneer de lokalen bezet zijn, moet u de oppervlakten en installaties schoon houden. U verwijdert de uitwerpselen zo vaak als nodig en de dode dieren dagelijks.

Huisvestingsnormen

Er zijn verschillende huisvestingsvormen mogelijk voor leghennen zoals verrijkte kooien of alternatieve systemen zoals scharrelsystemen of stallen met vrije uitloop. Het gebruik van de batterijkooi of niet-verrijkte kooi is verboden.

Verrijkte kooien

De voederbak moet een lengte te hebben van minimum 12 cm vermenigvuldigd met het aantal kippen in de kooi. Per kip moeten er minstens 2 nippels of drinkbakjes zijn.

De oppervlakte per kip bedraagt minstens 750 cm2 waarvan 600 cm2. De oppervlakte van de totale kooi mag niet kleiner zijn dan 2000 cm2. De hoogte moet overal minstens 20 cm zijn, ter hoogte van de bruikbare oppervlakte is dit minstens 45 cm.

In het legnest mag er geen contact mogelijk zijn met draadgaas van de bodem. Volgende moet aanwezig zijn:

  • een scharrelruimte bedekt met strooisel
  • een zitstok van minstens 15 cm lengte per kip
  • nagelgarnituur om doorgroei van de nagels te voorkomen

De kooiopening moet groot genoeg zijn om een volwassen leghen gemakkelijk uit de kooi te halen. De onderste kooien worden op minstens 35 cm hoogte geplaatst. De gang tussen de kooien moet minstens 90 cm breed zijn. Dit laat een goede inspectie van de dieren toe.

Alternatieve huisvestiging

Zowel volière systeem als vrij uitloop zijn mogelijk.

Alle dieren moeten tegelijk toegang hebben tot het drink -en voedersysteem.
Er zijn 2 types voederbakken, een langwerpige en een ronde bak. De langwerpige voederbak moet per kip minstens 10 cm lang zijn. Bij de ronde voederbak is dit 4 cm.
Voor de drinkwatervoorziening kan u gebruik maken van drinkgoten, ronde drankbakken en nippels. De drinkgoot moet per kip minstens 2,5 cm lengte bedragen. Voor een ronde drinkbak is dit minstens 1 cm per kip. Per kip moeten er minstens 2 drinkbakken of 2 nippels aanwezig zijn.

De maximale bezettingsgraad bedraagt 9 leghennen per m2 .

Volgende moet aanwezig zijn:

  • minstens 1 legnest per 7 leghennen. Bij een gemeenschappelijk nest moeten de kippen beschikken over 1 m2 nestruimte per 120 kippen.
  • een zitstok van minstens van 15 cm per kip. De afstand tussen de zitstokken bedraagt minstens 30 cm en de afstand tussen de zitstok en de wand is minstens 20 cm.
  • strooisel. Minstens 1/3 van de totale grondoppervlakte moet bedekt zijn met strooisel en minstens 250 cm2 oppervlakte per kip. Het strooisel onder zitstokken mag niet meegerekend worden.

De ondergrond waar de dieren op verblijven moet een goede steun geven.

Volière systeem

In het volière systeem mogen er maximum 4 niveaus zijn met minstens 45 cm tussen de niveaus. De uitwerpselen van de leghennen mogen niet op lager gelegen niveaus terechtkomen. Inspectie van de dieren moet op alle niveaus mogelijk zijn en de leghennen moeten makkelijk uit de volière kunnen gehaald worden.

Vrije uitloop

Er moeten meerdere openingen naar buiten zijn gelijk verdeeld over de lengte van het gebouw. Elke opening is minstens 35 cm hoog en 40 cm breed. De som van de totale breedtes moet minstens 2 m zijn per 1.000 dieren. Een beschutting moet de dieren beschermen tegen slechte weersomstandigheden, roofdieren en gezondheidsrisico’s. Indien nodig moet er buiten drinkwatervoorzieningen zijn.